Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- [naam 7] [geboortedag 2] -1980;
de militaire kamer leest: 2022) op een bootfeest was bij de Nieuwe Meer. Hij heeft de boot gekocht van ene [naam 6] die ook op het bootfeest was. Ze kwamen in gesprek. Verdachte zei tegen [naam 6] dat hij een mooie boot had. [naam 6] vertelde dat de boot te koop was en dat hij boten in- en exporteert. Verdachte is de volgende dag, op 25 juli (
de militaire kamer leest; 2022) naar [haven 1] gegaan en heeft daar de boot bekeken. Verdachte was toen alleen met [naam 6] . Deze afspraak was gemaakt tijdens het bootfeestje en toen zijn ook telefoonnummers uitgewisseld. Tijdens de afspraak is onderhandeld over de prijs. Ze kwamen toen uit op een bedrag van 31 á 32.000 euro. Verdachte had een Rolex om die [naam 6] mooi vond en laatstgenoemde wilde deze bij de onderhandelingen betrekken. [naam 6] vond de Rolex van verdachte 10.000 euro waard. Uiteindelijk zijn ze op een bedrag van 33.000 euro uitgekomen, met verrekening van de Rolex. Voor de onderhandelingen is nog een proefvaart gemaakt met de boot, waarbij alleen [naam 6] en verdachte aanwezig waren. Op 26 juli (
de militaire kamer leest; 2022) heeft verdachte contant een voorschot van 5.000 euro betaald, het contract getekend en de registratienummers gecontroleerd. Dit vond plaats in [haven 1] bij de ligplek van [naam 6] . Op 27 juli (
de militaire kamer leest:2022) was de overdracht van de boot, waarna verdachte de rest van het aankoopbedrag contant heeft betaald. Dit vond plaats in [haven 1] . De boot had geen registratienummer. Dat vond verdachte gek. Dat kwam volgens de verkoper omdat de boot begrensd was. Daarom was er volgens hem geen vaarbewijs nodig. Verdachte had al zijn vaarbewijzen, dus voor hem was de begrenzing niet nodig. Deze mocht de verkoper er van verdachte af halen. Verdachte heeft de boot zelf en de serienummers gecontroleerd op heling.nl.
de militaire kamer leest: 2022) de sleutels van de boot gegeven. Verdachte heeft nog weinig contact met [naam 9] . Verdachte heeft niet gezien dat de boot bij de aankoop al een naam had. De naam ‘ [naam 4] ’ heeft verdachte samen met zijn partner bedacht toen hij de boot kocht. De naam heeft hij zelf op de boot aangebracht. [13]
de militaire kamer leest: 27 juli 2022) aan het varen was vanaf de garage van [naam 9] naar [haven 1] . Dit was het moment dat hij de boot had opgehaald. Verdachte is met een vriend van hem, [naam 10] naar de garage gereden. Toen heeft verdachte alles gecontroleerd. Alles bleek in orde. Toen heeft de overdracht plaatsgevonden. [naam 6] , [naam 9] en [naam 10] waren hierbij aanwezig. Verder heeft verdachte verklaard dat [naam 9] aan verdachte op 24 juli 2022 heeft gevraagd of verdachte [naam 9] wilde brengen naar de Nieuwe Meer voor een bootfeest. Verdachte mocht die dag varen in een witte sloep, hij heeft de hele dag gevaren in de witte sloep. Later op de dag is hij naar het bootfeest gevaren en heeft hij de sloep weer afgegeven aan [naam 9] . [naam 9] en [naam 6] waren toen al op het bootfeest met de boot die verdachte uiteindelijk heeft gekocht. Verdachte heeft verklaard dat hij zich eerder vergist heeft in de datum van de proefvaart. Dit was een week later en dit was omdat de boot toen allerlei mankementen had. [naam 6] en [naam 9] waren bij de proefvaart aanwezig. Verdachte had al een keer eerder gevaren op de Maxima, dat was in de nacht van 24 op 25 juli 2022. Verdachte werd toen gebeld door [naam 9] met de vraag of hij de boot terug wilde varen, omdat ze geen licht hadden en gedronken hadden. [15]
3.De bewezenverklaring
één ofmeer tijdstip
(pen
)in of omstreeks de periode van 22 juni 2022 tot en met 06 september 2022 te Amsterdam, althans (elders) in Nederland
, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
/of
en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en zijn mededader(s)ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dit/deze goed
(eren
)wist
(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De beoordeling van het beslag
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
taakstraf van 100 (honderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever 2] , een bedrag te betalen van € 1.050,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 20 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever 1] , een bedrag te betalen van € 9.975,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 84 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;