ECLI:NL:RBGEL:2025:7491

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
049373-25
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door spookrijden

Op 1 september 2024 vond er een ernstig verkeersongeval plaats op de Ellecomsedijk/N348 in Ellecom, waarbij de verdachte, een man geboren in Roemenië, frontaal botste op het voertuig van het slachtoffer. De verdachte reed tegen de rijrichting in over een afstand van 750 meter, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor het slachtoffer, die meerdere botbreuken en een klaplong opliep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich zeer onvoorzichtig en onoplettend had gedragen door het gebod om rechtdoor te rijden te negeren en niet te stoppen of zijn rijgedrag aan te passen. De rechtbank legde de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden op, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 180 uren. Daarnaast kreeg de verdachte een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer, die langdurig in het ziekenhuis en een revalidatiekliniek had verbleven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/049373-25
Datum uitspraak : 27 augustus 2025
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats] (Roemenië),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 1 september 2024 te Ellecom, gemeente Rheden als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Renault), daarmee rijdende op de weg, de Ellecomsedijk/N348, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- in strijd met bord D4 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven”, rechtsaf is geslagen teneinde de Ellecomsedijk/N348 op te rijden en/of
- in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, immers reed hij gedurende een traject van (ongeveer) 750 meter op de weghelft van tegemoetkomend verkeer (spookrijden) en/of
- in strijd met artikel 19 van voornoemd reglement zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg (Ellecomsedijk/N348) kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met een voertuig die vanuit tegengestelde richting dicht genaderd was (personenauto, merk Peugeot) en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 september 2024 te Ellecom, gemeente Rheden als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Ellecomsedijk/N348,
- in strijd met bord D4 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven”, rechtsaf is geslagen teneinde de Ellecomsedijk/N348 op te rijden en/of
- in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, immers reed hij gedurende een traject van (ongeveer) 750 meter op de weghelft van tegemoetkomend verkeer (spookrijden) en/of
- in strijd met artikel 19 van voornoemd reglement zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg (Ellecomsedijk/N348) kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met een voertuig die vanuit tegengestelde richting dicht genaderd was (personenauto, merk Peugeot) door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 september 2024 te Ellecom, gemeente Rheden als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Ellecomsedijk/N348, welke weg uit gescheiden rijbanen bestond, niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, immers reed hij toen en daar op het weggedeelte dat bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer.
2
hij op of omstreeks 1 september 2024 te Ellecom, gemeente Rheden als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een hem door het daartoe bevoegde gezag in Roemenië, in elk geval buiten Nederland afgegeven rijbewijs en/of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of als degene van wie het/de vorenomschreven rijbewijs/rijbewijzen was/waren ingevorderd en aan wie dat/die bewijs/bewijzen niet was/waren teruggegeven, op de weg, de Ellecomsedijk/N348, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat/die rijbewijs/rijbewijzen was/waren afgegeven, heeft bestuurd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Op 1 september 2024 heeft op de Ellecomsedijk in Ellecom een verkeersongeval plaatsgevonden. Daarbij waren een Renault Twingo, bestuurd door verdachte, en een Peugeot 206, bestuurd door [slachtoffer] , betrokken. [2] De Renault Twingo was wit en de Peugeot 206 blauw. [3]
Verbalisant [verbalisant 1] kreeg op 1 september 2024 een melding van een ongeval op de N348 aan de Ellecomsedijk in Ellecom. Verbalisant kwam ter plaatse en hoorde dat er nog een man in de witte Renault Twingo zou zitten. Verbalisant herkende de man als de man waarvan hij op 30 juli 2024 zijn rijbewijs had ingevorderd voor het rijden onder invloed van alcohol. Hij herinnerde zich de naam van de man: [verdachte] . [4]
Uit het forensisch onderzoek komt naar voren dat ter hoogte van de kruising van de Doesburgsedijk met de afrit van de N348 (de rechtbank begrijpt: en de Harderwijkerweg die na de kruising overgaat in de Doesburgsedijk) het bord model D4 gebood tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangeven. [5]
De afstand tussen de plaats van het ongeval en de afrit is circa 750 meter. [6]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij over de rechter rijbaan op de N348 reed om Dieren in te rijden (de rechtbank begrijpt: op de afrit). Voor hem zag hij een witte Renault Twingo aan komen rijden over de Harderwijkerweg. Getuige zag dat de witte Twingo opeens afsloeg de N348 op. Getuige zag dat de auto tegen de richting in hem links passeerde.
Getuige heeft verder verklaard dat hij later zag dat de witte Twingo in aanrijding was gekomen met een blauwe auto en een zwarte auto. [7]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij een kleine witte auto zag die tegen het verkeer in reed. Getuige zag dat de witte (auto) frontaal op een ander voertuig klapte. [8]
[slachtoffer] heeft verklaard dat zijn linkerkant kapot is. Hij heeft zijn voet, onderbeen, knie, bovenbeen, een aantal ribben, elleboog en pols gebroken. In zijn linker bovenbeen zit een pin vanaf de heup tot aan zijn knie om de complexe breuk te fixeren. De botten zijn met bouten aan elkaar gezet. Zijn knie was dusdanig verbrijzeld dat de artsen dat niet met een operatie konden herstellen. Ook heeft hij een klaplong gehad en had hij een flinke hoofdwond, een hersenkneuzing en inwendige bloedingen. [slachtoffer] heeft tweeënhalve week in het ziekenhuis gelegen. Hij heeft aansluitend twee maanden in een revalidatiekliniek gelegen en daarna is hij daar nog anderhalve maand poliklinisch geweest. [9]
Uit de geneeskundige verklaring van de huisarts volgt dat [slachtoffer] zijn linkerbeen boven en onder, zijn linker elleboog en ribben gebroken heeft en een klaplong en een kleine bloeding tussen de hersenvliezen heeft gehad. Hij heeft langere tijd in een revalidatie instelling gelegen. [10]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte in strijd met een gebod om rechtdoor te rijden vanaf de Harderwijkseweg rechtsaf is geslagen en tegen de richting in de N348 is opgereden richting Ellecom. Vervolgens is hij 750 meter, zonder te stoppen of anderszins actie te ondernemen, tegen de rijrichting in door blijven rijden, waarna hij frontaal tegen het voertuig van [slachtoffer] is gebotst. De door [slachtoffer] als gevolg van dit ongeval opgelopen letsels zijn, tezamen, gelet op de aard daarvan (onder andere meerdere botbreuken, een klaplong en een hersenkneuzing), waarvoor medisch ingrijpen noodzakelijk was en waarvan hij een jaar later nog niet (volledig) is hersteld, aan te merken als zwaar lichamelijk letsel.
Het rijgedrag van verdachte, bestaande uit het negeren van een gebod rechtdoor te rijden en het vervolgens over een afstand van 750 meter op een 80 kilometer-weg tegen het verkeer in blijven rijden zonder daarbij op enig moment actie te ondernemen terwijl zich bovendien, zo leid de rechtbank uit het dossier af, op dat moment de nodige voertuigen op die weg bevonden, is aan te merken als zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam. Het verkeersongeval is aan zijn schuld te wijten. De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van feit 2
In het dossier bevindt zich een op 30 juli 2024 gedateerde kennisgeving van ontvangst van het ingevorderd rijbewijs dat is afgegeven aan verdachte. Het rijbewijs is uitgegeven door de autoriteit in Roemenië. [11] Verder zit in het dossier een beslissing bij invordering rijbewijs van de officier van justitie van 2 augustus 2024 dat het rijbewijs van verdachte wordt ingehouden voor een periode van 5 maanden, tot 27 december 2024 [12] en een kennisgeving van deze beslissing geadresseerd aan verdachte. [13]
Verdachte heeft verklaard dat de politie zijn rijbewijs heeft ingevorderd omdat hij boven de toegestane limiet van alcohol zat in augustus 2024.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks1 september 2024 te Ellecom, gemeente Rheden als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Renault), daarmee rijdende op de weg, de Ellecomsedijk/N348, zeer,
althans aanmerkelijk,onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- in strijd met bord D4 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven”, rechtsaf is geslagen teneinde de Ellecomsedijk/N348 op te rijden en
/of-
in strijd met artikel 3 van voornoemd reglement niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, immers reed hijgedurende een traject van (ongeveer) 750 meter op de weghelft van tegemoetkomend verkeer
heeft gereden(spookrijden) en
/of- in strijd met artikel 19 van voornoemd reglement zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg (Ellecomsedijk/N348) kon overzien en waarover deze vrij was en
/of- is gebotst tegen,
althans in aanrijding gekomen meteen voertuig
datvanuit tegengestelde richting dicht genaderd was (personenauto, merk Peugeot) en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
2.
hij op
of omstreeks1 september 2024 te Ellecom, gemeente Rheden als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994
de overgifte vaneen hem door het daartoe bevoegde gezag in Roemenië,
in elk geval buiten Nederlandafgegeven rijbewijs
en/of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of als degene van wie het/de vorenomschreven rijbewijs/rijbewijzenwas
/wareningevorderd en aan wie dat
/diebewijs
/bewijzenniet was
/warenteruggegeven, op de weg, de Ellecomsedijk/N348, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie
of categorieën, waarvoor dat
/dierijbewijs
/rijbewijzenwas
/warenafgegeven, heeft bestuurd.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten cursief in te bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht
feit 2:
overtreding van artikel 9 lid 7 van de Wegenverkeerswet 1994

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaar. De officier van justitie heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat moet worden meegewogen dat, alhoewel niet ten laste gelegd, verdachte onder invloed was van meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol toen hij de feiten beging.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte is tegen de richting in de afrit van de N348 opgereden. Uit de getuigenverklaringen in het dossier maakt de rechtbank op dat verdachte op de – voor hem – linker rijbaan is gaan rijden en vervolgens naar de – voor hem – rechter rijbaan is gegaan. Daar is verdachte frontaal gebotst tegen het voertuig van het slachtoffer.
Verdachte heeft zeer onoplettend, in strijd met het gebod rechtdoor te rijden, de keuze gemaakt een afrit van de verkeerde kant op te rijden. Vervolgens heeft hij, hetgeen ter correctie van die manoeuvre wel van verdachte had mogen worden verwacht, zijn rijgedrag over een afstand van 750 meter niet aangepast, ondanks dat medeweggebruikers hem waarschuwden door te toeteren. Verdachte is bijvoorbeeld niet naar de berm gereden om zo een aanrijding te voorkomen.
Dit alles terwijl verdachte niet mocht autorijden. Zijn rijbewijs was immers een maand eerder ingevorderd omdat hij had gereden met te veel alcohol op.
Alhoewel er voorts in het dossier aanwijzingen zitten dat verdachte alcohol gedronken had ten tijde van het bewezenverklaarde en misschien meer dan toegestaan, is dit niet aan verdachte ten laste gelegd en ook niet komen vast te staan. De rechtbank zal dit dan ook niet meenemen bij de bepaling van de op te leggen straf.
Gevolgen voor het slachtoffer
Aan het verkeersongeval heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel overgehouden. Hij heeft tweeënhalve week in het ziekenhuis gelegen en vervolgens twee maanden in een revalidatiekliniek. Verdachte kon niet werken, niet sporten, slechts minimaal zijn huishouden doen, maar hele kleine stukjes lopen en - zo bleek indringend uit het door hem uitgeoefende spreekrecht ter zitting - niet voor zijn kinderen zorgen.
Het bewezenverklaarde is inmiddels bijna een jaar geleden. Op de zitting heeft het slachtoffer toegelicht dat het ongeval zowel fysiek als mentaal een grote impact heeft gehad en nog steeds heeft. Binnenkort zal hij op therapeutische basis beginnen met werken, maar hij is er nog lang niet.
Strafblad
Uit de justitiële documentatie volgt dat verdachte in maart 2025 is veroordeeld door de politierechter van deze rechtbank voor het rijden met een te hoog alcoholpromillage.
Straf
Alles overwegende en gelet op de straffen die worden opgelegd in vergelijkbare zaken is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een forse taakstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid in dit geval passend en geboden is.
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank, nu niet is vast komen te staan dat verdachte met een te hoog alcoholpromillage op heeft gereden en de rechtbank dit in de bepaling van de strafmaat gelet daarop niet meeneemt, geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Voor het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf ziet de rechtbank, gelet op de ernst van het verwijt en het feit dat verdachte de betreffende dag is gaan rijden terwijl zijn rijbewijs was ingevorderd, wel aanleiding.
De rechtbank legt aan verdachte op een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf voor de duur van 180 uren.
Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid op voor de duur van 2 jaren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 60 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 9 175, 176, 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 maanden;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. M.M. Klaasen en mr. G. Pesselse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Tuk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 augustus 2025.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, opgemaakt proces-verbaal, dossiernummer PL06002024409448, gesloten op 2 maart 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aanrijding misdrijf, p. 4-7.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 45-46.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40.
5.Proces-verbaal FO-verkeer, p. 4 aanvullend proces-verbaal.
6.Proces-verbaal FO-verkeer, p. 108.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 32 en proces-verbaal van bevindingen, p. 59.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 22.
9.Proces-verbaal verhoor slachtoffer, p. 15.
10.Geneeskundige verklaring, p. 19.
11.Bijlage bij proces-verbaal invordering rijbewijs, p. 19 van procesdossier PL0600-2024354437.
12.Beslissing bij invordering rijbewijs van 2 augustus 2024, aanvullend document.
13.Proces-verbaal kennisgeving beslissing inhouding rijbewijs 5 augustus 2024, aanvullend document.