Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde 1][gedaagde 1] .,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de producties van Innova
- de producties van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 augustus 2025 (waarin afspraken tussen partijen zijn vastgelegd), met daaraan gehecht de pleitnota van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
2.De feiten
“
Artikel 1 - Doel en reikwijdte van de samenwerking
“
Het is ons gebleken dat zowel onze voormalige als bestaande klanten door uw organisatie [gedaagde 1] handelend onder de naam [naam 1] (…) en/of uw wederverkopers, in ieder geval in de maand juni 2025, zijn benaderd met een aanbod om voor het energiecontract over te stappen naar andere energieleveranciers, waaronder [bedrijf 2] (…) en/of [bedrijf 1]
Ik wil al wel nogmaals vast benadrukken dat ik per 12-06 met geen enkel label meer actief ben. Sterker nog [naam 1] heeft alleen per 02-06 t/m 12-06 live gestaan en ik ben na uw schrijven met alles gestopt.
3.Het geschil
€ 15.000,00 voor iedere dag dat aan dit gevorderde gebod geheel of gedeeltelijk geen gevolg is gegeven, met een maximum van € 500.000,00;
Geachte heer, mevrouw,
[gedaagde 2] het Klantenbestand heeft verstrekt;
€ 15.000,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat door [gedaagde 2] na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan dit gebod geheel of gedeeltelijk geen gevolg is gegeven, met een maximum van € 500.000,00;
[gedaagde 1] heeft handelend onder de naam [naam 1] (en andere handelsnamen) in de maand juni 2025, door gebruik te maken van dit klantenbestand, zowel voormalige als bestaande klanten van Innova telefonisch benaderd om hen te bewegen over te stappen naar een andere energieleverancier, waaronder in ieder geval [bedrijf 2] en [bedrijf 1] . In een deel van de gevallen hebben telefonische verkopers zich voorgedaan als een medewerker van Innova. [gedaagde 1] maakt bij het benaderen van klanten niet alleen gebruik van op onrechtmatige wijze verkregen informatie over klanten van Innova, maar bedient zich tevens van misleidende en/of oneerlijke handelspraktijken. Door callcenter- en/of salesmedewerkers en/of wederverkopers van [gedaagde 1] zijn diverse onjuiste en misleidende uitlatingen over Innova gedaan. Voor zover deze uitlatingen zijn gedaan door wederverkopers of vertegenwoordigers geldt dat [gedaagde 1] daarvoor aansprakelijk is op grond van artikel 6:171 en/of artikel 6:172 BW.
4.De beoordeling
Bij de beoordeling van de vraag of Innova een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen is immers niet van belang of aannemelijk is dat [gedaagde 1] de gewraakte werkzaamheden in gewijzigde vorm via derden heeft voortgezet. Dat is wel van belang bij de beoordeling van de toewijsbaarheid van de vorderingen, waarover hierna meer.
a. [gedaagde 1] is per 12 juni 2025 noodgedwongen gestopt met haar telemarketing activiteiten. Het platform is gesloten, net als de server. [gedaagde 1] heeft haar activiteiten op de markt voor het telefonisch aanbieden van energiecontracten nadien niet weer opgepakt.
g. [gedaagde 1] heeft naar aanleiding van de door Innova aan haar opgegeven gegevens van klanten de door haar medewerkers met die klanten gevoerde telefoongesprekken afgeluisterd. Hierbij is niet gebleken dat in het verkoopgesprek misleidende informatie aan die klanten is verstrekt.
[gedaagde 1] heeft niets te verbergen en is bereid mee te werken aan de door Innova gewenste (digitale) zoektocht door DigiJuris.
Tijdens dit gesprek werd mij verteld dat mijn vaste contract zou worden omgezet naar een variabel contract, en ik kosteloos kon overstappen. Onder druk en op basis van deze (onjuiste) informatie heb ik ingestemd met een overstap naar Next Energie.” Deze klant verklaart tevens dat later bleek dat [naam 3] een vertegenwoordiger van het bedrijf [naam 1] was, maar hij verklaart niet hoe hij daar achter is gekomen. Daarbij komt dat niet is betwist dat personen die contact opnemen met consumenten om aan hen aanbiedingen van energiemaatschappijen te doen, voor zover zij niet anoniem bellen, ook wel eens gebruik maken van gefingeerde namen. [gedaagde 1] heeft bestreden dat de namen die door Innova in de inleidende dagvaarding onder 1.17 worden vermeld namen zijn van callcenter-medewerkers die na 12 juni 2025 nog verbonden waren aan [naam 1] . [gedaagde 1] heeft ter zitting aangevoerd dat zij, toen zij per 12 juni 2025 was gestopt, haar medewerkers
-die daardoor zonder werk kwamen te zitten- heeft verwezen naar Overstapprovider, de opdrachtgever van CCTr.