Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 juli 2025
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee ex-echtgenoten over de medewerking aan de levering van twee woningen na hun echtscheiding. De eisende partij, [eiser], heeft in een eerder vonnis de mogelijkheid gekregen om de woningen over te nemen, maar de notariële levering die op 26 mei 2025 gepland was, heeft geen doorgang gevonden. [eiser] stelt dat hij de financiering rond heeft, maar dat er vertraging is ontstaan door aanvullende eisen van de hypotheekverstrekker. De gedaagde partij, [gedaagde], betwist dit en stelt dat [eiser] zijn termijnen niet heeft gehaald en dat de woningen nu verkocht moeten worden volgens eerdere afspraken.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2025 heeft [eiser] verklaard dat er een nieuwe afspraak bij de notaris is gepland voor 5 augustus 2025. Echter, [gedaagde] heeft geen medewerking verleend aan de benodigde documenten, waardoor de levering opnieuw in gevaar komt. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de vertraging niet aan [eiser] kan worden toegerekend en dat hij voldoende voortvarend heeft gehandeld. De rechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet kan weigeren om mee te werken aan de levering, omdat zij geen recht heeft op aanvullende informatie over de financiering van [eiser].
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [eiser] toegewezen, waardoor [gedaagde] verplicht is om haar medewerking te verlenen aan de notariële levering van de woningen. De vorderingen van [gedaagde] in reconventie zijn afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, wat gebruikelijk is in dergelijke echtscheidingszaken.