Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidARAL BEHEER B.V.,
2. de heer
[eiser 2 in conventie],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GLASSBOX B.V.,
1.De procedure
- de akte houdende incidentele conclusie tot aanhouding tevens conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.De feiten en het geschil in de hoofdzaak
Toepasselijk recht en forumkeuze
primairde koopsom van de aandelen en
subsidiair het tekort op de overnamebalans.
3.De vordering in het incident
4.De beoordeling in het incident
trachten op te lossen”. In het derde lid staat dat in het geval “
niet mogelijk is gebleken om het(…)
geschil met behulp van mediation op te lossen” het geschil zal worden voorgelegd aan de rechtbank. Gelet op deze formulering moeten partijen eerst mediation beproeven voordat zij in rechte een procedure aanhangig maken. Dit is in ieder geval de betekenis die partijen aan de bepaling mochten/hadden moeten toekennen. Die uitleg past ook bij de professionele hoedanigheid van partijen en de langdurige zakelijke relatie die zij beoogden aan te gaan bij het sluiten van de koopovereenkomst (met daarin de mediationclausule). De bedoeling van partijen was dat [eiser 2 in conventie] , als voormalig directeur, na de overname nog gedurende zes jaar werkzaamheden zou blijven verrichten ten behoeve van de overgedragen onderneming. Die betrokkenheid kon in beginsel niet tussentijds worden beëindigd (artikel 4 overeenkomst van opdracht). Ook dit is een aanwijzing dat partijen een verplichtend karakter hebben beoogd en zo onnodige escalatie van conflicten gedurende die zes jaar hebben willen vermijden.
trachten op te lossen”) en geen resultaatsverplichting (“
zullen oplossen”). De mediationclausule specificeert ook niet hoeveel mediationbijeenkomsten moeten worden bijgewoond, wat de duur is van die bijeenkomsten en wat inhoudelijk moet worden besproken. Glassbox en Jodeco hebben nog aangevoerd dat de mediationclausule niet is nagekomen, omdat de wijze van benoeming niet is gevolgd (“
de mediator zal op eerste verzoek van de meest gerede partij als zodanig worden aangewezen door de stichting MfN”). Ook dit betoog slaagt niet. Glassbox en Jodeco hebben immers de persoon van de mediator aan Aral voorgesteld en Aral is met de voorgestelde mediator akkoord gegaan. Glassbox en Jodeco hebben ook niet toegelicht, waarom Aral eerst nog de Stichting MfN had moeten benaderen om een mediator aan te wijzen.
5.De beoordeling in de hoofdzaak
6.De beslissing
woensdag 10 september 2025voor een schriftelijke opgave van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
oktober 2025tot en met
januari 2026, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,