In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor het aanvragen van ID-kaarten voor haar minderjarige kinderen. De ouders zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure en er is geen contact tussen hen. De moeder heeft op 16 augustus 2024 een verzoekschrift ingediend, en tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2025 is de moeder gehoord, terwijl de vader niet is verschenen. De minderjarige kinderen zijn [kind 1] en [kind 2], die bij de moeder wonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader zijn toestemming voor de aanvraag van de ID-kaarten niet heeft gegeven, en dat de moeder heeft geprobeerd om contact met de vader te krijgen, maar zonder succes. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om over een geldig identiteitsbewijs te beschikken, vooral voor identificatie bij instanties en inschrijving bij scholen of sportverenigingen. De rechtbank heeft de moeder vervangende toestemming verleend om binnen drie maanden na de beschikking de ID-kaarten aan te vragen en heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.