Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
op/over de kleding tegen haar bil(len) te slaan en/of in haar bil(len) te knijpen, althans haar bil(len) te betasten en/of
haar kusjes op haar voorhoofd te geven en/of
op/over de kleding in haar borst(en) te knijpen, althans haar borst(en) te betasten en/of
haar mond en/of lippen te kussen,
die [slachtoffer] in de keuken van de horecagelegenheid waar zij werkzaam was, heeft opgewacht en/of heeft benaderd en/of in een hoek heeft gedreven/bewogen en/of voor haar is gaan staan en/of haar heeft belet om die plek waar zij stonden en/of die keuken te verlaten, althans haar de vrije doorgang heeft belet en/of
zijn armen om haar nek heeft gelegd en/of haar hoofd met beide handen heeft vastgepakt en/of (vervolgens) haar hoofd richting zijn eigen hoofd heeft getrokken/bewogen en/of
haar bij de armen heeft vastgepakt en/of
- toen die [slachtoffer] aangaf dat zij pas 14 jaar was - haar de woorden heeft toegevoegd: “Ik ben 26 jaar en dit hoeft toch niemand te weten”, althans woorden van gelijke strekking en/of aard en/of
gebruik/misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer] en/of
gebruik/misbruik heeft gemaakt van het grote leeftijdsverschil tussen hem en die [slachtoffer] en/of
eenmaal of meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
voor die [slachtoffer] een (dreigende) situatie heeft gecreëerd, waaraan zij zich niet kon of durfde te onttrekken en/of
voornoemde ontuchtige handelingen op onverhoedse wijze heeft verricht;
2.De standpunten
3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank niet dat [slachtoffer] hierover doelbewust onjuiste verklaringen heeft afgelegd; hier is geen enkele plausibele reden voor te vinden in het dossier. Van belang zou kunnen zijn dat de aangifte van [slachtoffer] op 28 april 2023, een maand na het incident, is opgenomen. Denkbaar is dat de nauwkeurigheid van de herinnering door het tijdsverloop is aangetast, dan wel dat [slachtoffer] in de tussentijd met anderen over het incident heeft gesproken, waardoor haar herinnering mogelijk beïnvloed is. Dit is echter giswerk. Feit is dat de verklaring van [slachtoffer] over wat er gebeurd is, op belangrijke delen niet wordt gesteund door de beschrijving van de beelden; handelingen zijn niet te zien terwijl ze wel te zien zouden moeten zijn. Dat betekent dat de rechtbank bij de beoordeling van het bewijs de aangifte met terughoudendheid zal bekijken.