ECLI:NL:RBGEL:2025:7052

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
C/05/450935 / FA RK 25-1466
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geslachtsaanduiding en voornaamswijziging in geboorteakte

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 augustus 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding en voornamen in de geboorteakte van een persoon, aangeduid als [naam]. Het verzoekschrift werd op 25 april 2025 ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 7 augustus 2025. De verzoeker, bijgestaan door advocaat mr. K.S.M. Smienk, vroeg de rechtbank om de geslachtsaanduiding op de geboorteakte te wijzigen naar 'X' en de voornamen te wijzigen in [naam] [tweede voornaam]. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand (ABS) van de gemeente West Betuwe was niet aanwezig tijdens de zitting, maar had in een schriftelijke verklaring aangegeven akkoord te gaan met de uitspraak van de rechtbank.

De rechtbank overwoog dat er op dat moment geen wettelijke basis was voor het verzoek om de geslachtsaanduiding te wijzigen naar een non-binaire identiteit. De rechtbank stelde vast dat het aan de wetgever is om een regeling te treffen voor non-binaire geslachtsidentiteiten. Desondanks oordeelde de rechtbank dat het verzoek van [naam] op dezelfde manier behandeld moest worden als verzoeken van personen die zich identificeren met een ander geslacht, zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank wees het verzoek toe, onderbouwd door de noodzaak voor [naam] om zichzelf te kunnen zijn en de impact van de huidige registratie op diens leven.

Wat betreft de voornaamswijziging oordeelde de rechtbank dat [naam] een zwaarwegend belang had bij de wijziging, aangezien de nieuwe naam beter aansloot bij diens identiteit. De rechtbank gelastte de ABS om de wijzigingen aan te brengen in de geboorteakte, maar stelde dat de beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad kon worden verklaard, omdat de ABS pas na het verstrijken van de beroepstermijn de akte kon aanpassen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. A.E.M. Overkamp, kinderrechter, en is een belangrijke uitspraak in het kader van genderidentiteit en de juridische erkenning daarvan.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/450935 / FA RK 25-1466
Datum uitspraak: 21 augustus 2025
beschikking wijziging geslachtsaanduiding geboorteakte en voornaamswijziging
in de zaak van
[naam](hierna te noemen: [naam] ),
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. K.S.M. Smienk uit De Meern,
tegen
de ambtenaar van de Burgerlijke Stand,
van de gemeente West Betuwe,
hierna te noemen: de ABS.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 25 april 2025;
- het schriftelijke standpunt van de ABS, ingekomen bij de griffie op 19 mei 2025.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 7 augustus 2025 zijn gehoord:
- [naam] , bijgestaan door mr. Smienk.
De rechtbank heeft de persoonlijk begeleider van [naam] verbonden aan Plus Home bijzondere toegang verleend tot de mondelinge behandeling.
1.3.
De ABS was niet aanwezig op de mondelinge behandeling. De ABS is wel op de juiste manier opgeroepen door de rechtbank.

2.De feiten

2.1.
[naam] is op [geboortedatum] geboren in [geboorteplaats] . Hiervan is op [datum] in de gemeente [geboorteplaats] een geboorteakte opgemaakt onder nummer [nummer] . Op de geboorteakte staat vermeld dat [naam] van het vrouwelijke geslacht is.
2.2.
Op 4 maart 2020 is aan de geboorteakte een latere vermelding toegevoegd betreffende aangifte van wijziging van het geslacht en de voornamen (Ref. [nummer] ). Daaruit blijkt dat het geslacht van [naam] is gewijzigd in mannelijk en de voornamen zijn gewijzigd in [voornamen] .

3.Het verzoek

3.1.
[naam] verzoekt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente West Betuwe te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [geboorteplaats] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn;
II. te bepalen dat hun voornamen gewijzigd worden in de voornamen [naam] [tweede voornaam] en een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente West Betuwe te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [geboorteplaats] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) toe te voegen.

4.Het standpunt van de ABS

4.1.
In de brief die de rechtbank heeft ontvangen op 19 mei 2025 staat dat de ABS zal meegaan met de uitspraak van de rechtbank.

5.De beoordeling

Geslachtswijziging
Juridisch kader
5.1.
De rechtbank stelt vast dat er op dit moment geen wettelijke grondslag bestaat voor het verzoek om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen in een non-binaire geslachtsidentiteit in de vorm van een ‘X’.
5.2.
In beginsel is het aan de wetgever om een voorziening te treffen die het mogelijk maakt om een non-binaire geslachtsidentiteit op te nemen in de geboorteakte. Hoewel er eerder wel initiatief toe is genomen, is er op dit moment nog geen wetgevingsproces in gang gezet en wordt dit ook niet op korte termijn verwacht. De rechtbank overweegt dat, zolang er geen wetgeving is, elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval moet worden beslist, zoals de Hoge Raad heeft geoordeeld in zijn uitspraak van 4 maart 2022. [1]
5.3.
Omdat een wettelijke regeling om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen naar een non-binaire variant ontbreekt, hebben non-binaire personen niet de mogelijkheid om zelf te beschikken over de registratie van hun geslacht. Dit is anders dan bij personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren. Voor hen geldt namelijk dat er wel een wettelijke regeling bestaat om het geslacht te wijzigen van man naar vrouw of van vrouw naar man. [2]
5.4.
Dit levert naar het oordeel van de rechtbank een onderscheid op naar geslacht, zoals bedoeld in artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en artikel 1 lid 2 van het Protocol nummer 12 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat niet objectief en redelijkerwijs kan worden gerechtvaardigd en om die reden ongeoorloofd is. [3]
5.5.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van [naam] op dezelfde manier moet worden benaderd als is omschreven in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor mensen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren.
De beslissing
5.6.
De rechtbank wijst het verzoek van [naam] toe. Hierna legt de rechtbank deze beslissing uit.
5.7.
Bij het verzoek zit een schriftelijke verklaring van [naam] . Daarin en tijdens de zitting heeft [naam] het volgende uitgelegd. [naam] is in 2017 uit de kast gekomen na de zelfmoord van diens opa. [naam] voelde zich als meisje niet zichzelf. [naam] is opgegroeid in de bijbelgordel en was nog afhankelijk van diens ouders. [naam] heeft toen een naam gekozen die diens ouders bij de geboorte aan hen wilde geven als hen als een jongen geboren was. Deze naam voelde voor [naam] niet helemaal passend, maar het was beter dan niks. Ook de geslachtsverandering die [naam] heeft ondergaan leidde er niet toe dat [naam] zich zichzelf kon voelen. Bij een paar mensen waarbij [naam] zich veilig voelt, is al snel de naam [naam] gaan gebruiken. Deze naam heeft [naam] gekozen, omdat dichten diens leven heeft gered en hen heeft geholpen henzelf te vinden. Toen [naam] 19 jaar oud was, is hen opgenomen voor diens mentale gezondheid. Het werd [naam] in die tijd duidelijk dat hen als [naam] door het leven wilde gaan en dat hen zich niet thuis voelde in een hokje ‘man’ of ‘vrouw’. [naam] wil niet langer sociaal wenselijk gedrag laten zien. [naam] wil graag verder als henzelf. Het is lastig dat [naam] bij instanties steeds moet uitleggen hoe het zit. Net zoals [naam] nu bij de rechtbank toestemming moet vragen om henzelf te zijn. Een toewijzing van het verzoek zal voor opluchting en rust zorgen bij [naam] .
5.8.
De rechtbank stelt vast dat bij de stukken geen deskundigenverklaring zit, zoals dit in de wet is voorgeschreven voor transgenderpersonen en voor personen waarvan het geslacht niet kan worden vastgesteld. [4] [naam] heeft wel een verklaring van diens behandelaar (een BIG-geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog van het Amsterdam UMC) overgelegd. Uit deze verklaring blijkt dat [naam] sinds 11 maart 2020 bekend is bij het kennis- en zorgcentrum voor genderdysforie (KZcG) in het Amsterdam UMC. [naam] had al een diagnostiek traject afgerond bij Youz voordat hen bekend was bij het KZcG. Na diagnostiek bij het KZcG is de diagnose genderdysforie gesteld bij [naam] en een indicatie voor een medisch behandeltraject. Uit deze verklaring blijkt dat de non-binaire genderidentiteit van [naam] consistent is. Een deskundigenverklaring zoals bedoeld in de wet vindt de rechtbank daarom niet nodig. Ook al omdat genderbeleving niet eenvoudig als een objectief gegeven kan worden vastgesteld.
5.9.
De rechtbank is ervan overtuigd dat het voor [naam] van groot belang is dat hen zichzelf kan zijn. Op grond van het voorgaande is voldoende gebleken dat [naam] goed heeft nagedacht over de beslissing om een wijziging te vragen van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte. [naam] heeft een duurzame overtuiging over diens genderidentiteit. [naam] identificeert zich niet als man of vrouw en heeft er daarom belang bij dat diens geboorteakte wordt aangepast en daarmee in overeenstemming wordt gebracht. Ook heeft [naam] goed nagedacht over de impact van het verzoek om een neutrale geslachtsregistratie en de mogelijke consequenties van de aanduiding ‘X’ op diens identiteitsbewijs voor het maken van buitenlandse reizen.
Voornaamswijziging
Juridisch kader
5.10.
Artikel 1:4 lid 4 BW bepaalt, voor zover hier van belang, dat wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon kan worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid, BW. Voor wijziging van de voornaam moet er een zwaarwegend belang zijn.
De beslissing
5.11.
De rechtbank wijst het verzoek van [naam] toe. De rechtbank is van oordeel dat [naam] duidelijk heeft gemaakt dat hen een zwaarwegend belang heeft bij de voornaamswijziging. De naam [naam] wordt sinds vijf jaar gebruikt. De tweede voornaam [tweede voornaam] past bij diens familie, omdat de opa van [naam] zo heette. [naam] voelt zich comfortabel bij de gevraagde voornaam omdat deze meer passend is bij diens (gender)identiteit.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.12.
De beslissing kan niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. De ABS kan de geboorteakte namelijk pas aanpassen (door een latere vermelding bij de geboorteakte op te maken) wanneer de beslissing onherroepelijk is.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente West Betuwe om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [geboorteplaats] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer [nummer] ) de latere vermelding toe te voegen van de wijziging van:
- het geslacht, in die zin dat wordt vermeld dat het geslacht zal zijn: ‘X’;
- de voornamen: ‘ [voornamen] ’ in die zin dat de voornamen komen te luiden: ‘ [naam] [tweede voornaam] ’;
6.2.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking – en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld – een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente West Betuwe.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E.M. Overkamp, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. N.E. van Ginkel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2025.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Hoge Raad 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336.
2.Zoals neergelegd in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.Gerechtshof Amsterdam 23 mei 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1266.
4.Artikelen 1:28a BW en 1:19d lid 2 BW.