ECLI:NL:RBGEL:2025:6163
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen inhouding rijbewijs ongegrond; weigering medewerking aan bloedproef
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een beklagprocedure van een klager wiens rijbewijs was ingevorderd na een weigering om medewerking te verlenen aan een bloedonderzoek. De klager, geboren in 1989 en vertegenwoordigd door mr. S. Striekwold, had op 15 mei 2025 in Nijmegen geweigerd zijn medewerking te verlenen aan een bloedproef, wat leidde tot de invordering van zijn rijbewijs. De officier van justitie had besloten het rijbewijs voor een periode van zes maanden onder zich te houden. In zijn beklag voerde de klager aan dat de speekseltest onzorgvuldig was uitgevoerd en dat hij onbehoorlijk was behandeld. Hij stelde ook dat hij mantelzorger was voor zijn moeder en dat hij het rijbewijs nodig had voor zijn sollicitaties.
De rechtbank heeft de zaak behandeld in openbare raadkamer en zowel de klager als de officier van justitie gehoord. De rechtbank oordeelde dat de inhouding van het rijbewijs rechtmatig was, omdat er voldoende verdenking bestond van rijden onder invloed van drugs. De rechtbank wees de argumenten van de klager af, waaronder zijn persoonlijke omstandigheden, en concludeerde dat hij bewust had gekozen om niet mee te werken aan het bloedonderzoek. De rechtbank verklaarde het beklag ongegrond, wat betekent dat de klager zijn rijbewijs niet terugkrijgt.