ECLI:NL:RBGEL:2025:6779

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
13 augustus 2025
Zaaknummer
451290
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nakoming overeenkomst voor maatwerkmeubilair tussen Lucia Horeca B.V. en Goesten en Goesten

In deze zaak, die op 5 juni 2025 werd behandeld, heeft de Rechtbank Gelderland in een kort geding uitspraak gedaan over de nakoming van een overeenkomst tussen Lucia Horeca B.V. en Goesten en Goesten. Lucia Horeca, vertegenwoordigd door mrs. J.J. Timmermans en W.E. Boogert, vorderde dat Goesten en Goesten, vertegenwoordigd door mr. J. Meerman, zou overgaan tot levering van maatwerkmeubilair dat niet tijdig was geleverd. De voorzieningenrechter, mr. D.T. Boks, moest beoordelen of er sprake was van een spoedeisend belang en of de vorderingen in de bodemprocedure kans van slagen hadden.

Lucia Horeca had een restaurant geopend, maar kon dit nog niet optimaal draaien door het ontbreken van een deel van het meubilair. Er was een overeenkomst gesloten waarin Goesten en Goesten zich had verplicht om meubels te leveren, maar er ontstond onenigheid over de leveringsdatum. Na een kort geding en nieuwe afspraken, werden enkele meubels geleverd, maar niet allemaal. De voorzieningenrechter oordeelde dat Lucia Horeca recht had op nakoming van de afspraken en dat Goesten en Goesten verplicht was om de ontbrekende meubels te leveren.

De rechter stelde Goesten en Goesten in het ongelijk en veroordeelde hen tot levering van de maatwerkbanken en barkrukken binnen twee dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 3.000,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 40.000,00. Daarnaast werd Goesten en Goesten veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 2.118,40. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij de rechter de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/451290 / KG ZA 25-140
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding van 5 juni 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LUCIA HORECA B.V.,
statutair gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Lucia Horeca,
advocaten: mrs. J.J. Timmermans en mr. W.E. Boogert,
tegen
de vennootschap onder firma
GOESTEN EN GOESTEN HORECA & PROJECTINRICHTING,
kantoorhoudende te Ammerzoden,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Goesten en Goesten,
advocaat: mr. J. Meerman.
Het kort geding wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Arnhem.
De zaak wordt behandeld door mr. D.T. Boks, voorzieningenrechter, en [naam 1] als griffier.
Aanwezig zijn:
- mw. J.N.L. Tieleman namens Lucia Horeca, bijgestaan door mrs. Timmermans en Boogert voornoemd,
- mr. Meerman voornoemd.
Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de voorzieningenrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.

1.De beoordeling

1.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Lucia Horeca ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
1.2.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vordering. Het restaurant van Lucia Horeca is inmiddels geopend maar nog niet optimaal ingericht omdat een deel van het meubilair nog niet door Goesten en Goesten is geleverd. Zij heeft er belang bij dat zij het restaurant op kort termijn op volle sterkte kan draaien.
1.3.
Tussen partijen is een overeenkomst gesloten op basis waarvan Goesten en Goesten de verbintenis op zich heeft genomen om meubels te leveren (productie 2 bij dagvaarding). Het ging hier om stoelen, barkrukken, maatwerkbanken en maatwerktafels. Voorafgaand hieraan is uitgebreid gesproken over de maten en de kleur van deze meubels alsmede over de datum van levering daarvan.
1.4.
Op enig moment is tussen partijen onenigheid ontstaan over de leveringsdatum. Lucia Horeca is vervolgens een kort geding gestart waarna partijen opnieuw met elkaar in onderhandeling zijn gegaan. In dat kader zijn op 17 april 2025 nieuwe afspraken gemaakt en heeft Goesten en Goesten toegezegd dat de tafels de dag erna zouden worden geleverd, de stoelen en barkrukken het einde van de week daarna (eind week 17) zouden worden geleverd en dat de maatwerkbanken uiterlijk op 29 april 2025 vóór 12.00 uur zouden worden geleverd (productie 19 bij dagvaarding).
1.5.
De tafels en stoelen zijn in overeenstemming met deze afspraken geleverd maar de maatwerkbanken en barkrukken niet. Daarop is er weer een kort geding gestart.
1.6.
Een dag voor de zitting van dit kort geding is een deel van de maatwerkbanken alsnog geleverd. De barkrukken zijn niet geleverd en een deel van de maatwerkbanken ontbreekt ook nog.
1.7.
Lucia Horeca heeft recht op nakoming van de afspraken zoals deze zijn vastgelegd op 17 april 2025. Daarbij zijn geen nadere voorwaarden gesteld. Goesten en Goesten is onverkort gehouden tot levering binnen de daar genoemde termijnen. Dat betekent dat de vordering tot levering van de barkrukken en het restant van de maatwerkbanken kan worden toegewezen. Goesten en Goesten heeft nog naar voren gebracht dat de barkrukken alleen worden geleverd als de leenkrukken worden teruggegeven, maar dit is geen voorwaarde die partijen zijn overeengekomen. De barkrukken moeten nu worden geleverd. Het ligt voor de hand dat Lucia Horeca dan geen belang meer heeft bij de leenkrukken en dat zij deze zal teruggeven op het moment dat de bestelde barkrukken worden geleverd. Goesten en Goesten heeft verder naar voren gebracht dat zij de maatwerkbanken correct heeft geleverd maar zij betwist niet dat een deel van de banken nog bij haar leverancier staat. Blijkbaar zijn die banken nog niet gestoffeerd. Goesten en Goesten heeft daarom het staaltje van de stof waarmee die banken moeten worden gestoffeerd aan Lucia Horeca gegeven en verzocht om goedkeuring van de ten opzichte van de eerder geleverde banken afwijkende kleur. Ook dit is een voorwaarde die Goesten en Goesten niet kan stellen. Zij is verplicht tot levering conform afspraak. Partijen, dat is niet in geschil, hebben kleur ‘Reynaldo Elektra - 562’ afgesproken. Alle maatwerkbanken moeten dan ook in die kleur worden geleverd. Lucia Horeca mag er redelijkerwijs vanuit gaan dat er geen kleurverschillen zijn en zij hoeft daar ook niet mee akkoord te gaan. Het komt voor het risico van Goesten en Goesten dat de leverancier blijkbaar niet alle stof in één en hetzelfde kleurbad heeft gekleurd.
Van de zijde van Lucia Horeca is nog naar voren gebracht dat de maatwerkbanken die zijn geleverd een hoogte hebben van 86 cm, zonder pootjes, terwijl is afgesproken dat de banken een hoogte zouden hebben van 80 cm, inclusief pootjes. Goesten en Goesten heeft daarop naar voren gebracht dat de maten zijn afgestemd met Lucia Horeca. Uit de producties kan echter niets anders worden afgeleid dan dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een hoogte van 80 cm inclusief pootjes. Er zijn geen aanwijzingen dat er op dat punt wijzigingen zijn aangebracht. Dat betekent dat nakoming inhoudt dat Goesten en Goesten maatwerkbanken moet leveren met een hoogte van 80 cm inclusief pootjes. Ook overigens heeft Goesten en Goesten banken te leveren die voldoen aan de afmetingen zoals die zijn opgenomen in productie 28 bij dagvaarding, op pagina 5 en 7.
1.8.
Lucia Horeca heeft er belang bij dat de vordering tot nakoming wordt versterkt met een dwangsom gelet op de vele pogingen die reeds zijn ondernomen om de overeengekomen meubels geleverd te krijgen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
1.9.
Goesten en Goesten is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Lucia Horeca worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
119,40
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.118,40
1.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
2.1.
veroordeelt Goesten en Goesten tot levering van de maatwerkbanken en de barkrukken zoals hiervoor weergegeven onder 1.7. binnen twee dagen na betekening van het vonnis,
2.2.
veroordeelt Goesten en Goesten om aan Lucia Horeca een dwangsom te betalen van € 3.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling onder 2.1. voldoet, tot een maximum van € 40.000,00 is bereikt,
2.3.
veroordeelt Goesten en Goesten in de proceskosten van € 2.118,40, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Goesten en Goesten niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
2.4.
veroordeelt Goesten en Goesten tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
2.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
2.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.