ECLI:NL:RBGEL:2025:6439

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
5 augustus 2025
Zaaknummer
450325
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding inzake aanbesteding automatenvoorzieningen voor eten en drinken door Radboud Universiteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Maas International B.V. en de Radboud Universiteit. Maas vorderde dat de voorzieningenrechter de Radboud Universiteit zou verbieden om de opdracht voor automatenvoorzieningen voor eten en drinken aan Jacobs Douwe Egberts Pro NL B.V. (JDE) te gunnen, omdat zij meende dat de inschrijving van JDE manipulatief was. Maas stelde dat JDE een prijs had ingeschreven die 50% lager was dan het gemiddelde van de andere inschrijvers, wat volgens Maas kwalificeerde als een manipulatieve inschrijving. De Radboud Universiteit had echter een Europese aanbestedingsprocedure georganiseerd en had de opdracht voorlopig aan JDE gegund. Maas voerde aan dat de inschrijving van JDE ongeldig was en dat zij de opdracht aan Maas moest gunnen.

De rechtbank oordeelde dat de inschrijving van JDE geldig was en dat er geen sprake was van een manipulatieve inschrijving. De rechtbank stelde vast dat de Radboud Universiteit de inschrijving van JDE voldoende had geverifieerd en dat de door JDE aangeboden prijzen in overeenstemming waren met de aanbestedingsstukken. De vorderingen van Maas werden afgewezen, en de rechtbank oordeelde dat JDE als tussenkomende partij in het geding werd toegelaten. Maas werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de Radboud Universiteit als JDE.

De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van inschrijvingen in aanbestedingsprocedures en de noodzaak voor inschrijvers om hun biedingen goed te onderbouwen. De rechtbank bevestigde dat het aan de aanbestedende dienst is om te bepalen of een inschrijving manipulatief is, en dat inschrijvers strategische keuzes mogen maken in hun biedingen, zolang deze binnen de regels van de aanbesteding blijven.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/450325 / KG ZA 25-118
Vonnis in kort geding van 3 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAAS INTERNATIONAL B.V.,
statutair gevestigd te Veldhoven,
eisende partij,
hierna te noemen: Maas,
advocaten: mrs. J.H.J. Bax en mr. A.H. Klein Hofmeijer,
tegen
de stichting
STICHTING RADBOUD UNIVERSITEIT,
zetelende te Nijmegen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: RU,
advocaat: mr. T. van Wijk,
waarin heeft gevorderd als tussenkomende partij, althans voegende partij aan de zijde van RU, te worden toegelaten:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JACOBS DOUWE EGBERTS PRO NL B.V.,
gevestigd te Joure,
eisende partij in het incident tot tussenkomst, althans voeging,
hierna te noemen: JDE,
advocaten: mrs. D.B. Zieren en I.S. ’t Mannetje.

1.De procedure

In de hoofdzaak en in het incident tot tussenkomst, althans voeging
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 17 van 17 april 2025,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging namens JDE, ingediend op 6 juni 2025,
- de brief namens de voorzieningenrechter aan de advocaten van Maas en RU met betrekking tot de toelating van JDE tot het digitale procesdossier,
- een tweetal brieven van de advocaten van Maas en RU, ingediend op 11 juni 2025,
- de brief met twee producties namens JDE, ingediend op 13 juni 2025,
- de mondelinge behandeling van 17 juni 2025,
- de pleitnota van Maas,
- de pleitnota van RU,
- de pleitnota van JDE.

2.De feiten

In de hoofdzaak en in het incident tot tussenkomst, althans voeging
2.1.
RU heeft de dienstverlening van onbemande automatenvoorziening binnen RU op dit moment bij twee leveranciers ondergebracht, te weten Maas en JDE. Maas verzorgt binnen de huidige overeenkomst de automatenvoorziening binnen RU. De verzorging van de automatenvoorziening betreft een full-service contract voor warme drankenautomaten en vendingmachines voor de verstrekking van frisdranken en versnaperingen. JDE exploiteert een vijftal luxe onbemande koffiecorners in de publieke omgeving bedoeld voor studenten. De exploitatie is voor rekening en risico van Douwe Egberts.
2.2.
RU heeft een Europese aanbestedingsprocedure georganiseerd, waarbij zij nog maar één opdrachtnemer wil contracteren. Maas en JDE hebben zich ingeschreven op de Europese openbare aanbestedingsprocedure van RU voor automatenvoorzieningen voor eten en drinken (identificatiecode: 2b89898d-987d-43b0-a7bb-c4634d4885dc), evenals een derde inschrijver ([bedrijf 1]).
2.3.
In de Aanbestedingsleidraad staat, voor zover voor de beoordeling van dit geschil relevant, het volgende:
“(…)
2.1.
Inleiding en omschrijving opdracht
2.1.1.
De scope en Gewenste situatie
De scope van deze aanbesteding betreft het contracteren van één Opdrachtnemer met duurzaamheid in haar DNA, die de totale dienstverlening rondom automatenvoorzieningen eten & drinken voor de Radboud Universiteit verzorgt. Een Opdrachtnemer die invulling
geeft aan onze ambities, doelstellingen, eisen en met ons meegroeit, samen met ons ontwikkelt en ons ontzorgt.
Gewenste situatie
De omvang van de uitgaven aan automatenvoorzieningen eten & drinken maakt een aanbesteding noodzakelijk. Naast het voldoen aan deze wettelijke verplichting, heeft de universiteit ook tot doel om automatenvoorzieningen eten & drinken zo efficiënt mogelijk in te kopen, waarbij een uniforme goede kwaliteit wordt geboden tegen een zo goed mogelijke prijs.
In de bijlage treft u een uitgebreide omschrijving aan van de scope en de gewenste situatie.
Duur van de opdracht
De Radboud Universiteit wenst met 1 inschrijver een raamovereenkomst te sluiten, gedurende 8 jaar en met de optie om 2 x 1 jaar te verlengen.
(…)
2.2.14.
Abnormaal lage of manipulatieve inschrijvingen
Radboud Universiteit kan besluiten abnormaal lage inschrijvingen terzijde te leggen en uit te sluiten van de verdere procedure. Alvorens Radboud Universiteit tot uitsluiting overgaat, verzoekt Radboud Universiteit inschrijver om een toelichting op de voorgestelde prijs of kosten. (…)
Manipulatieve inschrijvingen zijn niet toegestaan en zijn per definitie ongeldig. Inschrijvingen waaruit blijkt dat het beoogde doel gefrustreerd wordt, of waar doelbewust en/of klaarblijkelijk de gunningssystematiek misbruikt wordt, zijn voorbeelden van manipulatieve inschrijvingen.
(…)

3.Programma van eisen

(…)
Eis nr. 13. Financiën en administratie
(…)
13.2
De opdrachtnemer vult het prijzenblad (bijlage 5) in conform de instructie en toelichting.
13.3
De inschrijfprijs die de opdrachtgever uitvraagt voor de warme drankenautomaten
bestaat uit 3 onderdelen:
 Prijs per type warme drankenautomaat: dit zijn de
all-inprijzen van de opdrachtnemer
excl. btw. Dat betekent inclusief
alle kosten(exclusief ingrediënten) zoals (her)plaatsing, transport, dagelijks onderhoud, onderkasten, vervanging, storingsonderhoud, schoonmaakkosten en alle overige kosten;

All-intikprijs medewerkers consumpties;
 De verkoopprijzen voor de studenten en bezoekers voor de top 4 warme dranken. Na
gunning worden de verkoopprijzen van de overige varianten warme dranken
vastgesteld. Deze staan in verhouding tot de aangeboden verkoopprijzen. Na
goedkeuring door de opdrachtgever worden de verkoopprijzen ingevoerd.
De opdrachtnemer brengt geen overige, aanvullende kosten in rekening.
Alle overige automatenvoorzieningen eten & drinken exploiteert de opdrachtnemer voor eigen rekening en risico.
(…)

4.Gunningscriteria

4.1.
Beoordeling van de inschrijvingen
(…)
Beoordeling op de Kwaliteitscriteria
(…)
Nadat de kwalitatieve beoordelingen zijn afgerond, worden de prijslijst inzichtelijk gemaakt voor het beoordelingsteam. De Radboud Universiteit gebruikt ‘Beste Prijs-Kwaliteitverhouding’ (Beste PKV) als gunningsmethodiek. Per Inschrijving wordt de totaalscore bepaald door het optellen van de score voor het subgunningscriterium prijs en de score voor het subgunningscriterium kwaliteit. De Inschrijvingen worden in rangorde geplaatst, waarbij de Inschrijving met de hoogste totaalscore als eerste in rangorde staat. De Opdracht zal worden gegund aan de inschrijver met de bij de beoordeling als eerste in rangorde is geëindigd. (…)”
2.4.
In bijlage 4 van de Aanbestedingsleidraad worden de vereiste gunningscriteria en wegingen behorende bij de onderhavige aanbesteding toegelicht. In de bijlage staat onder meer het volgende:
“(…)
1.1
Prijs-Kwaliteitverhouding
Ter bepaling van het criterium economische meest voordelige inschrijving (art. 2.114 Aanbestedingswet 2012) worden de inschrijvingen beoordeeld op basis van het gunningscriterium: Beste prijs-kwaliteitsverhouding (Beste PKV).
De volgende weging is van toepassing:
1.1.1
Subgunningscriterium prijs
De prijsbeoordeling bestaat uit drie onderdelen:
a. Vaste kosten machinepark;
b. Tikprijs medewerkersconsumpties bij de reguliere en luxe warme drankenmachines (
all-inn);
c. Verkoopprijzen voor studenten voor de top 4 hardlopers warme dranken.
De prijs wordt beoordeeld aan de hand van de ingevulde bijlage 5 Prijzenblad. De
inschrijvers vullen de prijsbijlage in, ondertekenen deze rechtsgeldig en voegen dit
document toe aan vragenlijst 4.4 op het Mercell Source-to-Contract platform. Er wordt niet
beoordeeld op een totale inschrijfprijs, maar er wordt op een inschrijfprijs per onderdeel (a,
b en c) beoordeeld:
  • Onderdeel a: kosten automaten initiële contracttermijn. Dat betekent inclusief alle kosten (exclusief ingrediënten) zoals huur, (her-)plaatsing, transport, dagelijks onderhoud, onderkasten, vervanging, storingsonderhoud, schoonmaakkosten en alle overige kosten. = (laagste tarief automaten/ tarief Inschrijver) * 0 punten) = score onderdeel a;
  • Onderdeel b:
  • Onderdeel c: Verkoopprijs studenten = (Laagste inschrijfprijs/ inschrijfprijs inschrijver) * 10 punten = score inschrijver onderdeel c.
De inschrijver met de laagste inschrijfprijs per onderdeel, krijgt het maximaal te behalen punten, voor het desbetreffende onderdeel. De inschrijfprijs van de andere inschrijvers worden hieraan gerelateerd, volgens de formule zoals hierboven beschreven per onderdeel.
De voorwaarden met betrekking tot het subgunningscriterium prijs zijn opgenomen in de prijsbijlage. (…)”
2.5.
In de bij de Aanbestedingsleidraad behorende bijlage ‘Uitgebreide omschrijving van de scope en gewenste situatie’ staat, voor zover relevant, het volgende:
“1. Opdrachtomschrijving
De scope van deze aanbesteding betreft het contracteren van één opdrachtnemer in de rol van aanbieder van
selfservicevoor warme dranken, frisdranken en snacks. De Radboud Universiteit (oftewel: de opdrachtgever) zoekt een innovatieve partij met duurzaamheid in het DNA. Een leverancier die vanuit expertise invulling geeft aan de ambities, doelstellingen en eisen van de Radboud Universiteit en die als samenwerkingspartner meegroeit, mee-ontwikkelt en ontzorgt.
(…)
1.1
Organisatie
(…)
Betere klantbeleving
(…)
 Betaalbaarheid: aanbod tegen scherpere of gelijke prijzen. Dit onderwerp valt uiteen in twee punten:
1) Betaalbaarheid voor de universiteit, te bereiken door inzet van minder machines.
2) Betaalbaar voor de studenten en bezoekers; uit een eerder uitgevoerde benchmark is gebleken dat de Radboud Universiteit een relatief hoge prijs hanteert voor koffie voor studenten en bezoekers. Dit is niet in lijn met de missie van de Radboud Universiteit.
(…)
2.6.
In de Nota van Inlichtingen (NvI) staat onder meer:
2.7.
Bij brief van 6 maart 2025 heeft RU aan Maas medegedeeld dat zij de opdracht aan JDE wenst te gunnen.
2.8.
Bij brief van 11 maart 2025 heeft Maas naar aanleiding van de voorlopige gunningsbeslissing vragen gesteld aan RU.
2.9.
Bij brief van 31 maart 2025 heeft RU de vragen van Maas beantwoord. RU schijft in de brief dat drie partijen zich hebben ingeschreven op de aanbesteding en dat Maas op de tweede plaats is geëindigd. Verder heeft RU door middel van de volgende tabel de scores van de winnende inschrijver, JDE, en Maas weergegeven:
2.10.
Bij brief van 3 april 2025 heeft Maas inhoudelijk gereageerd op de brief van RU van 31 maart 2025. Maas heeft in de brief bezwaar gemaakt tegen de voorlopige gunning aan JDE en RU verzocht om te bevestigen dat de inschrijving van JDE alsnog ongeldig wordt verklaard, alsmede dat RU de opdracht alsnog voorlopig gunt aan Maas. RU heeft aan die verzoeken geen gehoor gegeven.

3.Het geschil

In de hoofdzaak
3.1.
Maas vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
RU verbiedt om uitvoering te geven aan het voornemen om de opdracht voor een automatenvoorziening voor eten en drinken te gunnen aan JDE (d.d. 6 maart 2025 en/of 31 maart 2025), althans RU verbiedt op basis van dat gunningsvoornemen (definitief) met JDE een overeenkomst te sluiten; en
RU gebiedt om het voornemen om de opdracht voor een automatenvoorziening voor eten en drinken te gunnen aan JDE (d.d. 6 maart 2025 en/of 31 maart 2025) in te trekken en ingetrokken te houden; en
RU gebiedt om de inschrijving van JDE ongeldig te verklaren; en
als RU de nog een opdracht voor automatenvoorziening voor eten en drinken aan een derde wil gunnen, RU verbiedt om die opdracht voorlopig te gunnen aan een ander dan Maas; en
RU gebiedt om de betrokken inschrijvers binnen twee werkdagen na dagtekening van het vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter vast te stellen redelijke termijn, in kennis te stellen over de voornoemde beslissingen;
subsidiair:
RU verbiedt om uitvoering te geven aan het voornemen om de opdracht voor een automatenvoorziening voor eten en drinken te gunnen aan JDE (d.d. 6 maart 2025 en/of 31 maart 2025), althans RU verbiedt op basis van dat gunningsvoornemen (definitief) met JDE een overeenkomst te sluiten; en
RU gebiedt om het voornemen om de opdracht voor een automatenvoorziening voor eten en drinken te gunnen aan JDE (d.d. 6 maart 2025 en/of 31 maart 2025) in te trekken en ingetrokken te houden; en
RU gebiedt om de aanbestedingsprocedure voor een automatenvoorziening voor eten en drinken (identificatiecode 2b89898d-987d-43b0-a7bb-c4634d4885dc) in te trekken, te staken en gestaakt te houden;
de betrokken inschrijvers binnen twee werkdagen na dagtekening van het vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter vast te stellen redelijke termijn, te informeren over de intrekking van de aanbestedingsprocedure door middel van een intrekkingsbeslissing waarin de redenen voor de intrekking van de aanbestedingsprocedure limitatief en deugdelijk zijn genoemd;
in alle gevallen:
RU veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
3.2.
RU voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Maas in haar vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Maas, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Maas in de kosten van deze procedure. In het incident
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In het incident tot tussenkomst, althans voeging
3.4.
JDE vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in het incident
primair:
1. JDE toestaat tussen te komen in het kort geding tussen Maas en RU,
subsidiair:
2. JDE toestaat zich te voegen aan de zijde van RU in het kort geding tussen Maas en RU,
primair en subsidiair:
3. met veroordeling van Maas in de kosten van het incident;
in de hoofdzaak
4. Maas niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans deze af te wijzen;
5. RU verbiedt de opdracht te gunnen aan een ander dan JDE, indien en voor zover RU nog tot gunning wenst over te gaan; en
6. Maas veroordeelt tot vergoeding van de proceskosten aan de zijde van JDE, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
3.5.
Maas en RU voeren geen verweer tegen de incidentele vordering van JDE tot tussenkomst, dan wel voeging. RU voert wel verweer tegen de vorderingen van JDE in de hoofdzaak en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van JDE in haar vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van JDE, met veroordeling van Maas dan wel JDE in de kosten van het incident.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In het incident tot tussenkomst, althans voeging
4.1.
Maas en RU hebben geen verweer gevoerd tegen de vordering tot tussenkomst van JDE. JDE heeft bovendien een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang om als tussenkomende partij in het geding te komen, omdat JDE de inschrijver is aan wie de aanbestedende dienst voornemens is de opdracht te gunnen. JDE zal daarom worden toegelaten als tussenkomende partij.
4.2.
Maas en RU zullen in de kosten van het incident worden veroordeeld, welke kosten worden begroot op nihil.
In de hoofdzaak
4.3.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende voort uit de aard van de vorderingen en de stellingen van Maas.
4.4.
Maas komt in dit kort geding op tegen de voorlopige gunningsbeslissing van RU waarbij zij de opdracht voorlopig aan JDE heeft gegund. Maas legt aan haar vorderingen ten grondslag dat RU de opdracht ten onrechte voorlopig aan JDE heeft gegund, omdat de inschrijving van JDE manipulatief is en daarmee ongeldig. Ter onderbouwing van haar standpunt stelt Maas dat JDE op het prijsonderdeel “tikprijs studenten” met een prijs heeft ingeschreven die 50% lager is dan het gemiddelde van de andere inschrijvers, hetgeen op grond van het antwoord op vraag 201 in de Nota van Inlichtingen kwalificeert als een manipulatieve inschrijving. Maas stelt verder dat de door JDE aangeboden tikprijzen voor studenten en medewerkers zodanig verschillend zijn, dat ook materieel sprake is van een manipulatieve inschrijving. Het verschil in tikprijs valt volgens Maas niet te verklaren vanuit een verschil in kostprijs.
4.5.
RU en JDE voeren verweer tegen de vorderingen van Maas en stellen zich op het standpunt dat JDE een geldige inschrijving heeft gedaan, zodat de opdracht op basis van de reeds door RU genomen voorlopige gunningsbeslissing aan JDE dient te worden gegund. RU en JDE voeren ter onderbouwing van hun verweer onder meer aan dat de formule in het antwoord op vraag 201 in de Nota van Inlichtingen relateert aan de gemiddelde prijs van alle inschrijvers, dat geen sprake is van een abnormaal lage of manipulatieve inschrijving van JDE en dat JDE conform de prijzensystematiek van RU heeft ingeschreven.
4.6.
In dit kort geding staat de vraag centraal of RU de inschrijving van JDE ongeldig had moeten verklaren vanwege de door Maas vermeende manipulatieve inschrijving van JDE. Bij beantwoording van de vraag of een inschrijving manipulatief is, is een terughoudende beoordeling op zijn plaats. Het is aan de eisende partij om voldoende concreet te stellen en met ter zake relevante en verifieerbare stukken te onderbouwen dat haar concurrent een manipulatieve inschrijving heeft gedaan. Pas als twijfel mogelijk is over de inschrijving dient de aanbestedende dienst voldoende inzichtelijk te maken dat en waarom aan de door haar gestelde eisen en voorwaarden is voldaan.
4.7.
Verder geldt dat het inschrijvers is toegestaan om een strategische inschrijving te doen. Inschrijvers mogen hun biedingen dan ook zo invullen dat daardoor een maximaal of minimaal (afhankelijk van de systematiek) aantal punten wordt gescoord. De bedoeling van gunningscriteria is immers om aan te geven op welke wijze de aanbestedingsprocedure kan worden gewonnen. Een strategische inschrijving moet echter worden onderscheiden van een manipulatieve inschrijving. Daarvan kan sprake zijn wanneer de beoordelingssystematiek zo wordt gemanipuleerd dat het daarmee beoogde doel wordt verstoord. RU heeft in de Nota van Inlichtingen op vraag 201, om te definiëren wanneer sprake is van een abnormaal lage prijs of manipulatieve prijs en hoe wordt getoetst of daarvan sprake is, geantwoord dat daarvan in ieder geval sprake is indien een inschrijver een prijs aanbiedt 50% lager dan het gemiddelde van de andere inschrijvers.
4.8.
Allereerst wordt overwogen dat het door RU gegeven antwoord op vraag 201 geen onderscheid lijkt te maken tussen een abnormaal lage prijs en een manipulatieve prijs. Daaruit kan dus niet zonder meer worden afgeleid dat een prijs lager dan 50% van het gemiddelde van de andere inschrijvers per definitie manipulatief is, zoals Maas betoogt.
RU voert aan dat het begrip ‘manipulatieve inschrijving’ in art. 2.2.14 van de Aanbestedingsleidraad betrekking heeft op de inschrijving, niet op de afzonderlijke prijsonderdelen, en dat de totale inschrijfprijs van JDE niet meer dan 50% lager is dan het gemiddelde van de andere inschrijvers, zodat geen sprake is van een abnormaal lage inschrijving noch van een manipulatieve inschrijving.
4.9.
Maas betwist niet dat de totale inschrijfsom van JDE niet lager is dan 50% van het gemiddelde van de andere twee inschrijvers, maar stelt zich op het standpunt dat het niet gaat om de totale inschrijfprijs, maar om een beoordeling van de afzonderlijke prijsonderdelen, in dit geval het prijsonderdeel voor studenten. Dat leidt zij af uit het feit dat vraag 201 van de Nota van Inlichtingen is gesteld naar aanleiding van het antwoord op vraag 89, waar het over de verkoopprijs voor studenten gaat en is verzocht om een minimumprijs vast te stellen om manipulatieve inschrijving te voorkomen. Maas stelt dat de door JDE aangeboden prijs op het prijsonderdeel voor studenten lager is dan 50% van het gemiddelde van de andere twee inschrijvers.
4.10.
Ook indien van de uitleg van Maas wordt uitgegaan dat per prijsonderdeel moet worden beoordeeld of sprake is van een manipulatieve prijs c.q. manipulatieve inschrijving, dan heeft het volgende te gelden. Als de door JDE aangeboden prijs op het prijsonderdeel voor studenten lager is dan 50% van het gemiddelde van de andere inschrijvers kan sprake zijn van een abnormaal lage prijs. In dat geval kan RU de inschrijving terzijde leggen en uitsluiten van de verdere procedure. Vaststaat dat RU naar aanleiding van het bezwaar van Maas dat sprake zou zijn van een manipulatieve inschrijving van JDE tot verificatie van die inschrijving is overgegaan. Op grond daarvan heeft RU geconstateerd dat de door JDE voorgestelde prijzen genoegzaam worden gestaafd door het verstrekte bewijsmateriaal en de bijbehorende toelichting.
4.11.
Op grond van eis 13.3 van het Programma van eisen bestaat de inschrijfprijs die RU uitvraagt voor de warme drankenautomaten na de wijziging ervan (zie de vragen 291 en 342 van de Nota van Inlichtingen) uit drie onderdelen. Twee daarvan zijn ‘all-in’ prijzen, namelijk prijsonderdeel a. all-in tikprijs medewerkers luxe kwaliteit en onderdeel b. de all-in tikprijs medewerkers reguliere kwaliteit. Prijsonderdeel c., de verkoopprijs voor studenten, betreft géén all-in prijs. In de toelichting bij eis 13.3 staat dat ‘all-in prijzen’ betekent inclusief alle kosten (exclusief ingrediënten) zoals (her)plaatsing, transport, dagelijks onderhoud, onderkasten, vervanging, storingsonderhoud, schoonmaakkosten en alle overige kosten. De door RU gekozen prijzensystematiek, in het bijzonder het verschil tussen de prijsonderdelen a. en b. in verhouding tot prijsonderdeel c., komt voort uit het feit dat de medewerkers van RU en studenten gebruik maken van dezelfde automaten en de wens van RU om een lagere verkoopprijs aan studenten te kunnen aanbieden (zie punt 2 van de het onderdeel ‘Betere klantbeleving’ in de bijlage bij de Aanbestedingsleidraad ‘Uitgebreide omschrijving van de scope en gewenste situatie’). In de door RU gekozen prijzensystematiek kunnen de (vaste en overige) kosten van de inschrijvers voor de automaten worden verdisconteerd in de prijsonderdelen a. en b., te weten de all-in tikprijzen voor medewerkers, waardoor zij op prijsonderdeel c.., de verkoopprijs voor studenten, lager kunnen inschrijven. Dit betreft aldus een uitdrukkelijke keuze van RU en met de door haar gekozen prijzensystematiek heeft zij inschrijvers uitgenodigd om zo laag mogelijk in te schrijven op het prijsonderdeel c., verkoopprijzen voor studenten. In het antwoord op vraag 202 van de Nota van Inlichtingen is nog eens expliciet aangegeven dat indien op de studentprijs laag wordt ingeschreven dat inhoudt dat de medewerkerstikprijs automatisch hoger wordt en dat dat laatste met de meeste punten wordt beoordeeld. Maas heeft de hiervoor omschreven en ter zitting besproken prijzensystematiek niet betwist. Dat Maas, anders dan JDE, kennelijk heeft ingeschreven met een tikprijs voor studenten waarin ook (een deel van de) vaste en overige kosten voor de automaten is verdisconteerd en daarmee een aanzienlijk hogere prijs op dat prijsonderdeel heeft aangeboden dan JDE (de plafondprijs van € 0,60 per consumptie), is haar eigen keuze en komt geheel voor haar rekening en risico.
4.12.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat voor RU geen aanleiding bestond om de inschrijving van JDE vanwege de aangeboden prijzen, waaronder de lage tikprijs voor studenten, terzijde te leggen en uit te sluiten van de verdere procedure. Dat de inschrijving van JDE daarmee manipulatief is, is door Maas geenszins aannemelijk gemaakt. De inschrijving van JDE is in overeenstemming met de aanbestedingsstukken en de gunningssystematiek en is geheel in lijn met het door RU beoogde doel, te weten lagere verkoopprijzen voor studenten. Hetgeen Maas aan haar primaire vorderingen ten grondslag legt, namelijk dat sprake is van een manipulatieve inschrijving omdat JDE op het prijsonderdeel tikprijs voor studenten met een prijs heeft ingeschreven die 50% lager is dan het gemiddelde van de andere inschrijvers op dat prijsonderdeel, berust dan ook op een onjuiste uitleg van de aanbestedingsstukken en de door RU gehanteerde prijzensystematiek en kan om die reden niet leiden tot toewijzing van de primaire vorderingen.
4.13.
Maas stelt verder nog dat de door JDE aangeboden tikprijzen voor studenten en medewerkers zodanig in hoogte verschillen en de door JDE aangeboden tikprijs voor studenten waarschijnlijk nog lager is dan de minimale kostprijs per consumptie, dat ook materieel sprake is van een manipulatieve inschrijving.
4.14.
Allereerst wordt overwogen dat de tikprijs voor studenten, in tegenstelling tot de tikprijs voor medewerkers, geen all-in prijs betreft, zodat daarin niet alle kosten verdisconteerd hoeven te zijn. JDE heeft verder gemotiveerd toegelicht dat zij een reële prijs voor studenten heeft aangeboden en dat die prijs, in tegenstelling tot wat Maas bepleit, meer dan kostendekkend is. Ter onderbouwing heeft JDE aangevoerd dat de door haar gehanteerde ingrediëntprijzen lager zijn dan die van Maas, omdat JDE onderdeel uitmaakt van een van de grootste koffie- en theebedrijven ter wereld, waardoor zij in staat is efficiënt(er) in te kopen tegen prijzen die aanmerkelijk lager zijn dan de prijzen die Maas heeft opgenomen in haar berekening, dat de vaste kosten per consumptie geen onderdeel uitmaken van de door haar aangeboden verkoopprijs voor studenten maar deel uitmaken van de all-in tikprijs voor medewerkers en dat zij bovendien lagere transactiekosten hanteert. Dit alles is niet, althans onvoldoende door Maas weersproken. Gelet hierop kan worden vastgesteld dat JDE bij haar inschrijving de in de aanbestedingsstukken voorgeschreven prijzensystematiek heeft gehanteerd, waarbij zij in lijn handelde met de wens van RU om consumpties voor studenten tegen lagere prijzen te kunnen aanbieden. Op grond van al het voorgaande is voorshands voldoende aannemelijk geworden dat JDE een reële tikprijs voor studenten heeft aangeboden en dat ook materieel geen sprake is van een manipulatieve inschrijving.
4.15.
Bij deze stand van zaken wordt voorshands aangenomen dat JDE een geldige inschrijving heeft gedaan op de door RU in de markt gezette opdracht voor automatenvoorzieningen voor eten en drinken. De primaire vorderingen van Maas worden dan ook afgewezen.
4.16.
Ten aanzien van de subsidiaire vordering van Maas onder 3. geldt dat hiervoor al is geoordeeld dat geen sprake is van een manipulatieve inschrijving van JDE, zodat zij als terechte winnaar door RU is geselecteerd op basis van de door RU gehanteerde prijzensystematiek,. Daarmee ontbreekt ook de grondslag voor de subsidiaire vordering van Maas strekkende tot intrekking en staking van de aanbestedingsprocedure, zodat die vordering eveneens wordt afgewezen, evenals de daarmee verband houdende vordering onder 4. Dat betekent dat hetgeen partijen verder nog over en weer hebben aangevoerd onbesproken kan blijven.
4.17.
Afwijzing van de vorderingen van Maas leidt tot beoordeling van de inhoudelijke vordering van JDE in de hoofdzaak onder 5. JDE vordert een verbod voor RU om, voor zover zij de opdracht nog wenst te gunnen, dat aan een ander dan JDE te doen. RU heeft ter zitting toegezegd dat zij nog altijd het voornemen heeft om de opdracht te gunnen aan JDE. Nu geen aanleiding bestaat om aan deze toezegging van RU te twijfelen, zal het gevorderde verbod wegens gebrek aan belang worden afgewezen.
4.18.
Nu Maas in het ongelijk is gesteld moet zij de proceskosten (inclusief nakosten) van RU en JDE betalen. De proceskosten van RU en JDE worden voor iedere partij afzonderlijk begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.973,00
4.19.
De door JDE gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In het incident tot tussenkomst
5.1.
laat JDE toe als tussenkomende partij in het kort geding van Maas tegen RU,
5.2.
veroordeelt Maas en RU tot betaling van de proceskosten in het incident tot tussenkomst, aan de zijde van JDE tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil,
In de hoofdzaak
5.3.
wijst de vorderingen van Maas af,
5.4.
wijst de vordering van JDE onder 5. af,
5.5.
veroordeelt Maas in de proceskosten van RU van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Maas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
veroordeelt Maas in de proceskosten van JDE van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Maas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,
5.7.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.
506