ECLI:NL:RBGEL:2025:7242
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen overdrachtsbelasting wegens termijnoverschrijding
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, is belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar tegen de overdrachtsbelasting. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Belanghebbende had op 8 juni 2022 een bedrag van € 15.200 aan overdrachtsbelasting voldaan en maakte op 26 juli 2023 bezwaar tegen deze voldoening. De inspecteur van de belastingdienst verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk, wat leidde tot het beroep van belanghebbende.
De rechtbank heeft op 17 juli 2025 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende en vertegenwoordigers van de inspecteur aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het bezwaar niet tijdig is ingediend en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Belanghebbende verklaarde dat hij niet tijdig bezwaar had gemaakt omdat hij zijn vader niet onder druk wilde zetten om te verhuizen. De rechtbank oordeelt echter dat deze keuze aan belanghebbende is toe te rekenen en dat dit niet kan worden hersteld met een beroep op verschoonbaarheid.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende ongelijk krijgt. Hij ontvangt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.A.L. Heldens en is openbaar gemaakt op 27 augustus 2025. Belanghebbende kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.