ECLI:NL:RBGEL:2025:6060
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.S. Termaat
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen invorderingsbesluit dwangsom wegens overtreding bestemmingsplan recreatiewoning
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een invorderingsbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten. Eiseres, eigenaar van een recreatiewoning in [plaats 1], kreeg op 16 november 2022 een last onder dwangsom opgelegd omdat de woning in strijd met het bestemmingsplan werd gebruikt voor permanente bewoning in plaats van recreatief gebruik. De last vereiste dat dit gebruik binnen een halfjaar moest worden beëindigd, met een dwangsom van € 5.000,- per maand tot een maximum van € 30.000,-. Op 12 december 2023 concludeerde het college na een controle dat eiseres haar hoofdverblijf in de recreatiewoning had, wat leidde tot het invorderingsbesluit.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 17 juli 2025 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. S.G.A. de Boer, en betrokkene was aanwezig als informant. Namens het college verschenen [persoon C] en [persoon D]. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende bewijs had geleverd voor de overtreding van de last. De rechtbank stelde vast dat de controle op basis van een enkele verklaring van betrokkene was uitgevoerd, en dat aanvullende verklaringen en bewijsstukken van eiseres niet waren weerlegd. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een overtreding van de last onder dwangsom, en verklaarde het beroep gegrond. Het college werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten aan eiseres.