ECLI:NL:RBGEL:2025:5594

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
06.580307.06
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met één jaar in afwachting van een NAH++ voorziening

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 20 juni 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die in 2011 was veroordeeld voor doodslag en brandstichting. De officier van justitie had op 14 mei 2025 verzocht om verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar, omdat er nog geen geschikte uitstroomplek voor betrokkene beschikbaar was. Betrokkene verblijft sinds zijn veroordeling in de Van Mesdagkliniek en heeft te maken met ernstige niet aangeboren hersenletsel (NAH) en andere psychische problemen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er nog steeds geen NAH++ voorziening is gerealiseerd, ondanks eerdere toezeggingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is bij beëindiging van de maatregel, maar dat de noodzaak voor een passende uitstroomplek steeds groter wordt. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen, in plaats van de gevraagde twee jaar, om te voorkomen dat betrokkene de kans op plaatsing in een toekomstige NAH++ voorziening misloopt. Tevens heeft de rechtbank de officier van justitie opgedragen om informatie in te winnen over de voortgang van de totstandkoming van deze voorziening.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 06.580307.06
Datum (mondelinge) uitspraak: 20 juni 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

geboren op [geboortedatum] 1957 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] (hierna: kliniek).
raadsman: mr. M.J. Jansma, advocaat te Kampen.

Procedure

Betrokkene is op 1 juni 2011 bij arrest van het gerechtshof Arnhem veroordeeld vanwege de
misdrijven doodslag en - kort gezegd - brandstichting, terwijl het feit iemands dood ten gevolge had, tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van
overheidswege (hierna: maatregel). De maatregel is ingegaan op 16 juni 2011 en het laatst
verlengd bij beslissing van de rechtbank van 22 juli 2024.
Bij vordering van 14 mei 2025, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 24 maart 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.
Ter zitting van 20 juni 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene, met behulp van een videoverbinding;
  • zijn raadsman mr. M.J. Jansma;
  • de deskundige M. Meulenbeek, klinisch psycholoog en regiebehandelaar, met behulp van een videoverbinding en;
  • de officier van justitie, mr. G. Steegs.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. De officier van justitie heeft opgemerkt dat er wordt gezocht naar een geschikte uitstroomplaats voor betrokkene, maar dat deze plek er nog niet is. Tot deze voorziening is gerealiseerd lijkt de huidige verblijfplaats de meest passende plek voor betrokkene. De officier van justitie heeft de hoop uitgesproken dat de druk blijft bestaan om een NAH++-voorziening op te richten – de voorziening die voor betrokkene het meest passend zou zijn.
De raadsman van betrokkene heeft zich gerefereerd ten aanzien van de verlenging van de maatregel, maar heeft gepleit voor een beperking van de verlenging tot één jaar. De raadsman heeft aangevoerd dat het op dit moment de bedoeling is dat een NAH++ instelling in Wolfheze wordt gerealiseerd met ruimte voor 16 personen. Een verlenging van de maatregel met twee jaar zou een voortvarende uitstroom eventueel kunnen bemoeilijken en ervoor kunnen zorgen dat betrokkene ten aanzien van plaatsing in deze voorziening, de boot mist.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege de misdrijven doodslag en - kort gezegd -
brandstichting, terwijl het feit iemands dood ten gevolge had.
Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf gericht tegen of
gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer
perso(o)n(en). De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat bij betrokkene sprake is van een cognitieve stoornis
ten gevolge van een ongeluk op 15-jarige leeftijd, met als gevolg ernstig niet aangeboren
hersenletsel (NAH). Vanuit dat niet aangeboren hersenletsel is tevens sprake van een
persoonlijkheidsverandering en psychotische ontregeling. De stoornissen zijn nog altijd
aanwezig.
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft sinds 2011 in de Van Mesdagkliniek op een afdeling voor Zeer Intensieve en Specialistische Zorg. Betrokkene functioneert redelijk binnen de huidige setting. Te veel prikkels kunnen er echter voor zorgen dat betrokkene binnen korte tijd overgaat naar dreigend en/of (verbaal) agressief gedrag. Op de huidige plek kent het team betrokkene goed. Er wordt voortdurend een inschatting gemaakt van het toestandsbeeld van betrokkene en zijn dagprogramma wordt hierop aangepast. Het team ziet dan wanneer er een ontregeling van het toestandsbeeld is en de kans op agressie toeneemt. Gezien de forse en complexe problematiek van betrokkene werd begin 2015 een second opinion aangevraagd bij het Centrum voor Neuropsychiatrie (CNP). Naar aanleiding hiervan zijn de afgelopen jaren meerdere interventies ingezet en gaandeweg verbeterde het toestandsbeeld van betrokkene. De verwachting is nu wel dat het behandelplafond en het maximale niveau van functioneren bereikt is.
Lichamelijk gaat betrokkene steeds sneller achteruit. Betrokkene heeft steeds meer problemen met zijn conditie en evenwicht. Tijdens de verloven maakt betrokkene daarom gebruik van een rolstoel. De lichamelijke achteruitgang van betrokkene is onderwerp van gesprek tussen de behandelend psychiater en de huisarts. Bij het behandelteam is er extra aandacht voor de lichamelijke conditie van betrokkene.
Zijn verlofkader is recent gewijzigd naar enkel begeleid verlof in de directe omgeving van de kliniek. Voor de overige verloven geldt dat deze dubbel begeleid plaatsvinden.
Er wordt op dit moment gekeken naar een passende uitstroomvoorziening, waarbij de focus ligt op het niet aangeboren hersenletsel. Een dergelijke NAH++ voorziening bestaat echter nog steeds niet. De deskundige heeft ter zitting toegelicht dat er al langer wordt gesproken over het realiseren van een dergelijke voorziening, maar dat er nog weinig concreet is. De oplevering in 2024 is niet gerealiseerd. De deskundige heeft de casus van betrokkene wel aangebracht bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zodat betrokkene in beeld blijft voor plaatsing bij een dergelijke voorziening.
In afwachting van de uitstroom naar een NAH++ voorziening wordt gekeken of betrokkene geplaatst kan worden bij de doorstroomplaats de Hoornse Plas van de kliniek. Dit betreft een gestructureerde behandelunit met een laag EE-klimaat en een lage behandeldruk voor patiënten met primair een psychotische kwetsbaarheid en/of een laag niveau van intellectueel en/of sociaal emotioneel functioneren, waar met name op gedragsmatige wijze aan delictgerelateerde behandeling gewerkt wordt. Het is echter de vraag of er bij deze behandelunit genoeg zorg is voor de mentale en de steeds meer opkomende fysieke klachten van betrokkene, aldus de deskundige ter zitting.
Totdat een vervolgvoorziening is gevonden waar betrokkene terecht kan blijft het doel van het behandelteam om betrokkene stabiel te houden en waar mogelijk de kwaliteit van leven te vergroten om betrokkene daarmee een zo humaan mogelijk bestaan binnen de mogelijkheden van de kliniek te bieden.
Recidivegevaar
Het recidiverisico is in geval van beëindiging van de maatregel hoog.
Omdat er nog geen geschikte vervolgvoorziening (gerealiseerd) is, blijft de terbeschikkingstelling met dwangverpleging vooralsnog het aangewezen kader waarbinnen de maatschappij tegen betrokkene dient te worden beschermd. Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Uit het advies en de ter terechtzitting door de deskundige gegeven toelichting daarop blijkt
dat het behandelplafond van betrokkene is bereikt. Gezien zijn lichamelijke achteruitgang wordt de noodzaak van plaatsing op een passende uitstroomplek steeds groter. Met de komst van een NAH++ voorziening zou betrokkene een passende verblijfplaats kunnen krijgen waar hij de laatste fase van zijn leven kan doorbrengen op een plek met voldoende zorg, structuur en toezicht. Er is echter nog steeds onvoldoende duidelijkheid over de komst van deze NAH++ voorziening, waardoor betrokkene vooralsnog zal blijven op zijn huidige plek.
De rechtbank is van oordeel dat met onvoldoende zekerheid te zeggen is dat de komst van een NAH++ voorziening (nog) twee jaren zal duren. De rechtbank wil voorkomen dat betrokkene door verlenging van de tbs-maatregel met twee jaren de kans misloopt op plaatsing in deze nog te realiseren voorziening. De rechtbank zal de tbs-maatregel om die reden verlengen met één jaar. De rechtbank wenst geïnformeerd te worden over de totstandkoming van deze voorziening waar nu al jaren over gesproken wordt en beveelt de officier van justitie informatie in te winnen bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid over de totstandkoming hiervan voorafgaande aan de volgende verlengingszitting, opdat de rechtbank dan geïnformeerd is over de stand van zaken.
Op grond van het voorgaande en omdat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene
veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist, zal de rechtbank de
terbeschikkingstelling met één jaar verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
1 (één) jaar;
beveeltde officier van justitie informatie te verschaffen over de stand van zaken rond de totstandkoming van een NAH++-voorziening voorafgaande aan de volgende verlengingszitting.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.C. Leemreize, als voorzitter, mr. W. Bruins en mr. I. de Bruin, als rechters in tegenwoordigheid van mr. V. Buscop, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 juni 2025.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.