ECLI:NL:RBGEL:2025:6215

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juli 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
307431.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het produceren van MDMA en voorbereiding hiervan

Op 24 juli 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het produceren van MDMA en de voorbereiding hiervan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk een grote hoeveelheid MDMA heeft bereid, bewerkt en verwerkt in een loods die hij had gehuurd. De verdachte werd geconfronteerd met bewijs dat onder andere bestond uit aangetroffen chemicaliën en apparatuur die gebruikt werden voor de productie van MDMA. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een wezenlijke rol had vervuld in de productie en voorbereiding van MDMA, en dat er voldoende bewijs was voor medeplegen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 36 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en een maatregel kostenverhaal van ruim € 14.000,-. De rechtbank overwoog dat de productie van synthetische drugs schadelijk is voor de volksgezondheid en het milieu, en dat de verdachte mede verantwoordelijk was voor de nadelige effecten van deze productie. De rechtbank achtte de opgelegde straf passend gezien de ernst van de feiten en de rol van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.307431.24
Datum uitspraak : 24 juli 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsman: mr. L.E. de Rode, advocaat in Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 februari 2024 tot en met 26 augustus 2024 te [plaats 1] , gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk (in een pand/schuur gelegen aan de [adres 2] te [plaats 1] , gemeente Lochem) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 185,76 kilo en/of 500 liter, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
hij in of omstreeks de periode van 15 februari tot en met 26 augustus 2024 te [plaats 1] , gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen
van dat feit, door
- ( een) locatie('s) aan de [adres 2] te huren/betreden en/of (een of meer delen van een) pand en/of perceel gelegen aan de [adres 2] ter beschikking te stellen en/of
- het voorhanden hebben van (onder andere) een (grote) hoeveelheid grondstof(fen) (waaronder) een hoeveelheid/hoeveelheden preprecusor(en) en/of PMK en/of Caustic Soda en/of fosforzuur en/of aceton en/of platina oxide en/of ethylester van PMK-glycidezuur en/of methanol en/of methylamine en/of natriumzout van BMK-glycidezuur en/of mierenzuur en/of N-formylamfetamine en/of zoutzuur en/of
- een of meer jerrycan(s) en/of
- een of meer ventilator(en) en/of
- een of meer vriezer(s) en/of
- een of meer RVS- ketel(s) en/of
- een of meer gasfles(sen) en/of
- een of meer luchtafzuiging(en) en/of
- een RVS- drukreactieketel en/of
- een RVS- destillatieopstelling en/of
- een of meer IBC vat(en) en/of
- een of meer (dito) brander opstelling(en) en/of
- een of meer elektrische verwarmingsdeken(s) en/of
- een of meer vat(en) en/of
- een RVS-filtratie unit en/of
- een RVS-afscheider en/of
- een of meer kookopstelling(en) en/of
- een of meer pan(nen) en/of
- een of meer gascilinder(s)
ten behoeve van de productie van die MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde onder feit 1 en feit 2. Bij beide feiten is aldus de officier van justitie sprake van medeplegen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van feit 1 en 2. De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] en getuige [getuige 1] dienen te worden uitgesloten van het bewijs nu deze verklaringen onbetrouwbaar en leugenachtig zijn en bovendien niet worden ondersteund door ander bewijs. De raadsman heeft daarnaast gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte handelingen heeft verricht met betrekking tot het vervaardigen van drugs, zoals ten laste gelegd onder feit 1, en het voorbereiden van het vervaardigen van drugs, zoals ten laste gelegd onder feit 2. Ook is er onvoldoende bewijs voor medeplegen.
Beoordeling door de rechtbank
De dumpingen in [plaats 2]
Op 16 februari 2024 verschenen twee personen bij het politiebureau te [plaats 4] . Deze personen verklaarden dat er in het bedrijfspand waar zij werkzaam waren, een aantal vaten was neergezet waarvan zij de inhoud niet vertrouwden. Het bedrijfspand bevond zich aan de [adres 3] te [plaats 2] . Ter plaatse zag verbalisant [verbalisant 1] dat er vier IBC vaten, drie grote blauwe vaten en vier jerrycans in de loods stonden. De aanwezige getuige [getuige 2] verklaarde dat op 15 februari 2024 een man zich bij het pand meldde. De man vroeg of hij tijdelijk twee vaten in het bedrijfspand mocht stallen. Dit had [getuige 2] toegestaan, waarna er in de middag van 15 februari 2024 een wit busje was gekomen. In dit busje zaten twee mannen die twee vaten kwamen afleveren. Vervolgens waren deze twee mannen op 16 februari 2024 opnieuw verschenen en hadden nog meer vaten in het laaddok afgeleverd. [2]
Er is onderzoek gedaan naar de aangetroffen vaten en jerrycans. In het onderzoeksmateriaal zijn BMK (benzylmethylketon), N-formylamfetamine, formamide en fosforzuur aangetoond. BMK is een grondstof voor amfetamine en metamfetamine. Formamide is een grondstof voor de vervaardiging van amfetamine met de Leuckartmethode. N-formylamfetamine is het tussenproduct bij dit proces. [3]
Op camerabeelden van een pand aan de [adres 4] te [plaats 2] is gezien dat op 15 februari 2024 om 13.26 uur een bestelbus langsreed. De bus had een grote groene sticker met daarop de tekst: “Huren?”. [4] Het bedrijf dat deze bestelbus verhuurde betrof Garage [garage] . Uit informatie verkregen van Garage [garage] bleek dat de bus op onder andere 14 tot en met 16 februari 2024 gehuurd was door medeverdachte [medeverdachte 2] . Het kenteken van de bus, een Renault Master, was [kenteken 1] . [5]
De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 1] ) zijn opgevraagd en vergeleken met de rittenstaat van de Renault Master met kenteken [kenteken 1] .
Uit de rittenstaat bleek dat de [adres 3] te [plaats 2] tweemaal door de Renault Master bezocht werd. Dit was op 15 februari 2024 van 12:53 uur tot 13:16 uur, en op 16 februari 2024 van 11:10 uur tot 11:18 uur. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] bleek dat er op die momenten geen activiteit was op zijn telefoonnummer en dat er geen zendmasten werden aangestraald.
Uit de rittenstaat bleek ook dat de Renault Master viermaal naar de [adres 2] te [plaats 1] reed. Volgens de rittenstaat stond de Renault Master aan de [adres 2] op de volgende momenten:
  • 14 februari 2024 van 18:11 uur tot 20:28 uur;
  • 15 februari 2024 van 18:53 uur tot 21:43 uur;
  • 29 februari 2024 van 20:27 uur tot 20:40 uur;
  • 1 maart 2024 van 16:51 uur tot 17:10 uur.
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] op dezelfde momenten als de Renault Master reisbewegingen heeft gemaakt richting [plaats 1] . [6]
Het drugslab aan de [adres 2] in [plaats 1]
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] gingen op 26 augustus 2024 ter plaatse op de [adres 2] te [plaats 1] . Ter hoogte van een loods op het perceel roken de verbalisanten een anijsachtige lucht, kenmerkend voor de bij een drugslab gebruikte stoffen. De deuren van de loods waren afgesloten met een groot hangslot. Men betrad het pand omstreeks 07.30 uur. [7] Bij het binnentreden van de loods werd gezien dat de ruimte was ingedeeld in meerdere afgetimmerde ruimten en een bouwkeet. [8]
De loods was opgedeeld in de volgende ruimten, die als volgt zijn aangeduid door de politie en het LFO:
  • Ruimte A: de productieruimte voor de verdovende middelen;
  • Ruimte B: de kristallisatieruimte;
  • Ruimte C: de opslagruimte (gevestigd in de bouwkeet);
  • Ruimte D: de ruimte waarin ruimte A, B en C waren gevestigd.
Er is door het LFO onderzoek in de loods gedaan. In de loods werd het volgende aangetroffen:
- Eén witte vriezer aangesloten op de netstroom, met daarin een blauw klemdekselvat met een donkere vloeistof met kristallen. De kristallen hadden een totaalgewicht van 12,04 kg. Van de kristallen is een monster genomen. Het monster is door het NFI onderzocht en bleek MDMA HCl, te weten het zout van MDMA en zoutzuur, te bevatten; [10]
- Twaalf klemdekselvaten gevuld met bruinige kristallen. De kristallen hadden een gewicht van 173,72 kg. Er zijn drie monsters genomen die zijn onderzocht door het NFI. De monsters bleken MDMA HCl te bevatten; [11]
- Een destillatieopstelling, bestaande uit een RVS-ketel met drie gasbranders. In de ketel zat circa 90 liter van een donkere vloeistof. Van deze vloeistof is een monster genomen. Het monster is door het NFI onderzocht en bleek MDMA te bevatten. [12]
- Een reactieopstelling bestaande uit één RVS-ketel. In de ketel zat circa 170 liter van een bruinachtige vloeistof. Van de vloeistof is een monster genomen. Het monster is onderzocht door het NFI en bleek MDMA en methylamine in methanol te bevatten; [13]
- Vier blauwe klemvaten van 60 liter, gevuld met een donkere vloeistof met kristallen. Aselect is van de vloeistof een monster genomen. Dit monster is getest en bleek lage concentraties MDMA en PMK in een zwak zuur mengsel van aceton en water te bevatten; [14]
- In twee jerrycans een hoeveelheid van in totaal 40 liter bruine olie. Van 27 liter vloeistof is een monster genomen. Uit onderzoek door het NFI bleek dit monster PMK te bevatten. [15] Er werd een IBC met ongeveer 200 liter sterk zure, bruinige vloeistof aangetroffen. Van de vloeistof is een monster genomen. Dit monster bleek PMK te bevatten
. [16] Er werden vier IBC’s, gevuld met in totaal 4000 liter sterk zure, olieachtige vloeistof aangetroffen. Aselect is van de vloeistof een monster genomen. Dit monster bleek een lage concentratie PMK in een zure waterige vloeistof te bevatten. [17] Ook werden er 23 jerrycans aangetroffen met restanten van vermoedelijk PMK;
  • In verschillende zakken een hoeveelheid van 425 kg aan caustic soda;
  • In verschillende jerrycans een hoeveelheid van 90 liter aan fosforzuur;
  • In verschillende jerrycans een hoeveelheid van 233 liter aceton;
  • In verschillende verpakkingen restanten van platina oxide;
  • In zes zwarte strijkzakken een hoeveelheid van in totaal 120 kg ethylester van PMK-glycidezuur.
  • In verschillende jerrycans een hoeveelheid van in totaal 340 liter aan methanol;
  • Eén bruin drumvat à 200 liter, volledig gevuld met methylamine;
  • Er werden restanten natriumzout van BMK-glycidezuur aangetroffen;
  • Eén oranje olijvenvat à 220 liter, gevuld met restanten van een olieachtige vloeistof en opschrift 'F.A. 6x60', wat kan duiden op formic acid en dus mierenzuur;
  • Drie blauwe dopvaten à 200 liter, waarvan twee volledig gevuld en één gevuld met 30 liter van een tweelaagse vloeistof met als bovenlaag een olieachtige vloeistof. Aselect is van de olielaag een monster genomen. Dit monster is getest door het NFI en bleek N-formylamfetamine en BMK op een zwak zure waterige vloeistof te bevatten;
- In verschillende jerrycans een hoeveelheid van in totaal 630 liter aan zoutzuur.
Ook werden de volgende goederen aangetroffen:
- Een ventilator [21] ;
  • Meerdere vriezers;
  • Diverse RVS-ketels van verschillende maten;
  • Meerdere waterstofgasflessen, waarvan er een was verbonden met een RVS-drukreactieketel;
  • Luchtafzuiging;
  • Een RVS-destillatieopstelling;
  • Twee IBC’s met een zelfgesneden vulgat;
  • Twee zwarte verwarmingsdekens;
  • Eén RVS-filtratie unit;
  • Een RVS-afscheider;
  • Vier kookopstellingen;
  • Diverse RVS-pannen van verschillende maten;
  • Meerdere gascilinders.
De loods was, op het moment van ontdekking, vrijwel volledig in gebruik voor het grootschalig omzetten van PMK-glycidezuur naar PMK en het vervaardigen van MDMA met de verhoogde druk methode. [22]
Er is forensisch onderzoek verricht in de loods aan de [adres 2] te [plaats 1] . Er is een aantal sporen veiliggesteld en onderzocht. De volgende bevindingen kwamen uit het onderzoek naar voren:
  • Op de onderste hendels van een ketel werd spoor [DNA-spoor 1] aangetroffen. Dit spoor betrof een DNA-mengprofiel afkomstig van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Een van de mogelijke donoren van het DNA-mengprofiel is medeverdachte [medeverdachte 3] .
  • Op de binnenzijde van een oranje handschoen is spoor [DNA-spoor 2] aangetroffen. De handschoen is aangetroffen in een vuilniszak in ruimte D. Dit spoor betrof een DNA-mengprofiel afkomstig van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard. De mogelijke donor van het profiel is medeverdachte [medeverdachte 3] (DNA-hoofdprofiel).
  • Op een peuk in een vuilniszak in ruimte D is spoor [DNA-spoor 3] aangetroffen. Het spoor betrof een enkelvoudig DNA-profiel van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard. De mogelijke donor van het profiel is medeverdachte [medeverdachte 3] .
  • Op beide zijden van een handschoen, aangetroffen in een vuilniszak in ruimte A, is spoor [DNA-spoor 4] aangetroffen. Het spoor betrof een enkelvoudig DNA-profiel van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-profiel is medeverdachte [medeverdachte 3] .
  • Op een oranje handschoen in ruimte A is spoor [DNA-spoor 5] aangetroffen. Het spoor betrof een DNA-mengprofiel afkomstig van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-hoofdprofiel is medeverdachte [medeverdachte 3] .
  • Op een filterpeuk van het merk Marlboro, die is aangetroffen op de vloer tussen ruimte A en de schuifdeuren aan de achterzijde van de loods, is spoor [DNA-spoor 6] aangetroffen. Het spoor betrof een enkelvoudig DNA-profiel van een man waarvan de frequentie van voorkomen kleiner is dan één op één miljard. De mogelijke donor van het DNA-profiel is medeverdachte [medeverdachte 4] .
  • Op de dop van een blauwe jerrycan, aangetroffen in ruimte C, is spoor [DNA-spoor 7] aangetroffen. Dit betrof een onvolledig DNA-profiel van minimaal één persoon. De mogelijke donor van het DNA-profiel is medeverdachte [medeverdachte 4] .
Tussenconclusie
De rechtbank stelt vast dat in de loods aan de [adres 2] te [plaats 1] de in de tenlastelegging genoemde goederen en stoffen zijn aangetroffen. Zowel de LFO als het NFI hebben gerapporteerd dat er MDMA of stoffen bevattende MDMA zijn aangetroffen en dat de overige aangetroffen stoffen worden gebruikt bij de productie van MDMA. Ook de (daadwerkelijk) aangetroffen goederen en materialen zijn hiervoor geschikt. De rechtbank is daarom van oordeel dat kan worden vastgesteld dat de loods aan de [adres 2] te [plaats 1] fungeerde als drugslab en werd gebruikt voor de productie van MDMA.
Verder stelt de rechtbank vast dat de aangetroffen goederen en materialen bestemd moeten zijn geweest ter voorbereiding van een of meer volgende productieronde(s) van MDMA.
Betreffende de rol van verdachte bij het drugslab overweegt de rechtbank als volgt.
Rol en betrokkenheid verdachte
Door de politie zijn camerabeelden uitgekeken, die heimelijk zijn opgenomen vanaf de poort en de voorgevel van het perceel [adres 5] te [plaats 1] in de periode van 26 juni 2024 tot en met 24 juli 2024. Op de camerabeelden was onder andere te zien dat op 29 juni 2024 om 14:58:36 uur een Ford met het kenteken [kenteken 2] in beeld kwam gereden vanuit de richting van perceel [adres 2] , dan wel de loodsen. Het voertuig reed in de richting van de [straatnaam 1] en verdween hier uit beeld. Het genoemde voertuig staat op naam van verdachte. De Ford met kenteken [kenteken 2] kwam ook op 1, 3 en 11 juli 2024 op de camerabeelden voor. Ook werd op verschillende dagen het voertuig op naam van medeverdachte [medeverdachte 5] gezien, alsmede voertuigen waarvan bekend is dat medeverdachten [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] hierin reden. [24]
Er is onderzoek gedaan naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van verdachte, te weten het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Het telefoonnummer van verdachte straalde aan op masten in de buurt van [plaats 1] op de volgende data:
  • 15 maart 2024;
  • 16 maart 2024;
  • 18 maart 2024;
  • 21 maart 2024;
  • 22 maart 2024;
  • 15 juni 2024;
  • 1 juli 2024;
  • 3 juli 2024;
  • 11 juli 2024;
  • De nacht van 1 op 2 augustus 2024.
Met uitzondering van één dag maakte het telefoonnummer van verdachte blijkens de historische verkeersgegevens een reisbeweging naar [plaats 1] wanneer de Ford Transit met kenteken [kenteken 2] in beeld kwam op de [adres 2] in [plaats 1] . De uitzondering betreft 29 juni 2024. De Ford Transit kwam op deze dag in beeld op de [adres 2] in [plaats 1] van 16:07 uur tot 16:58 uur. In de historische verkeersgegevens van 29 juni 2024 zag de verbalisant dat het telefoonnummer van verdachte tussen 15:02 uur en 18:28 uur geen gebruik had gemaakt van het Nederlandse telefoonnetwerk. [25]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de loods die hij verhuurde, gehuurd werd door verdachte. Verdachte had [medeverdachte 1] gevraagd of hij in de schuur spullen mocht opslaan. Verdachte heeft de bouwkeet in de loods neergezet. Toen is het even rustig geweest en toen heeft verdachte dat hok gebouwd. [26]
De partner van [medeverdachte 1] , [getuige 1] , heeft op 27 augustus 2024 verklaard dat zij wist dat er jongens waren die die keet gingen verbouwen. Op de vraag aan wie de schuur was verhuurd, antwoordde [getuige 1] : “
De jongen heet [verdachte] (…)”. [27]
Er is onderzoek gedaan aan de iPhone 12 van medeverdachte [medeverdachte 1] . Een afbeelding van de bouwkeet die op een aanhangwagen voor de loods op de [adres 2] stond, werd op 5 oktober 2022 door [medeverdachte 1] in een groepschat gedeeld. De term bouwkeet kwam voor in een chatbericht aan het contact [naam 1] van 25 oktober 2022. Medeverdachte [medeverdachte 1] zei in dit chatbericht: “
Ja een maatje van mij is bezig in de schuur spul opknappen en die zag ze ineens door de opening heen kijken. Die is zo grote bouwkeet aan het opknappen en zocht een plek waar die dat kon doen dus die dacht huh ineens mensen aant rond rijden haha. Dus die kan de boel mooi in de gaten houden. Haha.” [28]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [medeverdachte 1] kent en weleens bij hem thuis en in de loods waar [medeverdachte 1] aan auto’s sleutelde kwam. [29]
Er is onderzoek gedaan aan de telefoon van verdachte, te weten een iPhone 13 Pro Max. Er zijn twee afbeeldingen in de telefoon aangetroffen die blijkens de gps-positie werden gemaakt op de [adres 2] te [plaats 1] . Het betrof de bestanden IMG_IMG_3876.JPG en IMG_3877.JPG , gemaakt op 18 augustus 2023. Het betrof foto's van grondtegels die soortgelijk waren aan de tegels die op 26 augustus 2024 werden aangetroffen in ruimte A, de productieruimte. Naast de vloertegels was een betonnen rand zichtbaar. Ook dat kwam overeen met de vloer van ruimte A.
Uit het onderzoek aan de telefoon bleek dat verdachte op 23 augustus 2024 om 21:50 uur een foto van een 'check lijst' op zijn telefoon opende. Deze foto bleek te zijn gemaakt op 18 augustus 2021 om 11:55 uur. In de data behorende bij deze foto stond de locatie waar deze foto werd gemaakt, te weten de [adres 6] in [plaats 3] . Op de checklijst staat de volgende tekst:
‘afzuigers uit, slangen uit het water, lampen uit, deuren op slot’. Op een onbekend moment heeft verdachte op zijn telefoon een nieuwsbericht op de website van RTV Drenthe bezocht. Dit nieuwsbericht was gepubliceerd op 13 september 2021 en had het onderwerp:
'Groot drugslab in [plaats 3] opgerold, drie mannen aangehouden'. [30]
Er is onderzoek gedaan aan een iPhone X. Deze telefoon, die bij de aanhouding van verdachte werd aangetroffen en waarvan verdachte aangaf dat het zijn werktelefoon betrof, werd gebruikt sinds 26 augustus 2024 (de rechtbank merkt op dat dit de datum is dat de politie het drugslab aan de [adres 2] in [plaats 1] binnenviel). In de Signal-app was te zien dat de gebruiker van de telefoon een Signal-account had met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] en de accountnaam [accountnaam 1] . In de Signalchat met het account [accountnaam 2] vroeg [accountnaam 1] of [accountnaam 2] vier kg pep, nat kon fixen. Ook vroeg [accountnaam 1] [accountnaam 2] om Haze tester. [31]
Er is onderzoek gedaan aan de iPhone 7 die op een nachtkastje in de woning van medeverdachte [medeverdachte 6] lag. De iPhone 7 bleek te worden gebruikt sinds 26 augustus 2024. Met het toestel werd de applicatie Signal gebruikt en werd de accountnaam [accountnaam 2] gevoerd. Uit een Signalchatgesprek met contact [accountnaam 3] bleek dat de gebruiker van de uitgelezen iPhone 7 op 11 november 2024 om 18:10 uur drugs afleverde op de [straatnaam 2] in [plaats 4] . Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] (het telefoonnummer behorende bij de iPhone 13 van [medeverdachte 6] die naast de iPhone 7 lag) bleek dat dit telefoonnummer zich op 11 november 2024 verplaatste en om 18:10 uur gebruik maakte van een zendmast met in het theoretische dekkingsgebied de [straatnaam 2] in [plaats 4] . De politie leidt hieruit af dat de uitgelezen iPhone 7 mee verplaatste met de iPhone 13 die in gebruik was bij medeverdachte [medeverdachte 6] . [32]
Het huren van de loods en verdere betrokkenheid
Medeverdachte [medeverdachte 1] en zijn partner [getuige 1] hebben verklaard dat verdachte de loods aan de [adres 2] te [plaats 1] huurde. Verdachte heeft dit ter terechtzitting ontkend en heeft verklaard dat [medeverdachte 1] hem wil laten opdraaien voor het drugslab. De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van [medeverdachte 1] en [getuige 1] onbetrouwbaar zijn, niet worden ondersteund door ander bewijs en dienen te worden uitgesloten van het bewijs.
De rechtbank volgt de raadsman daarin niet. De rechtbank overweegt daartoe dat de verklaringen van [medeverdachte 1] en [getuige 1] in hoofdlijnen met elkaar overeen komen. Daarnaast worden deze verklaringen ondersteund door het chatbericht dat [medeverdachte 1] op 25 oktober 2022 aan het contact [naam 1] verstuurde waarin hij zei dat een maatje van hem in de schuur bezig was om een bouwkeet op te knappen. Ook worden de verklaringen van [medeverdachte 1] en [getuige 1] ondersteund door foto’s die op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen en die gemaakt zijn in de schuur waar de productielocatie werd aangetroffen. Immers zijn op deze foto’s tegels te zien zijn die soortgelijk waren aan de tegels die zijn aangetroffen in de productieruimte van het drugslab. De rechtbank ziet geen andere reden waarom deze afbeeldingen op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen anders dan dat verdachte betrokkenheid had bij de loods waar het drugslab is aangetroffen. De rechtbank acht de verklaringen van [medeverdachte 1] en [getuige 1] dan ook betrouwbaar en derhalve bruikbaar voor het bewijs.
De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte de loods heeft gehuurd. De rechtbank leidt daarnaast uit de bewijsmiddelen af dat verdachte op meerdere momenten in de ten laste gelegde periode op de [adres 2] te [plaats 1] aanwezig was. Zijn voertuig werd op meerdere momenten op de heimelijk opgenomen camerabeelden van de oprit van de [adres 2] en [adres 5] gezien. Het telefoonnummer van verdachte straalde regelmatig, en vaak op dezelfde momenten als zijn voertuig op de camerabeelden werd gezien, aan op masten in de buurt van de [adres 2] . Op de camerabeelden van 1, 3 en 11 juli 2024 werd gezien dat het voertuig van verdachte in de richting van de [adres 2] en de daar aanwezige loodsen reed. Er werd niet gezien dat er vervolgens iemand in de richting van de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 5] liep. Uit de historische verkeersgegevens en de camerabeelden blijkt ten slotte dat verdachte soms meerdere dagen achter elkaar op het erf van de [adres 2] te [plaats 1] was, en dat hij ook eenmaal ’s nachts aanwezig was. De verklaring van verdachte - dat hij bij [medeverdachte 1] kleine hoeveelheden MDMA voor feestjes haalde - acht de rechtbank gelet op het voorgaande niet aannemelijk nu deze frequentie en duur van bezoeken niet past bij het kopen van MDMA voor recreatief gebruik. De verklaring van verdachte dat zijn telefoonnummer aanstraalde op masten in de buurt van [plaats 1] omdat hij klussen in de buurt had, is niet concreet of verifieerbaar geworden.
Dat verdachte zich bezig hield met de productie van drugs leidt de rechtbank af uit de ‘checklijst’ die is aangetroffen op de telefoon van verdachte. Op deze lijst staan immers handelingen die gekoppeld kunnen worden aan het afsluiten van een drugslab. De rechtbank wordt gesterkt in haar overtuiging door het feit dat de afbeelding blijkens de GPS-gegevens op 18 augustus 2021 werd gemaakt op de [adres 6] in [plaats 3] . Volgens een nieuwsbericht dat verdachte op zijn telefoon heeft geopend, zou er in september 2021 in [plaats 3] een drugslab zijn opgerold.
De rechtbank leidt voorts uit de bewijsmiddelen af dat het Signal-account [accountnaam 1] gekoppeld kan worden aan verdachte en het Signal-account [accountnaam 2] aan medeverdachte [medeverdachte 6] . Uit de Signal-chatgesprekken tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 2] blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 6] contact met elkaar hadden, onder andere over 4 kilogram natte pep (amfetamine) en haze (een hennepsoort). De werktelefoon van verdachte en de iPhone 7 van medeverdachte [medeverdachte 6] bleken bovendien allebei in gebruik te zijn genomen vanaf het moment dat het drugslab in [plaats 1] werd opgerold, te weten 26 augustus 2024. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 6] contact hadden over (handelshoeveelheden) verdovende middelen in het algemeen maar ook dat zij allebei betrokkenheid hadden bij het drugslab in [plaats 1] .
De rechtbank leidt ten slotte uit de bewijsmiddelen af dat er DNA van medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op verschillende voorwerpen in het drugslab is aangetroffen en dat er regelmatig voertuigen van medeverdachten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] op het perceel van de [adres 2] / [adres 5] te [plaats 1] werden waargenomen. De rechtbank leidt hieruit af dat deze personen betrokkenheid hadden bij het drugslab.
Uit het hiervoor overwogene blijkt dat verdachte een wezenlijke rol heeft vervuld in de productie van MDMA en de voorbereiding hiervan, onder andere door het huren van de loods waar het drugslab in werd gevestigd. De bijdrage van verdachte is als onmisbaar onderdeel van de productie en de voorbereiding hiervan aan te merken en is daarmee een bijdrage van voldoende gewicht. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen, waaronder medeverdachten [medeverdachte 6] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , is komen vast te staan. Hoewel niet is gebleken dat verdachte daadwerkelijk zelf MDMA heeft geproduceerd, is de bijdrage van verdachte aan het tenlastegelegde naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen.
Periode
De rechtbank stelt vast dat het drugslab in ieder geval actief was vanaf 15 februari 2024 tot aan het moment van ontdekking op 26 augustus 2024. Immers blijkt uit de rittenstaat dat de Renault Master op 14 februari 2024 bij de [adres 2] te [plaats 1] is geweest, waarna de Renault Master op 15 februari 2024 werd gezien bij de dumping van chemicaliën bij de [adres 3] te [plaats 2] . Verdachte was in ieder geval vanaf dat moment betrokken bij het drugslab, aangezien hij de loods aan de [adres 2] te [plaats 1] had gehuurd.
Conclusie
De rechtbank acht feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van MDMA, ten laste gelegd onder feit 1, nu uit het dossier geen bewijs voor deze handelingen volgt. Om diezelfde reden zal verdachte worden vrijgesproken van de volgende gedachtestreepjes van feit 2:
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het

plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of.

De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een voortgezette handeling van feit 1 en feit 2, waarbij de voorbereiding en de productie van MDMA elkaar steeds opvolgden en parallel liepen vanaf in ieder geval 15 februari 2024.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
feit 1
hij
op een of meer tijdstippen in ofomstreeks de periode van 15 februari 2024 tot en met 26 augustus 2024 te [plaats 1] , gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met
een of meerander
(en
),
althans alleen,opzettelijk (in een pand/schuur gelegen aan de
[adres 2]te [plaats 1] , gemeente Lochem) heeft bereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt en
/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/ofvervaardigd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,ongeveer 185,76 kilo en
/of500 liter,
in elk geval een (grote) hoeveelheidvan een materiaal bevattende MDMA
,zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
hij
in ofomstreeks de periode van 15 februari tot en met 26 augustus 2024 te [plaats 1] , gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en
/of- het opzettelijk vervaardigen van MDMA
en/of een of meer ander(e) stoffenvermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot hetplegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen,
gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en
/ofzijn mededader(s), wist
(en
) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door
- (een) locatie
('s)aan de
[adres 2]te huren/betreden
en/of (een of meer delen van een) pand en/of perceel gelegen aan de [adres 2] ter beschikking te stellenen
/of- het voorhanden hebben van (onder andere) een (grote) hoeveelheid grondstof
(fen
)(waaronder)
een hoeveelheid/hoeveelheden preprecusor(en) en
/ofPMK en
/ofCaustic Soda en
/offosforzuur en
/ofaceton en
/ofplatina oxide en
/ofethylester van PMK-glycidezuur en
/ofmethanol en
/ofmethylamine en/
ofnatriumzout van BMK-glycidezuur en
/ofmierenzuur en
/ofN-formylamfetamine en
/ofzoutzuur en
/of-
een of meerjerrycan(s) en
/of- een
of meerventilator
(en)en/
of-
een of meervriezer
(s
)en
/of-
een of meerRVS- ketel
(s
)en
/of-
een of meergasfles(sen) en
/of- een
of meerluchtafzuiging
(en)en
/of- een RVS- drukreactieketel en
/of- een RVS- destillatieopstelling en
/of-
een of meerIBC vat(en) en
/of- een
of meer(dito) brander opstelling
(en)en
/of-
een of meerelektrische verwarmingsdeken
(s
)en
/of-
een of meervat
(en
)en
/of- een RVS-filtratie unit en
/of- een RVS-afscheider en
/of-
een of meerkookopstelling
(en
)en
/of-
een of meerpan
(nen
)en
/of-
een of meergascilinder
(s
)ten behoeve van de productie van die MDMA
en/of een of meer ander(e) stoffenvermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
De voortgezette handeling van
feit 1:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
feit 2:
Medeplegen van het om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de maatregel kostenverhaal ex artikel 13d van de Opiumwet zal worden opgelegd. De totale kosten van € 102.327,19 dienen via een pondspondsregeling te worden verhaald op verdachte en de andere zes medeverdachten. Aan iedere (mede)verdachte dient een gelijk bedrag van € 14.618,17 te worden opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de maatregel kostenverhaal ex artikel 13d van de Opiumwet vanwege de door hem bepleite vrijspraak niet toe te wijzen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft over een periode van ruim 7 maanden een bijdrage geleverd aan de productie van MDMA in een groot drugslab en de voorbereiding hiervan. Het drugslab bevond zich in een loods die verdachte voor dat doel had gehuurd. Op de dag van de inval trof de politie grote hoeveelheden MDMA aan. Er zijn aanwijzingen dat er veel meer MDMA is bereid en dat het drugslab al langer op de [adres 2] in werking was. Immers werd er op 15 februari 2024 reeds drugsafval gedumpt dat afkomstig bleek van het drugslab in [plaats 1] .
Het is algemeen bekend dat synthetische drugs en verdovende middelen zeer schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Daarnaast veroorzaakt de productie van synthetische drugs vaak grote schade aan het milieu vanwege illegale afvaldumpingen. Ook zijn er grote risico’s verbonden aan het opslaan en bewerken van de chemicaliën in een illegaal drugslab, zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige en bijtende dampen. Voorts bevordert de productie van synthetische drugs de georganiseerde criminaliteit. Verdachte is door zijn handelen mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten die door de productie van synthetische drugs worden veroorzaakt.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten niet kan worden volstaan met een andere sanctie dan een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de duur van de pleegperiode, de rol van verdachte en de productiecapaciteit van het drugslab. Daarnaast heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Alles overwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Maatregel Kostenverhaal
Op 1 juli 2022 is de Maatregel Kostenverhaal in werking getreden. De maatregel is van toepassing op strafbare feiten die na de inwerkingtredingsdatum worden opgespoord en vervolgd. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp. De Maatregel Kostenverhaal is opgenomen in artikel 13d van de Opiumwet.
In het dossier zit een rapport maatregel kostenverhaal en een factuur voor het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën, restafval en hardware ter vernietiging. De gemaakte kosten zijn vastgesteld op € 102.327,19. De in beslag genomen voorwerpen moesten worden vernietigd, omdat zij ernstig gevaar opleverden voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid.
De rechtbank stelt vast dat aan de vereisten voor oplegging van de maatregel kostenverhaal is voldaan. In de loods waren namelijk gevaarlijke goederen aanwezig en er zijn kosten gemaakt om het drugslab te ontmantelen. De kosten zijn in de factuur behoorlijk onderbouwd en er is door de verdediging geen (inhoudelijk) verweer op dit punt gevoerd. De rechtbank zal het gevorderde bedrag dan ook toewijzen zoals door de officier van justitie gevorderd. De totale kosten zullen evenredig over de zeven medeverdachten worden verdeeld. De rechtbank legt dus aan alle zeven verdachten de maatregel kostenverhaal op voor een bedrag van
€ 14.618,17.
Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 108 dagen gijzeling worden toegepast, zonder dat daardoor de betalingsverplichting van verdachte vervalt.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen:
- 47 en 56 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10, 10 a en 13d van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
36 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 zal opleggen de maatregel kostenverhaal tot een bedrag van € 14.618,17;
 bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd op 108 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. J.S.W. Lucassen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V. Buscop, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 juli 2025.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL202408310930, gesloten op 15 januari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 547-548.
3.NFI-rapportage, p. 586.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 566.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 601-602.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 635-637 en 639.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 751.
8.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 19.
9.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 802-804.
10.NFI rapportage, p. 799.
11.NFI rapportage, p. 799-800.
12.NFI rapportage, p. 798.
13.NFI rapportage, p. 799.
14.NFI rapportage, p. 799.
15.NFI rapportage, p. 798.
16.NFI rapportage, p. 798.
17.NFI rapportage, p. 800.
18.NFI rapportage, p. 798.
19.NFI rapportage, p. 798.
20.NFI rapportage, p. 800.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 751.
22.Proces-verbaal van bevindingen, LFO, p. 768 en 770-780.
23.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 804-808, in samenhang met TMFI-rapportage d.d. 20 september 2024, p. 922-925.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 618-627.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 961-964.
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 244-246
27.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 875.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 896-897, en 903-904.
29.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 juli 2025.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 971-972, 984-985, 989-990 en 992.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 995-998.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1067-1070.