ECLI:NL:RBGEL:2025:6633

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juli 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
C/05/452995 / ZJ RK 25-516
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van jeugdhulp

Op 24 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak betreft de William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling betrokken is bij de zorg voor de minderjarigen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van beide minderjarigen ernstig bedreigd wordt door de huidige omstandigheden in hun gezin. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn zorgen over hun opvoedvaardigheden en de stabiliteit van de thuissituatie. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van beide minderjarigen verlengd tot 10 augustus 2026, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De ouders hebben aangegeven dat zij openstaan voor begeleiding en hulpverlening, en er is een groeiende samenwerking met de GI. De kinderrechter heeft in zijn overwegingen ook de wensen van de minderjarigen meegenomen, waarbij [minderjarige 1] heeft aangegeven graag bij haar moeder te willen wonen. Echter, gezien de complexe situatie en de noodzaak voor verdere ondersteuning, is besloten om de huidige maatregelen te handhaven. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Zutphen
Zaaknummer: C/05/452995 / ZJ RK 25-516
Datum uitspraak: 24 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de GI,
over
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats moeder] ,
advocaat mr. E.N. Mulder te Nijkerk,
[naam vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats vader] ,
advocaat mr. R.W.A. Offermans te Almere.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 16 juni 2025;
  • productie 1 en 2, ontvangen van de advocaat van de moeder op 11 juli 2025;
  • aanvullende stukken van de GI, ontvangen op 22 juli 2025;
  • de brief van [minderjarige 1] van 21 juli 2025, ontvangen op 23 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder met haar advocaat;
  • de vader en zijn advocaat;
- twee vertegenwoordigers van de GI.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar hun mening gevraagd. [minderjarige 2] heeft geen mening gegeven. [minderjarige 1] heeft hierover een brief gestuurd. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige 1] heeft geschreven. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
[minderjarige 1]
2.2.
verblijft in een gezinshuis.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 8 augustus 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en de machtiging [minderjarige 1] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gezinsgerichte voorziening verlengd tot 10 augustus 2025.
[minderjarige 2]
2.4.
verbleef tot voor kort in een groep van Pactum, [locatie] . Eind juli 2025 is hij verhuisd naar een crisis leefgroep in Apeldoorn in afwachting van een plek bij [naam accommodatie] .
2.5.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 1 augustus 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige 2] en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 10 augustus 2025. Bij (spoed)beschikking van
16 januari 2025 heeft de kinderrechter in deze rechtbank toestemming verleend om de verblijfplaats van [minderjarige 2] te wijzigen naar een accommodatie jeugdhulpaanbieder, in eerste instantie tot 13 februari 2025 en vervolgens bij beschikking van 23 januari 2025 tot
10 augustus 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de GI de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van een jaar. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Op de zitting licht de GI het verzoek toe. De GI waardeert de groeiende samenwerking met de ouders het afgelopen jaar, ondanks dat de ouders met de GI verschillen van mening over wat goed is voor de kinderen en er nog veel gaande is in het gezin.
[minderjarige 1]
3.2.
is krachtig, zij doet het goed in het gezinshuis en op school. [minderjarige 1] is loyaal naar haar moeder en geeft aan graag bij haar moeder te willen wonen. Tegelijkertijd is zij niet open over de (driewekelijkse) weekenden bij haar moeder, omdat zij bang lijkt te zijn voor een effect op de omgang. De contacten tussen [minderjarige 1] en haar moeder vinden nu buiten aanwezigheid van de vader en [minderjarige 2] plaats. De GI is in afwachting van de evaluatie van Curess begin september 2025 over het verloop van de omgang. De GI wil toewerken naar een maximale omgang tussen [minderjarige 1] en de moeder. Later wordt gekeken of en hoe de vader en [minderjarige 2] daar op aan kunnen sluiten.
[minderjarige 2]
3.3.
heeft een onrustig jaar gehad en verblijft, in afwachting van een plaats in [naam accommodatie] , op een crisisplek in een leefgroep in Apeldoorn. [minderjarige 2] bepaalt zelf de wanneer en hoe vaak hij zijn vader ziet. [minderjarige 2] wordt behandeld door [naam accommodatie] . Met de verhuizing is onzekerheid ontstaan over de financiering daarvan.

4.De standpunten

Het standpunt van de moeder
[minderjarige 1]
4.1.
De moeder stemt in met de verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] . Zij stemt niet in met de verlenging van de uithuisplaatsing en wil dat [minderjarige 1] bij haar thuis komt wonen. De vader en de moeder hebben hard aan zichzelf en hun relatie gewerkt en staan open voor begeleiding. Door en namens de moeder wordt primair gepleit tot afwijzing van het verzoek tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en herziening van het eerder vastgestelde perspectief van [minderjarige 1] . Subsidiair wordt verzocht de termijn van de verlenging van de uithuisplaatsing te beperken tot zes maanden met de opdracht om toe te werken naar een terugkeer van [minderjarige 1] naar de thuissituatie bij de moeder.
[minderjarige 2]
De moeder stemt in met de machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige 2] . Zij erkent dat [minderjarige 2] behandeling nodig heeft. De moeder en de vader zien in dat zij samen nog wat te doen hebben in hun relatie.
Het standpunt van de vader
4.2.
De vader ondersteunt het standpunt van de moeder. Voor de vader betekent dit dat hij gedurende de omgang van de moeder met [minderjarige 1] in [woonplaats vader] zal verblijven. De vader hoopt dat hij op een later moment kan aansluiten op de omgang. Door en namens de vader wordt aangegeven dat hij na een eerdere veroordeling door de rechtbank in hoger beroep vrijgesproken is van seksueel misbruik. Dat was eerder de reden voor de uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , maar dat is dus ten onrechte. Ook de twijfels over de beperkingen van de moeder waardoor zij niet opgewassen zou zijn tegen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] worden volgens de vader weerlegd in recente documenten. De moeder zou daarom een kans moeten krijgen. De samenwerking tussen de GI en de ouders loopt goed, zij werken mee aan alle hulpverlening en hebben zich ontwikkeld.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
De ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt nog steeds ernstig bedreigd. [minderjarige 1] heeft een complexe achtergrond met ernstige problemen in het gezinsleven en onstabiele opvoedomstandigheden. Zij ontwikkelt zich positief, maar er blijven zorgen over haar emotionele en psychisch welzijn. Daarvoor blijft passende ondersteuning nodig. De situatie van [minderjarige 2] is complex en er zijn zorgen over zowel persoonlijke als gezinsgerelateerde problematiek. De ouders zien dat er voor [minderjarige 2] nog hulpverlening en behandeling nodig is en dat zij hem niet de benodigde opvoedomgeving kunnen bieden. [minderjarige 2] heeft behoefte aan structurele ondersteuning bij zijn school- en werkverplichtingen en het omgaan met stress. De GI onderzoekt wat [minderjarige 2] nodig heeft om zich tot een stabiele volwassene te kunnen ontwikkelen met een positief toekomstperspectief.
5.3.
De vader en de moeder werken goed samen met de GI, zij staan open voor de hulp en werken hard aan hun eigen ontwikkeling en opvoedvaardigheden. Ook zijn zij in relatietherapie bij [naam accommodatie] . De ouders wonen grotendeels samen. Daarnaast woont de vader ook in [woonplaats vader] . De GI wil, nadat het reclasseringstoezicht en de taakstraf van de vader afgerond zijn, zicht krijgen op zijn opvoedvaardigheden.
5.4.
De ernstige ontwikkelingsbedreiging kan niet of onvoldoende worden weggenomen met vrijwillige hulpverlening.
5.5.
De ondertoezichtstelling is daarom nog steeds nodig. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van een jaar.
5.6.
Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding, onderzoek van hun geestelijke toestand en onderzoek van hun lichamelijke toestand. [2] De ouders zijn het eens met een verlenging van de uithuisplaatsing van [minderjarige 2] . Het is de bedoeling dat [minderjarige 2] naar [naam accommodatie] gaat en vandaaruit een koksopleiding gaat volgen. Het is belangrijk dat [minderjarige 2] op een neutrale plek de begeleiding krijgt die hij nodig heeft op zijn weg naar meerderjarigheid.
5.7.
Wat betreft [minderjarige 1] zijn de ouders het niet eens met een machtiging uithuisplaatsing voor de duur van een jaar. Zij willen graag dat [minderjarige 1] binnen afzienbare termijn weer bij de moeder gaat wonen. In haar e-mail aan de kinderrechter heeft [minderjarige 1] zelf ook kenbaar gemaakt dat het haar liefste wens is om weer bij haar moeder te gaan wonen. De kinderrechter heeft [minderjarige 1] het volgende geschreven.

Beste [minderjarige 1] ,
Zoals je weet was donderdag 24 juli 2025 de zitting over jouw ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Waarschijnlijk heb je al gehoord dat ik allebei heb verlengd voor de duur van een jaar. Ik wil je graag uitleggen waarom.
In jouw brief heb je heel duidelijk gemaakt dat je het allerliefst weer bij je moeder wilt wonen. Je vindt dat alles (het hele proces) lang duurt en dat jullie een nieuwe kans zouden moeten krijgen, omdat je vader en moeder zijn veranderd en keihard hun best doen. Je moeder en vader willen ook dat je weer bij je moeder komt wonen. Jouw vader is zelfs bereid hiervoor een stapje terug te doen.
Ik kan jullie wens goed begrijpen en zie dat jullie allemaal ontzettend je best doen. Daarom vind ik ook dat er goed naar jouw situatie gekeken moet worden. Op dit moment is het nog te vroeg om te beslissen dat je weer bij je moeder kunt gaan wonen. Een paar jaar geleden was de situatie zo ernstig dat terugkeer naar huis uitgesloten leek. Maar daarmee is niet gezegd dat dit voor altijd geldt. Inmiddels zijn jullie allemaal een paar jaar verder en is er met hulpverlening veel veranderd. Jij doet het goed in het gezinshuis. Je ouders hebben hulp en begeleiding geaccepteerd.
Wat ik belangrijk vind is dat er goed gekeken wordt wat jij als persoon (inmiddels een puber) nodig hebt om jezelf goed te ontwikkelen. De vervolgvraag is of jouw moeder dat, met steun op afstand van je vader, kan bieden.Ik heb begrepen dat in overleg met jouw ouders, de jeugdbeschermer, PJG en [naam accommodatie] een mooi plan is gemaakt. Het is de bedoeling dat het contact tussen jou en je moeder wordt uitgebreid. Ook zal bekeken worden op welk moment je vader daarbij betrokken kan worden. Dit is een belangrijke stap in het proces waarin jullie kunnen kijken hoe het verder moet. De uitkomst staat wat mij betreft niet vast. Het kan betekenen dat je teruggaat naar je moeder, Het kan ook betekenen dat het gezinshuis voor jou de beste plek is. Ik vind het belangrijk dat jullie hiervoor de tijd nemen. Daarom heb ik de uithuisplaatsing voor een jaar verlengd. Ik hoop dat je in de loop van het jaar meer duidelijkheid krijgt en dat jullie samen een goede keus kunnen maken. Ik wens je voor nu alle goeds.”
5.8.
In aanvulling op deze brief merkt de kinderrechter op dat het belangrijk is om goed te kijken naar wat [minderjarige 1] nodig heeft, wat dat van haar opvoeder vraagt en wat er nodig en mogelijk is om daarin te begeleiden. Alles om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over een eventuele terugkeer van [minderjarige 1] naar moeder en dat op een zorgvuldige wijze te laten verlopen. Een machtiging voor een kortere duur dan een jaar zou dit hele proces onder druk zetten en te grote of minder verantwoorde stappen in de hand werken. Dat is niet in het belang van [minderjarige 1] .
5.9.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 10 augustus 2026;
6.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 10 augustus 2026;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2025 door
mr. A.E.M. Overkamp, kinderrechter, in aanwezigheid van A.G. Wisselink als griffier, en op schrift gesteld op 5 augustus 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:260 BW.
2.Artikel 1:265c, tweede lid, BW.