ECLI:NL:RBGEL:2025:7457

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
4 september 2025
Zaaknummer
C/05/451983 / HA ZA 25-215
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationaal handelsgeschil over rechtsmacht en toepasselijk recht met betrekking tot wettelijke rente en proceskosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 juli 2025 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de Hongaarse rechtspersoon Mahart Container Center Ltd. en de Nederlandse besloten vennootschap Pinarci Port Equipment B.V. Mahart, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.S. Spanjersberg, vorderde betaling van een bedrag van € 43.019,00, inclusief wettelijke handelsrente en proceskosten. De rechtbank diende eerst te beoordelen of zij rechtsmacht had en welk recht van toepassing was, gezien het internationale karakter van de zaak. De rechtbank concludeerde dat op basis van de overeenkomst tussen partijen, waarin een exclusieve forumkeuze voor de Nederlandse rechter was opgenomen, zij bevoegd was. Tevens werd vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing was op de vordering. De rechtbank oordeelde dat de vordering van Mahart niet onrechtmatig of ongegrond was, en wees de gevorderde wettelijke handelsrente voor een deel toe, evenals de wettelijke rente over een schadebedrag. Pinarci werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de rechtbank zijn begroot op € 4.535,04. Het vonnis bevatte ook bepalingen over de betaling van wettelijke rente over de proceskosten en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/451983 / HA ZA 25-215
Vonnis van 2 juli 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MAHART CONTAINER CENTER LTD.,
gevestigd te Budapest, Hongarije,
eisende partij,
hierna te noemen: Mahart,
advocaat: mr. M.J.S. Spanjersberg te Zoetermeer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PINARCI PORT EQUIPMENT B.V.,
gevestigd te Nijkerk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Pinarci,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- het tegen Pinarci verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Mahart heeft gevorderd zoals is vermeld in de dagvaarding waarmee deze procedure is ingeleid. De inhoud van deze dagvaarding moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
2.2.
Mahart is gevestigd in Hongarije. Daardoor is sprake van een geschil met internationale aspecten en ligt eerst de vraag voor of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt en welk recht op het geschil van toepassing is.
2.3.
In artikel 9 van de in 2024 tussen partijen gesloten overeenkomst met de titel ‘Service agreement dismantling/assembling RTG Kalmar’ (hierna: de Overeenkomst) is een exclusieve forumkeuze voor de Nederlandse rechter opgenomen. Op grond van artikel 25 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 en het bepaalde in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is deze rechtbank absoluut en relatief bevoegd.
2.4.
Artikel 9 van de Overeenkomst bevat een rechtskeuze voor Nederlands recht. Op grond van artikel 3 lid 1 van de Verordening (EG) nr. 593/2008 is Nederlands recht op deze zaak van toepassing.
Inhoudelijke beoordeling
2.5.
De vordering komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor zover hierna anders wordt overwogen. Het gevorderde zal als volgt worden toegewezen.
2.6.
Mahart heeft wettelijke handelsrente gevorderd over € 43.019,00. Dit bedrag omvat factuurbedragen (€ 12.050,00 + € 5.750,00 + € 267,00) en schade (€ 24.952,00). Slechts de factuurbedragen zien op een handelstransactie als bedoeld in artikel 6:119a BW. In zoverre is de gevorderde wettelijke handelsrente toewijsbaar, met ingang van de vervaldata van de betreffende facturen. Voor het overige is wettelijke rente toewijsbaar, met ingang van de datum van dagvaarding.
2.7.
Pinarci is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Mahart worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
148,04
- griffierecht
2.995,00
- salaris advocaat
1.214,00
(1 punt × € 1.214,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.535,04.
2.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt Pinarci om aan Mahart te betalen een bedrag van € 43.019,00,
3.2.
veroordeelt Pinarci om aan Mahart te betalen de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de betreffende factuurbedragen, te rekenen vanaf de vervaldata van de betreffende facturen, tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt Pinarci om aan Mahart te betalen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 24.952,00, te rekenen vanaf de dag van dagvaarding, tot de dag van volledige betaling,
3.4.
verklaart voor recht dat Mahart eigenaar is geworden van de in productie 2 bij de dagvaarding opgenomen zaken,
3.5.
veroordeelt Pinarci om aan Mahart te betalen een bedrag van € 1.205,19 exclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten,
3.6.
veroordeelt Pinarci in de proceskosten van € 4.535,04, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Pinarci niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.7.
veroordeelt Pinarci tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af,
3.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A. van den Toorn en op 2 juli 2025 in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. I.W.M. Olthof.