Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiseres 1] ,
2.
TVM VERZEKERINGEN N.V.,
1.BRAMO S.R.O,
2.
RAZPO SPOL S.R.O.,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 18 juni 2025 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen TVM Verzekeringen N.V. en de gedaagden Bramo S.R.O. en Razpo Spol S.R.O. De eiseressen, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Mulder, hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagden, die niet zijn verschenen. De rechtbank heeft eerst ambtshalve de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld, gezien de buitenlandse vestigingen van de gedaagden in Slowakije en Tsjechië. De rechtbank concludeert dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van het CMR-verdrag, aangezien de plaats van inontvangstname in Nederland ligt.
De rechtbank heeft vervolgens het toepasselijke recht vastgesteld. Voor de rechtsverhouding tussen TVM en Razpo Spol is Tsjechisch recht van toepassing, terwijl voor de rechtsverhouding tussen TVM en Bramo de bepalingen van het CMR-verdrag en de Rome I-Verordening relevant zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden op de juiste wijze zijn betekend, maar zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De eiseressen hebben gevorderd dat TVM hoofdelijk betaling van € 50.085,78 van de gedaagden, maar de feitelijke grondslag voor deze vordering is niet duidelijk uit de dagvaarding. De rechtbank heeft TVM bevolen om zich bij akte uit te laten over de grondslag van haar vordering en heeft de zaak verwezen naar de rol van 30 juli 2025 voor verdere behandeling.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan totdat TVM haar akte heeft ingediend.