Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de conclusie na comparitie, tevens wijziging van eis van [eiseres]
- de antwoordakte akte van [gedaagde] met uitlating over de wijziging van eis en overleggen producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Datum mondelinge behandeling
3.28. Partijen zijn het erover eens dat [eiseres] geld heeft onttrokken aan de ervenrekening kort na moeders overlijden. [eiseres] stelt dat zij daarvoor een goede reden had, maar moet de reden wel voldoende onderbouwen. De broers stellen immers dat zij deze afspraak met moeder niet kennen. De stelling van [eiseres] moet concreet zijn: welk bedrag zou moeder bijdragen in de brandstofkosten, welke uitgaven heeft zij voor moeder gedaan, wanneer en welke bedragen betreft het? Daar heeft zij niets over gezegd. Haar enkele verklaring dat zij af en toe kleding voor moeder betaalde en moeder meebetaalde aan de brandstof voor de auto is op zich geloofwaardig, maar betekent nog niet dat zij op de datum van moeders overlijden ook daadwerkelijk € 7.390,- van moeder te goed had. Daarom moet [eiseres] het opgenomen bedrag van € 7.390,- aan de nalatenschap terugbetalen.”
Peildatum waardebepaling woning
3.8. […]
De som ineens
De garage
3.32. Op de zitting heeft [naam 3] gesteld dat hij met vader in de jaren ’80 afspraken heeft gemaakt over de vergoeding van de materialen en arbeidsuren. Ze hebben afgesproken dat vader pas hoefde te betalen als de ouders uit de woning zouden gaan. [eiseres] erkent dat zij omstreeks 2005 een dergelijk gesprek hoorde tussen vader en [naam 3] . Zij heeft verklaard dat [naam 3] de meeste materialen voor de garage heeft betaald. Vader heeft ook wat materialen betaald. Dit betekent dat er een afspraak bestond.
Hoger beroep