ECLI:NL:RBGEL:2025:7148

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
AWB-25_1723
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag urgentieverklaring voor woonruimte door de rechtbank Gelderland

Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres om een urgentieverklaring voor woonruimte. Eiseres, die in Arnhem woont, is het niet eens met de afwijzing en stelt dat zij in een woonnoodsituatie verkeert. De rechtbank heeft de zaak op 12 augustus 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar partner aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. De rechtbank oordeelt dat het college zich op het standpunt mocht stellen dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een urgentieverklaring. De aanvraag was eerder afgewezen door de Urgentiecommissie op basis van het advies van een extern adviesbureau, dat concludeerde dat er geen woonnoodsituatie was die binnen vier maanden moest worden opgelost. Eiseres huurt een woning van haar moeder en ervaart overlast van buren, maar de rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om te spreken van een woonnoodsituatie. De rechtbank benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het oplossen van burenruzies bij de verhuurder en de politie ligt, en dat eiseres zich voor de staat van de woning tot haar verhuurder moet wenden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen gelijk en het griffierecht wordt niet teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 25/1723

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem

(gemachtigde: [gemachtigde]).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres om verkrijging van een urgentieverklaring. Eiseres is het niet eens met de afwijzing en voert aan dat sprake is van een woonnoodsituatie. Aan de hand van deze beroepsgrond beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het college zich op het standpunt mocht stellen dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor verkrijging van een urgentieverklaring. Eiseres krijgt dus geen gelijk en het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiseres heeft een aanvraag ingediend om verkrijging van een urgentieverklaring. De Urgentiecommissie woonruimteverdeling (urgentiecommissie) heeft deze aanvraag met het besluit van 26 augustus 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 7 maart 2025 op het bezwaar van eiseres is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft het beroep op 12 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, vergezeld door haar partner, de ambulant begeleider van eiseres en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

Totstandkoming van het bestreden besluit
3. Eiseres huurt van haar moeder een woning op de [locatie] in [plaats]. Eiseres heeft op 24 september 2024, samen met haar toenmalige partner, een aanvraag ingediend om verkrijging van een urgentieverklaring. Ten tijde van de aanvraag woonde eiseres in de woning met haar toenmalige partner en twee kinderen. Eiseres ervaart overlast van omliggende buren waardoor de kinderen niet kunnen slapen. Door de overlast had ook de partner van eiseres geen goede nachtrust en dat had weerslag op zijn gezondheid. Ook is eiseres in conflict met een van de buren. Daarnaast is volgens eiseres veel vocht en schimmel aanwezig in de woning.
3.1.
Naar aanleiding van de aanvraag heeft de urgentiecommissie advies opgevraagd bij [adviesbureau] ([adviesbureau]). Bij besluit van 26 augustus 2024 heeft de urgentiecommissie in navolging van het advies van [adviesbureau] de aanvraag afgewezen, omdat niet is gebleken van een woonnoodsituatie die binnen vier maanden moet worden opgelost. De woning is geschikt voor eiseres, haar partner en hun kinderen. Er is niet aangetoond dat de medische problemen van de partner van eiseres door de woning komen en dat woonurgentie de oplossing is van het probleem. Verder zijn er andere mogelijkheden om de overlastproblemen aan te pakken of op te lossen. Voor de staat van het huis moet eiseres zich wenden tot de verhuurder van het huis, aldus de urgentiecommissie.
3.2.
Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Eiseres heeft tijdens de bezwaarprocedure laten weten dat dat zij en haar partner uit elkaar zijn. Verder heeft eiseres laten weten dat haar moeder weer in de woning wil gaan wonen. Het college is vervolgens met het bestreden besluit op het bezwaar van eiseres bij het besluit van 26 augustus 2024 gebleven.
Het beoordelingskader
4. Er is in de regio Arnhem - Nijmegen schaarste aan sociale huurwoningen en er zijn veel mensen die met spoed op zoek zijn naar een woning. Die mensen kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een urgentieverklaring. Omdat woningen schaars zijn, zijn de voorwaarden voor een urgentieverklaring streng: als een woningzoekende voorrang krijgt, betekent dat immers dat anderen langer moeten wachten. De voorwaarden voor een urgentieverklaring zijn opgenomen in de Huisvestingsverordening Gemeente Arnhem 2024 en het Reglement aanvragen urgentie woonruimteverdeling Groene Metropoolregio 2024.
4.1.
Het college kan een noodurgentieverklaring afgeven aan iemand die een woning zoekt en die in een persoonlijke noodsituatie zit, als deze noodsituatie:
a. niet door diegene zelf is veroorzaakt of kon worden voorkomen, en
b. niet door diegene zelf kan worden opgelost, en
c. zodanig ernstig is dat het onverantwoord is deze langer dan vier maanden, vanaf het moment van de aanvraag om een urgentieverklaring, te laten voortduren. [1]
4.2.
Er is sprake van een persoonlijke noodsituatie als:
- het probleem een directe relatie heeft met de woning of de woonomgeving. Een (andere) woning in de woningmarktregio moet een oplossing zijn voor de huidige noodsituatie,
- de huidige woning niet geschikt is (te maken) om het probleem, waarin het huishouden verkeert, te verhelpen, en
- de noodsituatie zodanig ernstig is dat het onverantwoord is deze langer dan vier maanden te laten voortbestaan, geteld vanaf het moment van behandeling van de aanvraag om een noodurgentieverklaring. [2]
Mocht het college zich op het standpunt stellen dat geen sprake is van een woonnoodsituatie?
5. Eiseres voert aan dat sprake is van een woonnoodsituatie die maakt dat zij in aanmerking komt voor een urgentieverklaring. Eiseres woont met drie kinderen in een appartement met twee kamers. Eiseres slaapt eiseres met haar dochter op een slaapbank slaapt zodat de andere kinderen een eigen ruimte hebben. Eiseres komt niet tot rust omdat zij nergens privacy heeft. Verder ervaart eiseres overlast van haar buren en heeft de buurman haar bedreigd met een mes. Ook is eiseres uitgescholden met discriminerende leuzen door de vriend van een buurvrouw. Hierdoor durven eiseres en haar kinderen niet in de tuin te zijn. Bovendien heeft de moeder van eiseres de huur opgezegd toen eiseres met haar besprak dat er schimmel en vocht in de woning aanwezig is. Eiseres heeft hierdoor per 5 oktober 2025 geen woning meer.
5.1.
De rechtbank is van oordeel dat het college zich mede op basis van het advies van [adviesbureau] op het standpunt mocht stellen dat geen sprake is van een woonnoodsituatie. Hoewel de woonsituatie van eiseres verre van ideaal is, kan niet van een woonnoodsituatie worden gesproken op basis van de door eiseres naar voren gebrachte omstandigheden. Dat eiseres en haar kinderen niet allemaal een eigen slaapkamer hebben, betekent niet dat de woning voor het gezin van eiseres te klein is om in te kunnen wonen. Verder kan eiseres zich voor de slechte staat van de woning wenden tot de verhuurder. De rechtbank begrijpt dat het voor eiseres lastig is om haar moeder als verhuurder aan te spreken, maar dit maakt het voorgaande niet anders. Ook een burenruzie maakt niet dat sprake is van een woonnoodsituatie. Wanneer sprake is van een burenruzie met overlast, bedreiging of geweld, is het niet aan het college om dit op te lossen met een urgentieverklaring. Het is de verantwoordelijkheid van de verhuurder en de politie om in zulke gevallen actie te ondernemen. Verder heeft eiseres in beroep de opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder overgelegd. Deze opzegging is gedateerd op 4 april 2025 en is dus opgesteld ná het bestreden besluit. Dit betekent dat de rechtbank dit niet kan meewegen in haar oordeel, omdat zij het bestreden besluit toetst aan de hand van de feiten en omstandigheden zoals deze waren toen het besluit op bezwaar werd genomen. [3] Het staat eiseres vrij om een nieuwe aanvraag in te dienen waarbij deze omstandigheid wel kan worden meegenomen. Daarbij merkt de rechtbank op dat het college op de zitting heeft gewezen op de mogelijkheid voor eiseres om huurbescherming in te roepen, omdat eiseres al een langere tijd de huurder is van de woning.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de aanvraag van eiseres om verkrijging van een urgentieverklaring in stand blijft. Eiseres krijgt dus geen gelijk. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans, rechter, in aanwezigheid van
mr.L. Janssen, griffier. Uitgesproken in het openbaar op:
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 10, vierde lid, van de Huisvestingsverordening Gemeente Arnhem 2024.
2.Artikel 20 van het Reglement aanvragen urgentie woonruimteverdeling Groene Metropoolregio 2024.
3.Dit heet een ex-tunc toetsing.