ECLI:NL:RBGEL:2025:5777

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
C/05/453036 / JE RK 25-633
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 24 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland een beschikking gegeven in de zaak van Jeugdbescherming Gelderland, betreffende een minderjarige die onder voogdij staat van de GI. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp op basis van een spoedmachtiging en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De minderjarige heeft aangegeven dat hij de gesloten plaatsing nodig heeft om af te kicken van zijn drugsverslaving en om zijn leven weer op de rit te krijgen. De kinderrechter heeft de machtiging beperkt tot drie maanden, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen in september 2025. De GI is verzocht om voor die tijd een update te geven over de stand van zaken rondom de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/453036 / JE RK 25-633
Datum uitspraak: 24 juni 2025
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Gelderland,, gevestigd te Arnhem,
hierna te noemen de GI,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat mr. W. van de Velde te Lent.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 17 juni 2025;
- de instemmende verklaringen van de gedragswetenschapper van 17 en 23 juni 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 juni 2025. Daarbij waren aanwezig:
- [de minderjarige] met zijn advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI.

2.De feiten

2.1.
[de minderjarige] staat onder voogdij van de GI.
2.2.
[de minderjarige] verblijft op dit moment in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp op basis van een spoedmachtiging. [de minderjarige] heeft daarnaast geen bekende woon- of verblijfplaats.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 17 juni 2025 een spoedmachtiging verleend om [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 15 juli 2025. Het verzoek van de GI om aansluitend een machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden, is door de kinderrechter aangehouden.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging te verlenen om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van zes maanden.

4.Het standpunt van [de minderjarige]

is het eens met de machtiging gesloten plaatsing, maar wil dat deze voor kortere duur wordt verleend. Hij heeft naar eigen zeggen een fijne groep en wil een periode van drie maanden gebruiken om af te kicken van zijn drugsverslaving. Daarna wil hij of bij zijn vader wonen of ergens anders in [plaats] , de woonvorm maakt hem daarbij niet uit.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [1]
5.2.
[de minderjarige] verbleef tot voor kort bij ‘Kulein’, een organisatie voor kleinschalig begeleid wonen. [de minderjarige] zou doorstromen naar de [kliniek] voor een verslavingsbehandeling, maar die overstap is niet doorgegaan. Aanvankelijk was [de minderjarige] gemotiveerd voor de behandeling bij [kliniek] , maar op het laatste moment zag hij er toch van af. Hetzelfde geldt voor een geschikte woning die de GI hem aanreikte in de buurt van [plaats] ; ook die heeft [de minderjarige] op het laatste moment alsnog afgewezen. De zorgen over [de minderjarige] zijn fors. Het verleden van [de minderjarige] is turbulent verlopen; [de minderjarige] heeft erg veel meegemaakt, maar wil daarover niet altijd in gesprek. Hij kampt met een (hard)drugsverslaving, heeft op dit moment geen vaste woon- of verblijfsplaats en geen dagbesteding en heeft tot op heden weinig opengestaan voor behandeling of therapie. De motivatie om af te kicken en zijn leven alsnog op de rit te krijgen heeft [de minderjarige] nu, naar eigen zeggen, opnieuw gevonden. Hij vindt dat hij de gesloten kaders nodig heeft om af te kunnen kicken. Het drugsgebruik belemmert hem in het verder vormgeven van zijn leven; zo wil [de minderjarige] een BBL opleiding voor vrachtwagenchauffeur gaan volgen. Tijdens de zitting geeft [de minderjarige] aan dat hij nu wel enige bereidheid voelt om hulpverlening aan te gaan, maar dat voor hem afkicken belangrijker is, alsmede het vinden van werk zodat hij zijn NS-boetes kan afbetalen.
5.3.
De kinderrechter vindt het belangrijk dat [de minderjarige] zijn motivatie vasthoudt en zicht houdt op een einde aan de gesloten plaatsing, zoals hij graag wil. De vraag is echter of drie maanden genoeg zal zijn om de doelen van [de minderjarige] te behalen, zoals het afkicken, het vinden van werk en met name het vinden van een geschikte woonplaats. [de minderjarige] is specifiek in zijn wens om in [plaats] te wonen, maar daar is voorheen geen geschikte plek gevonden. Volgens [de minderjarige] kan de zoektocht worden uitgebreid naar andere woonvormen, zoals gezinshuizen. De GI heeft aangegeven opnieuw te zullen gaan zoeken voor [de minderjarige] . Omdat de kinderrechter [de minderjarige] gemotiveerd wil houden, maar de ontwikkelingen van de komende maanden zullen moeten worden afgewacht, zal de kinderrechter de verzochte machtiging in duur beperken tot drie maanden en het verzoek van de GI voor het overige aanhouden. Dat betekent dat over drie maanden opnieuw wordt bekeken hoe het met [de minderjarige] gaat en of de gesloten plaatsing nog noodzakelijk is. Aan de GI wordt verzocht om voorafgaand aan die zitting een update te geven over de actuele stand van zaken rondom [de minderjarige] en een actuele instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper over te leggen.
5.4.
Omdat de voogdij over [de minderjarige] bij de GI berust, is een ondertoezichtstelling van [de minderjarige] niet vereist. [2]
5.5.
De kinderrechter machtigt hierbij de GI om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden, waarbij het verzoek voor het overige wordt aangehouden tot een nader te bepalen zitting in de eerste helft van de maand september 2025, bij voorkeur bij dezelfde kinderrechter.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 24 juni 2025 tot 24 september 2025;
6.2.
houdt de beslissing voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting,
uiterlijk in de eerste helft van de maand september 2025, bij voorkeur bij mr. J.L.F. van den Tooren;
6.3.
verzoekt de GI om de rechtbank uiterlijk een week voor de zitting te informeren over de actuele stand van zaken rondom [de minderjarige] en daarbij een actuele instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper over te leggen.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2025 door mr. J.L.F. van den Tooren, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. G. Vlemmings als griffier, en op schrift gesteld op 8 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).
2.Artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jw.