Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] en [eiseres], uit [plaats], eisers
het dagelijks Bestuur Omgevingsdienst Rivierenland, de ODR
Als derde-partijen nemen aan de zaak deel: [derde-partij 1] uit [plaats] [derde-partij 2] en [derde-partij 3] uit [plaats].
Samenvatting
e-mailadres openbaar te maken. Eisers zijn het hier niet mee eens en voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of de ODR kon weigeren om de extensie van een e-mailadres openbaar te maken.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
1 mei 2022. Dat betekent dat in dit beroep de Woo van toepassing is.
4.1. De ODR stelt zich op het standpunt dat terecht is geweigerd de extensie van het
e-mailadres openbaar te maken. Het enkel openbaar maken van de extensie leidt rechtstreeks tot een inbreuk van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van één van de personen binnen de families. De extensies van de overige familieleden zijn namelijk anders en bij eisers zijn de individuele e-mailadressen bekend. Deze feiten leiden ertoe dat openbaarmaking van enkel de extensie van het onderhavige e-mailadres automatisch te herleiden is tot één van de personen binnen de families. De persoon in kwestie is met openbaarmaking van enkel de extensie te identificeren voor eisers, waardoor de ODR zijn/haar privacybelang zwaarder laat wegen dan het belang van openbaarmaking. Gezien het jarenlange burenconflict en het belang van een veilige fysieke leefomgeving van de persoon in kwestie is de ODR van oordeel dat kon worden besloten de extensie niet openbaar te maken.
e-mailbericht heeft verzonden. In die zin is het een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Bovendien wordt met het openbaar maken van de extensie slechts duidelijk wie van de derde-belanghebbenden het e-mailbericht heeft verzonden. Dat dit e-mailbericht door één van de derde-belanghebbenden is verzonden is al duidelijk nu de inhoud van het
e-mailbericht al openbaar is, inclusief de ondertekening. Ook dit levert derhalve slechts een beperkte inbreuk van de persoonlijke levenssfeer op. Omdat verweerder nu voor de tweede keer er niet in is geslaagd om de weigering voldoende te motiveren ziet de rechtbank aanleiding om zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat de extensie van het e-mailadres openbaar moet worden gemaakt. De rechtbank draagt de ODR op de extensie van het
e-mailadres openbaar te maken zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak. Dit geeft belanghebbenden de gelegenheid om, als zij dat willen, een voorlopige voorziening aan te vragen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.L. Janssen, griffier. Uitgesproken in het openbaar op: