ECLI:NL:RBGEL:2025:5425

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 mei 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
123119-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in verband met recidivegevaar en gebrek aan behandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 mei 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene, die in afwachting is van plaatsing in een kliniek. Betrokkene is eerder veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, welke maatregel op 13 mei 2023 is ingegaan. De officier van justitie heeft op 26 maart 2025 gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, omdat betrokkene nog niet is gestart met de behandeling en er een hoog recidiverisico aanwezig is. Tijdens de zitting op 16 mei 2025 zijn betrokkene, zijn raadsman en deskundigen gehoord. De raadsman pleitte voor een verlenging van slechts één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging met twee jaar eist. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verwachting dat betrokkene binnen anderhalve maand geplaatst kan worden in de kliniek, maar concludeert dat de behandeling langer dan één jaar zal duren. De rechtbank heeft daarom de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en de adviezen van de kliniek.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-123119-22
Datum uitspraak: 30 mei 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] , (hierna: betrokkene)

geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in PI [verblijfplaats] , in afwachting van plaatsing bij [kliniek] (hierna te noemen: de kliniek).
Raadsman: mr. E.J.A.A. van Dal, advocaat te Arnhem.

Procedure

Betrokkene is op 2 maart 2023 bij vonnis van de rechtbank Gelderland veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 13 mei 2023.
Bij vordering van 26 maart 2025, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
- het adviesrapport van de kliniek van 12 maart 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren.
Ter zitting van 16 mei 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsman, mr. E.J.A.A. van Dal;
  • de deskundige J. van Beek, klinisch psycholoog en hoofd behandelaar, en
  • de officier van justitie, mr. J. van Onna.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Zij heeft aangevoerd dat betrokkene nog niet met de behandeling is gestart, omdat voor hem nog geen plek is bij [kliniek] . Betrokkene wil niet in gesprek met de behandelaren en staat ook niet open voor behandeling en medicatie. Recent heeft er nog een geweldsincident plaatsgevonden in de PI waar betrokkene bij betrokken was. Het hoge recidiverisico is nog onverkort aanwezig, wat maakt dat een verlenging van twee jaar noodzakelijk is.
De raadsman van betrokkene heeft gepleit voor een beperking van de verlenging tot één jaar. De raadsman heeft aangevoerd dat betrokkene tegen hem heeft verteld wel degelijk open te staan voor het ontvangen van hulpverlening. Hij wil ook graag in gesprek met de behandelaren van [kliniek] . Betrokkene heeft feitelijk een verlenging van zijn gevangenisstraf van twee jaar gehad, zonder dat aan hem de benodigde hulp is geboden. Het mag zo zijn dat er nu over anderhalve maand plek is en dat betrokkene geholpen kan worden, maar dat is betrokkene al eerder beloofd. De druk moet worden opgevoerd voor het Openbaar Ministerie en de hulpverlening. Een verlenging van één jaar kan dit bewerkstelligen.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege brandstichting met levensgevaar.
Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat er aanwijzingen zijn dat betrokkene lijdt aan een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, een stoornis in het alcoholgebruik en een stoornis in cannabisgebruik. Deze stoornissen zijn echter nog niet gespecificeerd, omdat betrokkene nog niet is geplaatst bij [kliniek] en de diagnostische fase nog niet is aangebroken.
Verloop van de maatregel
Betrokkene is nog niet opgenomen bij [kliniek] . Begin december 2024 werd betrokkene overgeplaatst naar een structuurafdeling van de PPC. Daar wordt geobserveerd dat betrokkene veel kritiek en commentaar heeft op medegedetineerden. Er is bovendien sprake van een incident waarbij betrokkene een vuistslag heeft uitgedeeld aan een medegedetineerde. Hij heeft hierbij zelf ook een klap gekregen. Daarna is betrokkene overgeplaatst naar een fase-structuur afdeling, waar het beter lijkt te gaan. Hij ervaart minder prikkels, heeft minder last van onvoorspelbaarheid door anderen wat het risico op agressie vermindert. Op 11 februari 2025 heeft een behandelplanbespreking plaatsgevonden bij PI [verblijfplaats] . Hij kreeg een tijd haldol, maar dit is na langdurige weigering gestopt. Betrokkene heeft geen motivatie voor therapie en brengt veel tijd alleen op cel door.
Betrokkene wacht al lang op plaatsing bij [kliniek] . Hij gebruikt geen antipsychotica op dit moment en wil dit ook niet. Betrokkene geeft in het gesprek met de behandelaar op 7 februari 2025 aan dat hij op dat moment niet met haar wil praten, maar dat hij dit mogelijk wel wil wanneer hij bij [kliniek] is geplaatst.
Recidivegevaar
Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Er zijn nog veel risicofactoren. Betrokkene heeft nog geen behandeling ontvangen waardoor geconcludeerd kan worden dat hier nog geen structurele verandering in is gekomen. Betrokkene heeft nog geen beschermende structuren op kunnen bouwen die toereikend zouden zijn om een terugval in delictgedrag te voorkomen.
Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, de algemene veiligheid van personen dan wel de algemene veiligheid van goederen de verlenging van de maatregel eist.
Verzoek verlenging één jaar
Namens de kliniek is aangegeven dat betrokkene binnen ongeveer anderhalve maand geplaatst zal kunnen worden bij [kliniek] , alwaar dan ook snel zijn behandeling zal worden opgestart. De rechtbank heeft geen reden om hieraan te twijfelen en overweegt op grond hiervan dat de verwachting is dat de behandeling van betrokkene langer dan één jaar in beslag zal nemen. In de jurisprudentie geldt als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is dat behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd moet worden met twee jaar. De rechtbank heeft geen reden om van dat uitgangspunt af te wijken. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom, overeenkomstig de vordering en de adviezen, met twee jaren verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, als voorzitter, mr. M.C. Gerritsen en mr. J.F. van Halderen, als rechters in tegenwoordigheid van mr. E.W.A. Nabbe, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 mei 2025.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.