ECLI:NL:RBGEL:2025:5628

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
11670155
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en billijke vergoeding in arbeidsrechtelijke geschil

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 15 juli 2025, staat de geldigheid van een ontslag op staande voet centraal. De verzoeker, [verzoeker], heeft een kort tijdelijk dienstverband bij Bureau Elastiek B.V. en is op 31 maart 2025 ontslagen. De kantonrechter moet beoordelen of dit ontslag rechtsgeldig was en of de verzoeker recht heeft op een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een vergoeding voor onregelmatige opzegging. De kantonrechter concludeert dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag. De kantonrechter oordeelt dat Bureau Elastiek ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en kent de verzoeker een billijke vergoeding toe van € 13.160,17, evenals een vergoeding voor onregelmatige opzegging van € 2.632,04 en een transitievergoeding van € 146,22. Daarnaast wordt Bureau Elastiek veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente over de toegewezen bedragen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij ontslagprocedures en de rechten van werknemers in geval van onterecht ontslag.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 11670155 \ HA VERZ 25-29
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 11 juli 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats],
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: mr. E.M. de Moor en mr. A.S. Van Woudenberg
tegen
BUREAU ELASTIEK B.V.,
te Nijmegen,
verwerende partij,
hierna te noemen: Bureau Elastiek,
gemachtigde: mr. S.J. Snellenburg.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Nijmegen.
De zaak wordt behandeld door mr. W. van der Boon, kantonrechter, bijgestaan door mr. E.C.M. Stapelbroek als griffier.
Aanwezig zijn:
- mevrouw [verzoeker]
- mw. mr. A.S. Van Woudenberg
- mw. mr. E.M. De Moor
- stiefvader de heer [naam 1]
- [naam 2] (eigenaar)
- [naam 3]
- mw. mr. S.J. Snellenburg
Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de kantonrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.

1.De beoordeling

1.1.
Het gaat in deze zaak voornamelijk om de vraag of aan [verzoeker] een billijke vergoeding moet worden toegekend en of Bureau Elastiek moet worden veroordeeld tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, een transitievergoeding en een vergoeding voor de advocaatkosten. Het antwoord op die vragen hangt af van de vraag hoe en wanneer de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] is geëindigd. Dat die arbeidsovereenkomst is geëindigd, is tussen partijen niet in geschil.
Ontslag op 28 of 31 maart 2025?
1.2.
Partijen verschillen allereerst van mening over de vraag of de arbeidsovereenkomst is opgezegd op 28 of 31 maart 2025. [verzoeker] stelt dat de arbeidsovereenkomst is opgezegd op 28 maart 2025, maar dat is door Bureau Elastiek gemotiveerd betwist. Omdat de standpunten zo uiteen lopen kan de kantonrechter niet vaststellen of de arbeidsovereenkomst is geëindigd op 28 maart 2025. Wat de kantonrechter wel kan vaststellen, is dat op 31 maart 2025 door de heer [naam 2] namens Bureau Elastiek onomwonden is gezegd dat [verzoeker] op staande voet is ontslagen. Ter zitting is bevestigd dat de redenen van de opzegging de redenen zijn die zijn opgesomd in het WhatsApp-bericht van 30 maart 2025 van 22:53:56 uur. Hoewel namens Bureau Elastiek is aangevoerd dat het ontslag als het ware aan haar is opgedrongen wordt daaraan geen concreet rechtsgevolg verbonden, zodat de kantonrechter vaststelt dat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] op 31 maart 2025 met onmiddellijke ingang is opgezegd: een ontslag op staande voet dus.
Geldig ontslag op staande voet?
1.3.
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is, dat wil zeggen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen.
1.4.
De kantonrechter is van oordeel dat is komen vast te staan dat [verzoeker] op 31 maart 2025 op staande voet is ontslagen. Op 30 maart 2025 heeft Bureau Elastiek de redenen van het ontslag via WhatsApp aan haar medegedeeld. De heer [naam 2] stuurt om 22:53:56 uur een bericht waarin staat dat [verzoeker] is ontslagen wegens (i) het niet nakomen van de afgesproken werkzaamheden, (ii) het vroegtijdig verlaten van het werk en (iii) het te laat verschijnen op het werk.
1.5.
Hoewel het best zo zou kunnen zijn dat Bureau Elastiek terechte kritiek had op het functioneren van [verzoeker], rechtvaardigen die gedragen echter niet dat in deze zaak sprake is van een geldig ontslag op staande voet. Bureau Elastiek heeft een te zwaar middel ingezet, omdat zij ook ervoor had kunnen kiezen om (bijvoorbeeld) [verzoeker] op non-actief te stellen, loon in te houden over momenten die niet gewerkt zijn, een waarschuwing te geven of desnoods een verzoek in te dienen bij de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Nu geen sprake is van een dringende reden is geen sprake van een rechtsgeldig ontslag.
Billijke vergoeding
1.6.
[verzoeker] heeft er niet voor gekozen het ontslag op staande voet te vernietigen, maar zij verzoekt om een billijke vergoeding. Het ongeldige ontslag op staande voet heeft tot gevolg dat Bureau Elastiek ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en daarom heeft [verzoeker] recht op een billijke vergoeding. [1]
1.7.
Volgens de New Hairstyle-beschikking van de Hoge Raad kan bij het vaststellen van de billijke vergoeding onder meer worden gelet op het loon dat de werknemer zou hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd. Het zal daarbij van de omstandigheden van het geval afhangen welke verdere duur van de arbeidsovereenkomst daarbij in acht moet worden genomen. Daarbij is mede van belang of de werkgever de arbeidsovereenkomst ook op rechtmatige wijze had kunnen beëindigen en op welke termijn dit had mogen gebeuren en vermoedelijk zou zijn gebeurd. Bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding moet bovendien de eventueel aan de werknemer toekomende vergoeding wegens onregelmatige opzegging worden betrokken.
1.8.
[verzoeker] heeft verzocht om toekenning van een billijke vergoeding van € 41.854,43, bestaande uit een jaarsalaris en € 10.000,00 immateriële schadevergoeding. Bureau Elastiek heeft daartegen verweer gevoerd en aangevoerd dat onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van immateriële schade en heeft aangevoerd dat de arbeidsovereenkomst – als geen ontslag op staande voet zou zijn gegeven – sowieso vroegtijdig zou zijn beëindigd, omdat dan een ontbindingsverzoek zou zijn ingediend.
1.9.
De kantonrechter volgt Bureau Elastiek deels in haar verweer. [verzoeker] heeft onvoldoende onderbouwd dat zij immateriële schade heeft geleden, zodat dat gedeelte van de gevorderde vergoeding zal worden afgewezen. Ook ligt niet in de rede dat [verzoeker] nog een jaar in dienst zou zijn gebleven, omdat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op 30 september 2025 zou eindigen en – gelet op de kritiek die Bureau Elastiek had op haar functioneren – vindt de kantonrechter het niet aannemelijk dat de arbeidsovereenkomst daarna zou zijn verlengd. Daar tegenover staat echter dat de kans klein is dat een ontbindingsverzoek zou zijn toegewezen.
1.10.
Ter zitting is gebleken dat Bureau Elastiek tot en met maart 2025 het salaris heeft betaald. De kantonrechter zal daarom als uitgangspunt nemen dat de schade van [verzoeker] gelijk is aan het resterende salaris van april tot en met september 2025. [verzoeker] heeft aangevoerd dat zij over de maanden april tot en met september 2025 recht zou hebben gehad op een bedrag van € 15.792,21 bruto en dat bedrag is niet door Bureau Elastiek weersproken. Het totaal zal worden verminderd met de hierna toe te kennen vergoeding voor onregelmatige opzegging van € 2.632,04 bruto. Omdat niet is gebleken dat [verzoeker] een betaalde baan heeft, zal geen rekening worden gehouden met eventuele vervangende inkomsten.
1.11.
Bureau Elastiek zal dus worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 13.160,17 bruto. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking.
Vergoeding wegens onregelmatige opzegging
1.12.
Ook de gevorderde vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden toegewezen, omdat is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt. [2] De vergoeding is gelijk aan het bedrag van het loon over de periode dat het dienstverband vanaf 31 maart 2025 bij regelmatige opzegging had voortgeduurd. Gelet op het tussentijds opzegbeding uit de arbeidsovereenkomst zou het dienstverband in dat geval zijn geëindigd op 30 april 2025. Inclusief vakantiebijslag zou [verzoeker] over die periode een bedrag hebben ontvangen van € 2.632,04 bruto. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen zoals verzocht vanaf 28 april 2025.
Transitievergoeding
1.13.
Het verzoek om Bureau Elastiek te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt eveneens toegewezen. De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, omdat daarvoor geen dringende reden aanwezig was. Een dringende reden valt niet zonder meer samen met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werknemer. Maar bij gebreke van een dringende reden en gelet op de vaststelling dat Bureau Elastiek ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, valt niet in te zien dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg zou zijn van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker]. Dat betekent dat de transitievergoeding verschuldigd is. [3] Bureau Elastiek wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, die naar het oordeel van de kantonrechter € 146,22 bedraagt. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 28 april 2025.
Eindafrekening
1.14.
Ter zitting heeft [verzoeker] haar verzoek vermeerderd door te verzoeken dat Bureau Elastiek een normale eindafrekening betaalt, te vermeerderen met wettelijke rente en wettelijke verhoging. Niet weersproken is dat [verzoeker] aanspraak kan maken op een normale eindafrekening, zodat dit verzoek wordt toegewezen. Omdat pas ter zitting is verzocht om de eindafrekening, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf veertien dagen na de datum van deze beschikking. De kantonrechter ziet aanleiding om de wettelijke verhoging te matigen tot nihil.
Loonstroken en bruto/netto specificaties
1.15.
Niet is betwist dat Bureau Elastiek loonstroken tot en met maart 2025 heeft verstrekt, zodat het verzoek tot verstrekking daarvan wordt afgewezen. Wel wordt Bureau Elastiek veroordeeld tot verstrekken van deugdelijke bruto/netto specificaties van de bedragen die in het kader van deze beschikking moeten worden betaald aan [verzoeker]. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen, omdat de kantonrechter geen aanleiding heeft om te twijfelen dat de specificaties op korte termijn worden verstrekt.
Proceskosten
1.16.
[verzoeker] vordert vergoeding van de daadwerkelijke proceskosten en voert daarvoor aan dat sprake is van misbruik van recht of schending van goed werkgeverschap. Van een veroordeling in de daadwerkelijke proceskosten kan alleen sprake zijn als Bureau Elastiek misbruik van procesrecht heeft gemaakt of zodanig grensoverschrijdend heeft gehandeld dat sprake is van slecht werkgeverschap dat verdergaat dan ernstig verwijtbaar handelen. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen/slecht werkgeverschap in dit kader past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede wordt gewaarborgd door artikel 6 EVRM. De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen of zodanig handelen in strijd met goed werkgeverschap dat sprake moet zijn van een vergoeding anders dan een ‘normale’ proceskostenveroordeling. De onjuiste handelwijzen van Bureau Elastiek zijn naar het oordeel van de kantonrechter voldoende verdisconteerd in de billijke vergoeding. Gelet daarop wordt Bureau Elastiek weliswaar in de proceskosten veroordeeld, maar slechts conform het liquidatietarief.
1.17.
De proceskosten komen voor rekening van Bureau Elastiek, omdat Bureau Elastiek overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 1.681,00 (€ 732,00 aan griffierecht, € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.
1.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

2.De beslissing

De kantonrechter
2.1.
veroordeelt Bureau Elastiek om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van € 13.160,17 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking, tot aan de dag van de gehele betaling,
2.2.
veroordeelt Bureau Elastiek om aan [verzoeker] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 2.632,04 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 april 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
2.3.
veroordeelt Bureau Elastiek om aan [verzoeker] een transitievergoeding te betalen van € 146,22 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 april 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
2.4.
veroordeelt Bureau Elastiek om aan [verzoeker] een normale eindafrekening te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking tot aan de dag van de gehele betaling,
2.5.
veroordeelt Bureau Elastiek om aan [verzoeker] binnen veertien dagen na vandaag deugdelijke bruto/netto specificaties te verstrekken van de bedragen die hiervoor in randnummers 2.1 tot en met 2.4 zijn toegekend,
2.6.
veroordeelt Bureau Elastiek in de proceskosten van € 1.681,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Bureau Elastiek niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
2.7.
veroordeelt Bureau Elastiek tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
2.8.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [4] ,
2.9.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. van der Boon en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. W. van der Boon en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.

Voetnoten

2.Artikel 7:672 lid 11 BW.
3.Artikel 7:673 lid 1 BW.
4.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.