3.6.[gedaagde] is – in bijzijn van zijn advocaat – gehoord door de politie. Het proces-verbaal van verhoor van 29 april 2022 luidt, voor zover hier relevant, als volgt (waarbij V staat voor verbalisant en A voor antwoord van [gedaagde] ):
“V: (…) Op 27 maart 2022 omstreeks 15:45 uur heeft er mogelijk een verkeersongeval plaatsgevonden aan de Bievankweg te Didam. (…) hierbij is een motorrijder zwaar gewond geraakt: Wat kunt u hierover verklaren?
A: Ja, dat begon al bij een rotonde eerder. (…)Ik kwam uit de Dijksestraat te Didam. Ik ging de rotonde op om driekwart te gaan de Ruigenhoek op. Daar kwam meneer van rechts van de rotonde zeg maar.
(…)
A: Er waren 3 motorrijders en de twee voorste waren al links van de rotonde in de richting van Ruigenhoek (…), hij wou recht over. Daar op de rotonde moest ik al stoppen voor hem. Ik stond stil bijna op de rotonde, de motorrijder nam voorrang.
(…)
A: Vervolgens ben ik links afgeslagen op de rotonde achter de motorrijders aan. De volgende rotonde aangekomen moest hij stoppen voor een auto en de andere twee motoren konden rechts afslaan de kant wie wij ook op wilden. (…) Bij de rotonde dacht ik dat hij wilde stoppen rechts van de rotonde. Ik stond op dat moment wachtend voor de rotonde links naast de motorrijder. We stonden allebei nog voor de rotonde stil. Ik weet niet of ik helemaal tot stilstand ben gekomen, maar ik dacht dat de motorrijder daar wilde stoppen rechts van de rotonde om te vragen hoe of wat vanwege dat hij mij geen voorrang had verleend. Ik dacht dat hij de confrontatie op zocht. Ik heb helemaal niet stilgestaan bij hem op dat moment en ben rechtsaf gegaan. Op dat moment zie ik in de spiegel iets gebeuren en zie iets met een hand. Iets van een slaande beweging ofzo. Ik hoorde tegelijkertijd ook iets tegen mijn auto aan.
V: en toen?
A: Je schrikt een beetje ik dacht dat hij tegen mij auto aan sloeg. Ik keek in mijn spiegel wat er met hem gebeurde en ik zie hem de motor corrigeren. Ik keek in mijn binnenspiegel en daarna mijn rechter buitenspiegel. Daarna corrigeerde de motorrijder zichzelf.
(…)
A: Ik zag hem slingeren en corrigeren en vervolgens zag ik dat hij hem rechts van de weg neerzette.
(…)
V: en toen?
A: Ik zie hem rechts stoppen en ik zie een maatje van hem afremmen. Uiteindelijk zie ik 2 motorrijders rechts in mijn spiegel stilstaan rechts van de weg.
(…)
V: en toen?
A: Voor mij was het toen klaar, ik zag geen schade en zag beide motoren overeind staan. Zij waren met zijn drieën en had die slaande beweging gezien en had geen zin om met de 3 motorrijders op de vuist te gaan.
V: en toen?
A: niks, ik ben doorgereden. Ik zag de motorrijder staan en verwachtte niet dat er letsel was, voor mij was het klaar.
(…)
V: Waarom bent u niet gestopt nadat u een aanrijding heeft gehad.
A: Dat weet je toch, dat ik dacht dat ze op wat anders uit waren.
(…)
[opmerking verbalisant, toevoeging rechtbank]: Op 8 april 2022 is uw auto in beslag genomen voor sporenonderzoek. Op 11 april 2022 is hier sporenonderzoek aan verricht door de verkeers ongevallen analysedienst. Hierbij is een gedeelte van de conclusie:
Na onderzoek aan beide voertuigen en aan de kleding, zijn wij van mening dat beide voertuigen en de Ducati bestuurder, zeer waarschijnlijk met elkaar in contact gekomen. Uit ons onderzoek is tevens gebleken dat de Citroën bestuurder sneller reed dan de Ducati bestuurder. Op het moment dat de Citroën bestuurder besloot naar rechts te gaan, reed de Ducatie bestuurder rechts naast de Citroën bestuurder. Op het moment van contact, kon de Citroën bestuurder, de Ducati bestuurder rechts naast hem in de bijrijdersportierraam zien en in de buitenspiegel. Gezien de schades / sporen lijkt het ons onwaarschijnlijk dat de Citroën bestuurder deze aanrijding niet heeft opgemerkt.
Wat kunt u hierover verklaren?
A: Eigenlijk is het heel duidelijk toch. Ik rij voorruit en hij komt er rechts achterop en helemaal als ik sneller reed dan hem, dan zou ik hem passeren.
A: toch wel grappig dat ik met mijn citroen sneller ben dan een Ducati.
(…)”