ECLI:NL:RBGEL:2025:6175

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 juli 2025
Publicatiedatum
29 juli 2025
Zaaknummer
11513442 \ CV EXPL 25-724
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van billijke vergoeding voor het openbaar maken van achtergrondmuziek in een restaurant

In deze zaak vorderde de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena) een billijke vergoeding van een restaurant voor het afspelen van achtergrondmuziek. Sena stelde dat het restaurant muziek had afgespeeld zonder de benodigde licentie, wat inbreuk zou maken op de naburige rechten. De procedure begon met een tussenvonnis op 29 januari 2025 en een mondelinge behandeling op 27 mei 2025. Sena had een factuur gestuurd voor de muziekgebruik, maar het restaurant betwistte de vordering en stelde dat de muziek door hun (indirect) bestuurder zelf was gecomponeerd en niet voor commerciële doeleinden was uitgebracht. De kantonrechter oordeelde dat er geen bewijs was dat de muziek voor commerciële doeleinden was uitgebracht en dat Sena geen recht had op de gevorderde vergoeding. De vorderingen van Sena werden afgewezen, en Sena werd veroordeeld in de proceskosten van het restaurant. De kantonrechter concludeerde dat de achtergrondmuziek niet onder de reikwijdte van de Wet op de naburige rechten viel, omdat deze niet publiekelijk beschikbaar was en enkel voor gebruik binnen het restaurant was geproduceerd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11513442 \ CV EXPL 25-724
Vonnis van 30 juli 2025
in de zaak van
STICHTING TER EXPLOITATIE VAN NABURIGE RECHTEN (SENA),
gevestigd te Hilversum,
eisende partij in het incident ex artikel 223 Rv,
eisende partij in conventie in de hoofdzaak,
verwerende partij in reconventie in de hoofdzaak,
hierna te noemen: Sena,
gemachtigde: De Best & Partners,
tegen
[gedaagde in conv],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij in het incident ex artikel 223 Rv,
gedaagde partij in conventie in de hoofdzaak,
eisende partij in reconventie in de hoofdzaak,
hierna te noemen: [gedaagde in conv] ,
procederend in persoon en vertegenwoordigd door haar (indirect) bestuurder [naam 1] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 januari 2025
- de mondelinge behandeling van 27 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Sena is op grond van artikel 15 lid 1 van de Wet op de naburige rechten (hierna: Wnr) aangewezen als de rechtspersoon die exclusief is belast met de inning en de verdeling van billijke vergoedingen als bedoeld in artikel 7 Wnr.
2.2.
[gedaagde in conv] exploiteert een restaurant in [plaats] .
2.3.
De relatiemanager van Sena heeft op 20 maart 2024 [gedaagde in conv] bezocht. In zijn Rapport Buitendienst schrijft de relatiemanager:
“Muziekgebruik geconstateerd
Factuur + BVL opgemaakt met ingang van 1-1-2024
Sena Horeca achtergrondmuziek 400m2”
2.4.
Op 31 mei 2024 heeft Sena een factuur naar [gedaagde in conv] gestuurd ter zake van “Horeca achtergrondmuziek” voor het jaar 2024, voor een totaalbedrag van € 1.845,15. In het factuurbedrag is een korting begrepen, die vervalt bij niet tijdige betaling van de factuur.
2.5.
Op 18 juli 2024 heeft Sena een aanmaning gestuurd aan [gedaagde in conv] , voor de betaling van een bedrag van € 2.767,58 exclusief de eerder verleende korting.
2.6.
[gedaagde in conv] heeft bezwaar gemaakt tegen de factuur van Sena. In reactie op dit bezwaar, heeft Sena bij e-mail van 22 oktober 2024 onder meer het volgende geschreven aan [gedaagde in conv] :
Geen Buma, echter wel sowieso Sena licentie nodig voor openbaar maken van muziek
Ook door uzelf gecomponeerde muziek isniet“rechtenvrij voor Sena”.
(…)
Op grond van de Wet op de naburige rechten (Wnr) is namelijk een billijke vergoeding verschuldigd wanneer een commercieel fonogram openbaar wordt gemaakt. Een fonogram wordt gedefinieerd als een opname van geluiden van een uitvoering of van andere geluiden.
Het uitgangspunt is dat een opname, ongeacht hoe deze tot stand is gekomen, altijd een billijke vergoeding vereist wanneer deze openbaar wordt gemaakt.
In Nederland is Sena de enige partij die deze vergoeding mag innen en verdelen onder rechthebbenden. Oftewel dit mág je dus niet zelf doen als rechthebbende, dus ook niet als je de producent bent!
Dat idee is bedacht om rechthebbenden in bescherming te nemen.
De Hoge Raad heeft in 2020 nogmaals bevestigd dat de Wnr bepaalt, dat voor het innen van een billijke vergoeding voor (her)uitzending en openbaarmaking van voor commerciële doeleinden uitgebrachte fonogrammen,Sena exclusief bevoegdis op grond van haar wettelijk mandaat.
Daarom bestaat ook de “rechtenexclusieve” muziek niet meer.
Voor de exploitatie van naburige rechten die binnen de grenzen vallen van artikel 7 Wnr heeft de wetgever verplicht collectief beheer voorgeschreven en Sena is bij wat aangewezen om dit beleid uit te voeren (artikel 15 Wnr).
(…)
Kortom, ook voor het afspelen van muziek die door u zelf is gecomponeerd en geproduceerd is een Sena-licentie vereist.”

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
Sena vordert in conventie, kort samengevat, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conv] :
in het (voorwaardelijke) incident ex artikel 223 Rv:
voor de duur van de procedure verbiedt om in de bedrijfsruimte enig voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram of reproductie daarvan ten gehore te (laten) brengen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 20.000,00;
veroordeelt in de werkelijke proceskosten als bedoeld in artikel 1019 h Rv, zijnde € 1.000,00, dan wel de proceskostenveroordeling conform het liquidatietarief, althans de gewone proceskostenveroordeling, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente.
en in de hoofdprocedure:
veroordeelt om aan Sena te betalen een bedrag van € 2.767,58, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, vanaf 19 december 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt om aan Sena te betalen als vergoeding voor de buitengerechtelijke kosten een bedrag van € 486,13 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis;
veroordeelt om aan Sena te betalen een bedrag van € 146,91 aan wettelijk rente tot en met 18 december 2024;
3. verbiedt om in de bedrijfsruimte enig voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram of reproductie daarvan ten gehore te (laten) brengen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 20.000,00;
4. veroordeelt om aan Sena te betalen, primair de werkelijke proceskosten als bedoeld in artikel 1019 h Rv, zijnde € 1.695,87 exclusief btw, dan wel de proceskostenveroordeling conform het liquidatietarief, althans de gewone proceskostenveroordeling, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Sena legt aan haar vordering ten grondslag dat haar relatiemanager op 20 maart 2024 heeft geconstateerd dat [gedaagde in conv] in haar restaurant voor commerciële doeleinden uitgebrachte muziek heeft afgespeeld. Sena stelt dat [gedaagde in conv] voor dit muziekgebruik geen licentieovereenkomst met haar heeft gesloten. Volgens Sena heeft [gedaagde in conv] toerekenbaar onrechtmatig gehandeld, door muziekwerken openbaar te maken zonder daarvoor een billijke vergoeding te betalen. Aldus is sprake van een inbreuk op de naburige rechten van de rechthebbende te plegen. Sena fixeert deze schade op het bedrag dat [gedaagde in conv] verschuldigd zou zijn geweest als billijke vergoeding in de zin van artikel 7 lid 1 Wnr. Dit bedrag wordt berekend volgens een standaard formule, waarbij onder meer de oppervlakte van de bedrijfsruimte van [gedaagde in conv] relevant is. Omdat [gedaagde in conv] na sommatie niet is overgegaan tot betaling van de billijke vergoeding, is zij ook de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd, aldus Sena.
3.3.
[gedaagde in conv] voert verweer in conventie en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Sena, met veroordeling van Sena in de kosten van deze procedure.
[gedaagde in conv] betwist dat zij muziek afspeelt die binnen de reikwijdte van artikel 7 Wnr valt, aangezien zij uitsluitend achtergrondmuziek afspeelt die is gecomponeerd, geproduceerd en uitgevoerd door haar (indirect) bestuurder [naam 1] . Die muziek is bovendien niet publiekelijk beschikbaar.
3.4.
In reconventie vordert [gedaagde in conv] dat de kantonrechter verklaart voor recht dat zij geen verplichting heeft tot het afsluiten van een licentie met Sena, zolang er geen muziek wordt gedraaid of, voor zover er muziek wordt gedraaid, dit enkel muziek betreft van eigen productie en repertoire.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In het incident
4.1.
De kantonrechter overweegt dat hij direct een beslissing in de hoofdzaak kan geven, zodat Sena geen belang meer heeft bij de gevorderde voorlopige voorziening. De incidentele vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.2.
Sena wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde in conv] worden begroot op nihil.
In de hoofdzaak (conventie en reconventie)
4.3.
Het geschil tussen partijen draait in de kern om de vraag of [gedaagde in conv] de billijke vergoeding van artikel 7 Wnr aan Sena verschuldigd is voor het ten gehore brengen van achtergrondmuziek in het door [gedaagde in conv] geëxploiteerde restaurant. Tussen partijen is niet in geschil dat het muziek betreft dat door de (indirect) bestuurder van [gedaagde in conv] , [naam 1] , zelf is gecomponeerd, geproduceerd en uitgevoerd. De muziek is enkel voor het gebruik binnen het restaurant geproduceerd en is niet beschikbaar voor derden. De kantonrechter zal deze specifieke omstandigheden tot uitgangspunt nemen bij de beoordeling.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. Naburige rechten zijn geregeld in richtlijnen van de Europese Unie (EU), waaronder de verhuurrichtlijn [1] , en de Wnr. Het naburig recht van de uitvoerend kunstenaar houdt in dat hij het uitsluitend recht heeft om toestemming te verlenen voor onder meer het openbaar maken van zijn uitvoering (artikel 2 Wnr). Het naburig recht van de fonogrammenproducent houdt in dat hij het uitsluitend recht heeft om toestemming te verlenen voor onder meer het openbaar maken van door hem vervaardigde fonogrammen (artikel 6 Wnr). Artikel 7 lid 1 Wnr bepaalt, in overeenstemming met het corresponderende artikel 8 lid 2 Verhuurrichtlijn (onder meer) dat een voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram, zonder toestemming van de producent van het fonogram en de uitvoerende kunstenaar, kan worden openbaar gemaakt, mits daarvoor een billijke vergoeding wordt betaald. Uit het bepaalde in artikel 15 lid 1, eerste volzin, Wnr volgt dat de betaling van de in artikel 7 lid 1 Wnr bedoelde billijke vergoeding dient te geschieden aan Sena die met uitsluiting van anderen met de inning en verdeling van deze vergoeding is belast.
4.5.
Als uitgangspunt heeft aldus te gelden dat een openbaarmaker van fonogrammen, in dit geval [gedaagde in conv] , een billijke vergoeding aan Sena verschuldigd is indien de afgespeelde fonogrammen voor commerciële doeleinden zijn uitgebracht. In de Verhuurrichtlijn wordt in dit verband gesproken over
voor handelsdoeleinden uitgegevenfonogrammen. Sena heeft geen concrete rechtsfeiten gesteld die het oordeel kunnen dragen dat de achtergrondmuziek die in het restaurant dat [gedaagde in conv] exploiteert wordt afgespeeld, fonogrammen zijn die voor commerciële doeleinden zijn uitgebracht. De omstandigheden dat afgespeelde achtergrondmuziek door de (indirect) bestuurder van [gedaagde in conv] zijn gecomponeerd, geproduceerd en uitgevoerd en niet beschikbaar is voor derden, wijzen op het tegendeel.
4.6.
Op grond van artikel 7 lid 2 Wnr geldt verder dat onder een voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram mede begrepen wordt een fonogram dat beschikbaar wordt gesteld voor het publiek. In artikel 1 aanhef en onder m Wnr is
beschikbaar stellen voor het publiekgedefinieerd als:
per draad of draadloos voor leden van het publiek beschikbaar stellen op zodanige wijze dat zij daartoe op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegang toe hebben. Blijkens de toelichting van de wetgever is het doel van deze bepaling dat wanneer een fonogram via bijvoorbeeld het internet voor leden van het publiek op zodanige wijze beschikbaar wordt gesteld dat zij daartoe op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegang toe hebben, het fonogram wordt beschouwd als voor commerciële doeleinden uitgebracht. Dit geldt ook als er feitelijk geen commerciële intenties aan het beschikbaar stellen van het fonogram ten grondslag hebben gelegen. [2] Sena heeft niet gesteld en dat is ook anderszins niet gebleken dat de achtergrondmuziek die door [gedaagde in conv] wordt afgespeeld in haar restaurant online beschikbaar is.
4.7.
Sena stelt tot slot dat uit de uitspraak van de Hoge Raad van 17 juli 2020 [3] volgt dat de term “rechten-inclusieve muziek” niet meer bestaat. Volgens Sena betekent dit dat ook zelfgecomponeerde en -geproduceerde muziek niet rechtenvrij is en dat daarvoor een billijke vergoeding verschuldigd is. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de uitspraak van de Hoge Raad dat Sena de bevoegdheid heeft tot vaststelling, inning en verdeling van de billijke vergoeding en dat de uitvoerende muzikant en de fonogrammenproducent niet zelf afspraken kunnen maken over die vergoeding met de gebruiker van het uitgebrachte fonogram. Dit laat echter onverlet dat sprake moet zijn van een ’
voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram’, wat in deze kwestie niet het geval is.
4.8.
De kantonrechter concludeert dan ook dat niet is gebleken dat door [gedaagde in conv] fonogrammen openbaar worden gemaakt die voor commerciële doeleinden zijn uitgebracht. Aldus is [gedaagde in conv] niet de billijke vergoeding van artikel 7 Wnr verschuldigd aan Sena.
4.9.
Sena heeft verder nog betoogd dat [gedaagde in conv] de achtergrondmuziek heeft afgespeeld door middel van muziekapparatuur (Beat Box) en dat daarom reeds een licentie van Sena noodzakelijk is. De kantonrechter volgt Sena niet in haar standpunt. Op grond van artikel 7 Wnr is enkel relevant of fonogrammen die voor commerciële doeleinden zijn uitgebracht ten gehore worden gebracht. De gebruikte apparatuur heeft – in zoverre – geen relevantie. Ook gaat het standpunt van Sena niet op dat [gedaagde in conv] achtergrondmuziek afspeelt om de sfeer in het restaurant te bevorderen en zodoende meer omzet te genereren. Het enkel met een commercieel doel ten gehore brengen van een fonogram doet het fonogram niet, zo overweegt de kantonrechter, van kleur verschieten dat het fonogram daardoor voor commerciële doeleinden is uitgebracht. Daarvoor is op z’n minst noodzakelijk dat het fonogram publiekelijk beschikbaar is. Daarvan is in deze concrete zaak niet gebleken.
4.10.
Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen van Sena in de hoofdzaak als ongegrond worden afgewezen.
4.11.
De vordering van [gedaagde in conv] , die bestaat uit twee delen, wordt ook afgewezen. Indien [gedaagde in conv] geen muziek afspeelt dan is zij op grond van artikel 7 Wnr geen billijke vergoeding verschuldigd. Dat uitgangspunt volgt reeds uit de wet. Zij heeft dus geen belang bij een verklaring voor recht dat zij geen verplichting heeft tot het afsluiten van een licentie met Sena, zolang er geen muziek wordt gedraaid. Het tweede deel van de vordering – de verklaring voor recht dat, voor zover muziek wordt gedraaid, geen licentie nodig is omdat dit enkel muziek betreft van eigen productie en repertoire – is te onbepaald en daarom niet toewijsbaar. De door [naam 1] zelfgecomponeerde en -geproduceerde muziek
kanimmers wel voor commerciële doeleinden worden uitgebracht of door online beschikbaarstelling worden aangemerkt als een zodanig fonogram. In dat geval is [gedaagde in conv] wel degelijk een billijke vergoeding verschuldigd aan Sena.
4.12.
Aangezien de vorderingen van Sena in conventie zullen worden afgewezen, moet Sena de proceskosten van [gedaagde in conv] betalen. De proceskosten van [gedaagde in conv] worden begroot op € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten in verband met het bijwonen van de mondelinge behandeling door haar indirect bestuurder. De nakosten worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.13.
De vorderingen in reconventie zullen worden afgewezen en daarom zal [gedaagde in conv] worden veroordeeld in de proceskosten van Sena. Deze worden begroot op nihil vanwege de samenhang met de vorderingen in conventie en de omstandigheid dat Sena geen afzonderlijke conclusie van antwoord in reconventie heeft ingediend.

5.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
5.1.
wijst de vorderingen van Sena af;
5.2.
veroordeelt Sena in de proceskosten, aan de kant van [gedaagde in conv] begroot op nihil;
in de hoofdzaak
in conventie
5.3.
wijst de vorderingen van Sena af;
5.4.
veroordeelt Sena in de proceskosten van [gedaagde in conv] van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Sena niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.5.
verklaart de beslissing onder 5.4 uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.6.
wijst de vordering van [gedaagde in conv] af;
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conv] in de proceskosten, aan de kant van Sena begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2025.
858 / 51588

Voetnoten

1.Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van de intellectuele eigendom.
3.Hoge Raad 17 juli 2020, ECLI:NL:2020:1300.