ECLI:NL:RBGEL:2025:5490

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 mei 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
05/861060-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een verdachte met complexe problematiek en hoog recidivegevaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 mei 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, geboren in 1988, die momenteel verblijft in een forensische psychiatrische kliniek. De verdachte is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf en terbeschikkingstelling, maar na een eerdere omzetting in verpleging zijn de behandelmogelijkheden uitgeput. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een hoog recidivegevaar vertoont, vooral door zijn aanhoudende gerichtheid op seksualiteit, wat tot een nieuw incident heeft geleid. De officier van justitie heeft gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, terwijl de raadsvrouw pleitte voor een verlenging van slechts één jaar, verwijzend naar een patstelling in het behandeltraject. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen reden is om de verlenging te beperken tot één jaar, gezien de complexiteit van de problematiek en het gebrek aan vooruitgang in de behandeling. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, in lijn met de jurisprudentie die stelt dat bij een verwachte langere behandelduur de terbeschikkingstelling in beginsel met twee jaar moet worden verlengd. De beslissing is genomen met het oog op de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/861060-14
Datum uitspraak: 2 mei 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] (Suriname),
thans verblijvende te FPK [de kliniek] (Trajectum) (hierna: de kliniek).
raadsvrouw: mr. A.T. van Vulpen, advocaat te Hilversum.

Procedure

Betrokkene is op 7 april 2015 bij vonnis van de rechtbank te Arnhem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 196 dagen en terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze maatregel is ingegaan op 8 april 2015. Op 21 mei 2021 heeft de rechtbank alsnog de verpleging van overheidswege gelast. De maatregel is het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 28 april 2023.
Bij vordering van 28 februari 2025, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 12 februari 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar;
  • de Pro Justitia-rapportage van 14 januari 2025, opgemaakt door dr. T.W.D.P. van Os (forensisch psychiater);
  • de Pro Justitia rapportage van 20 december 2024, van B. Koustaal, GGZ psycholoog;
  • correspondentie inhoudende de beantwoording van aanvullende vragen van het openbaar ministerie door de kliniek van april 2025;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.

Het onderzoek ter terechtzitting

Ter zitting van 18 april 2025 zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsvrouw;
- de deskundige [naam] , GZ-psycholoog bij [de kliniek] ;
- de officier van justitie, mr. M. Peters.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan.
De raadsvrouw van betrokkene heeft gepleit voor verlenging van de tbs-maatregel met één jaar, nu al enige tijd sprake is van een patstelling als het gaat om het vervolgtraject van betrokkene. Zowel de aangeboden therapieën als de medicatie – waarmee betrokkene inmiddels weer is gestopt – hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. Er is twee jaar geleden gesproken over een tweede behandelpoging en het vinden van een geschikte plek daartoe. Het is echter nog altijd volstrekt onduidelijk of die mogelijkheid er is. Op 1 mei 2025 staat de afspraak met de psychiater gepland voor een second opinion. Die afspraak moet meer duidelijkheid gaan geven over het vervolgtraject. Om te voorkomen dat betrokkene nog langer dan nodig in dezelfde situatie blijft zitten, wordt verzocht de maatregel te verlengen met één jaar. Daarbij is betrokkene onlangs overgeplaatst naar een andere afdeling ( [afdeling] ), waar het goed met hem lijkt te gaan en waar hij zich meer openstelt. Betrokkene wil werken aan zijn problematiek.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege het meermaals plegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Betrokkene heeft twee slachtoffers gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen
.
Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat betrokkene is gediagnosticeerd met een licht verstandelijke beperking en een autismespectrumstoornis (ASS). Er is verder sprake van onrijpe en gestagneerde persoonlijkheidsontwikkeling, wat zich uit in een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Tevens is er sprake van een transvestiestoornis met autogynefilie en een ander gespecificeerde parafiele stoornis, bestaande uit een seksuele preoccupatie waarbij betrokkene zich aangetrokken voelt tot post puberale dan wel adolescente jongens die jong ogen (efebofilie).
Deze stoornissen zijn nog altijd aanwezig. Daarbij merkt de rechtbank op dat de psychiater en de psycholoog blijkens de Pro Justitia-rapportage (van 14 januari 2025) niet komen tot een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis.
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft sinds mei 2021 bij FPK ‘ [de kliniek] ’ in het kader van het bevel verpleging . Reden voor omzetting van de maatregel, was dat betrokkene zich meermaals niet aan de behandelafspraken had gehouden. De tbs met voorwaarden bleek onvoldoende om betrokkene op een veilige wijze te behandelen en te resocialiseren. Sinds de omzetting van de voorwaarden in verpleging, is opnieuw gekeken naar reeds gelopen behandeltrajecten en therapieën. De risico’s zijn echter blijvend aanwezig en de kliniek stelt dat zij geen behandelmogelijkheden meer ziet voor verdere resocialisatie. Betrokkene heeft in de kliniek onder meer diverse therapieën en modules gevolgd ten aanzien van (gezonde) seksualiteit. Te denken valt aan de seksuele educatie, seksuele anamnese, delictketengesprekken en betrokkene volgde psychotherapie om zijn genderidentiteit nader te onderzoeken. Hoewel dit inzicht heeft gegeven in de functie en beleving van betrokkenes seksualiteit, heeft dit niet geleid tot geïnternaliseerde gedragsverandering en blijft betrokkenes gerichtheid op seksualiteit onverminderd bestaan.
Zorgconferentie
Op 16 januari 2024 heeft een intercollegiaal overleg (zorgconferentie) plaatsgevonden. Van daaruit werd geadviseerd om alsnog naar de inzet van medicatie te kijken. Betrokkene begreep dit enerzijds wel, maar was bang voor de bijwerkingen en dat de medicatie hem een ander persoon zou maken. Er is gestart met medicatie (fluoxetine) vanaf april 2024. Dit heeft echter niet geleid tot nieuwe aangrijpingspunten voor verdere behandeling, laat staan ruimte gegeven tot geïnternaliseerde gedragsverandering. Betrokkenes gerichtheid op seksualiteit is onverminderd blijven bestaan. Betrokkene gaf aan weinig effect te merken en weigerde een alternatief te proberen.
Incident
Dat blijkt ook uit een incident in juli 2024. Een medepatiënt vertelde dat hij, met zijn goedvinden, seksueel contact had gehad met betrokkene, ergens in de wasruimte van hun afdeling. In eerste instantie wilde betrokkene daar niet over praten. Later gaf hij aan de bewuste medepatiënt wel leuk te vinden en zin te hebben gehad in seks met hem. Hij is toen overgeplaatst naar de huidige afdeling [afdeling] . Omdat de medicatie met fluoxetine niet het gewenste effect had, is deze weer stopgezet in oktober 2024.
Na deze overplaatsing is het programma van betrokkene hervat en er hebben gesprekken
plaatsgevonden om de overplaatsing te verduidelijken. De afspraken rondom seksualiteit zijn na het incident aangescherpt om zo de contacten van betrokkene beter te kunnen controleren en opvolgen. De afgelopen maanden zijn de gesprekken rondom seksualiteit opnieuw opgestart met betrokkene, wat de aankomende periode de aandacht zal hebben. Tegelijkertijd wordt er gekoerst op een overplaatsing naar een andere kliniek voor een tweede behandelpoging.
Voortgang van de behandeling
De kliniek beschrijft dat er geen verbetering is opgetreden in het gedrag en/of de behandelmogelijkheden van betrokkene, ondanks de opgevolgde adviezen vanuit het intercollegiaal overleg op 16 januari 2024. Verder overleg met Divisie Individuele Zaken
(DIZ) over betrokkenes casus moet uitwijzen of er elders mogelijkheden gezien worden voor een tweede behandelpoging binnen het kader van tbs met dwangverpleging of dat betrokkene wordt aangemeld voor de longcare dan wel longstay. Gezien de lange behandelgeschiedenis, de zeer beperkte behandelvoortgang en het nog altijd hoge risicoprofiel, stelt de kliniek dat betrokkene formeel recht op heeft op de tweede behandelpoging. Het is echter de vraag in hoeverre dit haalbaar is, nu andere klinieken bij de zorgconferentie hebben aangegeven dat “de begeleidingsintensiteit bij Trajectum, locatie Boschoord dermate hoog ligt dat deze nauwelijks kan worden geëvenaard door andere klinieken. Betrokkene heeft deze begeleiding echter wel nodig." De kliniek heeft nu, mede op aangeven van beide NIFP-rapporteurs en de bevindingen van de zorgconferentie, aangegeven het medicamenteuze traject verder te willen onderzoeken. Op 1 mei 2025 staat een afspraak gepland met psychiater Troelstra van de Van der Hoeven-kliniek, die gespecialiseerd in medicamenteuze behandeling van patiënten met seksuele problematiek. Het gaat daarbij niet per se om hormonale libidoremmende medicatie, maar op medicatie die de scherpste kantjes afslijpt van betrokkenes focus op seksualiteit. Als hij niet voortdurend daarop gericht is, kan de begeleidingsintensiteit omlaag en kan betrokkene wellicht wel worden overgenomen door andere klinieken voor een tweede behandelpoging.
Er hebben het afgelopen halfjaar geen verloven plaatsgevonden in verband met het verlopen
van de verlofmarge. De deskundige heeft ter zitting toegelicht dat dit het gevolg is geweest van een miscommunicatie rondom de evaluatie van het verlof. Het verlof van betrokkene is intern opnieuw besproken. Geadviseerd werd om de second opinion omtrent de tweede behandelpoging af te wachten, nu die mogelijk van invloed gaat zijn op toekomstige verloven. Dit advies is opgevolgd.
Recidivegevaar
De kliniek geeft aan dat sprake is van een hoog risico op recidive, ondanks langdurige en intensieve behandeling van betrokkene. Ook in de intensief begeleide behandelcontext van de kliniek valt betrokkene terug in delictgerelateerd gedrag. Betrokkene functioneert stabiel
binnen een sterk en streng gereguleerde en gecontroleerde context. Ook dan blijft het een kwetsbaar evenwicht, waarbij betrokkenes gerichtheid op relaties en seksualiteit onverminderd blijft bestaan. Dit alles schetst de nog aanwezige risico's en behandeldoelen die verdere behandeling vereisen. Het behandelplafond binnen de FPK is echter bereikt, gezien de geringe leerbaarheid en het gebrek aan probleembesef en -inzicht. Het schetst daarmee eveneens de complexiteit en hardnekkigheid van de problematiek van betrokkene. Dit vraagt om voortdurend toezicht, controle en een strak en zorgvuldig vormgegeven en getoetst risicomanagement.
Conclusie
Uit de adviezen en de ter terechtzitting door de deskundige gegeven toelichting daarop, blijkt dat het behandelplafond is bereikt. Duidelijk is dat betrokkene altijd afhankelijk zal zijn van toezicht, controle en een strak gereguleerd kader van zorg en begeleiding om het recidiverisico op een aanvaardbaar niveau te houden. De rechtbank acht het positief dat betrokkene zowel bij het behandelteam als ter zitting heeft aangegeven zich opnieuw te willen inzetten voor de behandeling bij [afdeling] . Deze voorzichtig positieve signalen, moeten echter nog bestendigen. Ter zitting heeft de deskundige toegelicht dat de komende periode zal worden onderzocht in hoeverre een tweede behandelpoging tot de mogelijkheden behoort waaraan een aanvullend onderzoek naar de mogelijkheid van medicamenteuze behandeling voorafgaat. De deskundige heeft daarbij aangegeven dat sprake is van een complexe situatie, waarbij het niet de verwachting is dat er binnen één jaar al voldoende duidelijkheid is over het vervolgtraject.
In de jurisprudentie geldt als uitgangspunt dat wanneer aannemelijk is dat behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd moet worden met twee jaar. Verlenging met één jaar, zoals door de raadsvrouw bepleit, acht de rechtbank niet in lijn met de gedachte achter deze jurisprudentie. Daarbij speelt ook een rol dat een mogelijke medicamenteuze behandeling, naar de ervaring leert, de nodige tijd vergt van uitvoering en evaluatie, hetgeen eens te meer geldt voor het traject dat nu kennelijk wordt ingeslagen.
Op grond van het voorgaande, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het advies, met twee jaren verlengen.
De beslissing
De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van
[verdachte]
met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, als voorzitter, mr. R.P.W. van de Meerakker en mr. R.D. Leen, als rechters in tegenwoordigheid van mr. H. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 mei 2025
Mr. Leen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.