ECLI:NL:RBGEL:2025:5354
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in mensensmokkelzaak wegens onvoldoende bewijs van wederrechtelijk verblijf
Op 7 juli 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 61-jarige verdachte, die werd beschuldigd van mensensmokkel op basis van artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging, omdat de rechtbank onvoldoende bewijs vond dat hij wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de persoon die hij hielp, wederrechtelijk in Nederland verbleef. De zaak kwam aan het licht na een controle op de Rijksweg A12 op 16 oktober 2024, waarbij de verdachte als bestuurder werd staande gehouden. In de auto bevond zich een andere inzittende, die geen identificerende documenten bij zich had en gesignaleerd stond vanwege een terugkeerbesluit. De verdachte verklaarde dat hij dacht dat de inzittende, een vriend van hem, nog in een asielprocedure zat en dat hij niet op de hoogte was van diens illegale verblijf. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de asielaanvraag van de inzittende niet voldoende was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte moest zijn van de wederrechtelijkheid van het verblijf. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde, omdat er geen bewijs was dat hij op de hoogte was van de illegale status van de inzittende.