ECLI:NL:RBGEL:2025:7532

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
9 september 2025
Zaaknummer
11299264
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Levering van stroom en gas tussen SLIM MET ENERGIE B.V. en gedaagde partij

In deze zaak vordert SLIM MET ENERGIE B.V., hierna te noemen NieuweStroom, betaling van een openstaand bedrag van € 5.183,21 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten van € 937,49. NieuweStroom heeft gedaagde, die niet is verschenen, gas en elektriciteit geleverd op basis van een overeenkomst. Gedaagde heeft een deel van de facturen betaald, maar laat een bedrag van € 5.183,21 onbetaald. NieuweStroom stelt dat gedaagde sinds november 2022 geen gas meer afneemt, maar dat zij wel verplicht is om meterstanden door te geven. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij nog geld van NieuweStroom te vorderen heeft. De kantonrechter heeft behoefte aan nadere inlichtingen van partijen en heeft een mondelinge behandeling gepland. De zaak is verwezen naar de rol voor opgave van verhinderdata. De mondelinge behandeling zal plaatsvinden ten overstaan van mr. M.J.C. van Leeuwen, die de eerdere rechter vervangt. Partijen worden opgeroepen om aanwezig te zijn en eventuele stukken tijdig in te dienen.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11299264 \ CV EXPL 24-7290
Vonnis van 27 augustus 2025
in de zaak van
SLIM MET ENERGIE B.V. THODN NIEUWESTROOM,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: NieuweStroom,
gemachtigde: mr. L.M. Bisschop,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 oktober 2024
- de mondelinge behandeling van 3 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen
zijn gemaakt en spreekaantekeningen van de zijde van NieuweStroom zijn overgelegd
- de akte overlegging producties van de zijde van NieuweStroom
- de nadere akte van de zijde van NieuweStroom met producties
- het schriftelijke antwoord van de zijde van [gedaagde] met bijlagen,
- de akte van de zijde van NieuweStroom met één productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Nieuwestroom is leverancier van elektriciteit en gas via leidingen.
2.2.
Bij e-mail van 14 mei 2020 (productie 3 bij eis) bevestigt Local Green Energy aan [naam] (bestuurder van [gedaagde] ) het door verkoopadviseur Local Green Energy met haar overeengekomen persoonlijke aanbod voor de levering van stroom en gas voor onbepaalde tijd. In die mail zijn verder de variabele- en de vaste leveringskosten van stroom en gas genoemd. Ook is er een activatielink in opgenomen om de overstap naar NieuweStroom te bevestigen, waarna - zo staat er verder in vermeld - [gedaagde] binnen enkele dagen een welkomstbrief met alle contactgegevens ontvangt.
2.3.
Productie 4 bij eis betreft een ‘mutatie contract akkoord’ dat is gedateerd op 18 mei 2020. Daarin wordt melding gemaakt van een contract [gedaagde] – ‘Fullflex Stroom & Gas - [contractnummer] ’.
2.4.
Bij productie 10 (bij akte overlegging producties) zijn bevestigingsbrieven van NieuweStroom ten aanzien van de levering van gas en stroom aan de verschillende EAN-aansluitingen overgelegd. Het gaat daarbij om de volgende brieven:
  • een bevestigingsbrief voor het leveringsadres aan de [adres 1] te [plaats] van 19 mei 2020 met betrekking tot levering elektriciteit,
  • een bevestigingsbrief voor het leveringsadres aan de [adres 1] te [plaats] van 19 mei 2020 met betrekking tot levering gas.
Verder is er bij deze productie een brief van 21 juli 2022 overgelegd die betrekking heeft op het toevoegen van aansluitingen op het leveringsadres van [adres 2] te [plaats] met betrekking tot levering elektra.
2.5.
In de hiervoor onder 2.4 genoemde brieven wordt verwezen naar algemene voorwaarden, die als productie 11 bij akte overlegging producties zijn overgelegd. Daarvan zijn onder meer de volgende bepalingen in deze zaak van belang:
  • artikel 7.1 dat bepaalt dat NieuweStroom het leveren van elektriciteit en/of gas mag beëindigen als de rekening niet wordt betaald,
  • artikel 9.7 dat als volgt luidt:

Krijgen wij de gegevens van uw elektriciteitsmeter en/of gasmeter niet op tijd?Of gaat het bij het opnemen of verwerken van de meetgegevens iets fout, dan mogen wij berekenen hoeveel elektriciteit en/of gas u geleverd heeft gekregen. Krijgen we alsnog de juiste meetgegevens? Dan bekijken we hoeveel elektriciteit en/of gas u werkelijk geleverd heeft gekregen en brengen die werkelijke hoeveelheid in rekening.”,
- artikel 10, waarin een procedure met betrekking tot onderzoek van de elektriciteitsmeter en/of gasmeter en/of meting is opgenomen.
2.6.
[gedaagde] heeft op de volgende locaties gas en elektriciteit afgenomen met bijbehorende EAN-codes en type meter:
  • verbruiksadres [adres 3] te [plaats] voor verbruik van elektriciteit met een domme meter met EAN code eindigende op 434,
  • verbruiksadres [adres 3] te [plaats] voor verbruik van gas met een domme meter met EAN code eindigende op 908,
  • verbruiksadres [adres 3] te [plaats] voor verbruik van elektriciteit met een slimme meter met EAN code eindigende op 615,
  • verbruiksadres [adres 1] te [plaats] voor verbruik van gas met een domme meter met EAN code eindigende op 702,
  • verbruiksadres [adres 2] te [plaats] voor verbruik van elektriciteit met een slimme meter met EAN code eindigende op 410.
2.7.
[gedaagde] heeft de volgende berichten aan NieuweStroom gestuurd:
  • een contactformulier van [gedaagde] aan NieuweStroom van 19 januari 2023, waarin zij NieuweStroom verzoekt nota’s aan te passen omdat zij sinds 30 november 2022 geen gas meer gebruikt,
  • een email van 16 februari 2022 van [gedaagde] aan NieuweStroom met daarin de volgende mededeling:
(…)”

3.Het geschil

3.1.
NieuweStroom vordert betaling van:
  • een bedrag van € 5.183,21 aan hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de facturen tot aan de dag van de volledige betaling,
  • een bedrag van € 937,49 aan buitengerechtelijke kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum vonnis tot aan de dag van de volledige betaling,
  • de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
NieuweStroom legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Zij heeft [gedaagde] op grond van een overeenkomst die zij met elkaar hebben gesloten gas en elektra geleverd en haar daarvoor facturen gestuurd voor een bedrag van in totaal € 16.249,23. [gedaagde] heeft in mindering daarop een bedrag van € 11.066,02 betaald. Er resteert nog een bedrag van € 5.183,21 dat [gedaagde] ondanks diverse aanmaningen onbetaald heeft gelaten. Zij is daarom ook de buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Daarop wordt hierna voor zover nodig nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
NieuweStroom heeft bij eis een lijst van facturen opgesomd die nog openstaan. [gedaagde] heeft daartegen ingebracht dat zij sinds november 2022 van het gas af is, maar dat er sindsdien toch nog gas bij haar in rekening is gebracht. Zij verwijst te dien aanzien naar bijlage 3 bij antwoord, zijnde een foto die naar zij stelt dateert van 8 oktober 2024 waarop een stand van 7811 staat vermeld. Daarnaast wijst zij er op dat NieuweStroom op
9 november en op 28 oktober dubbele voorschotnota’s heeft gestuurd voor een en dezelfde gasmeter. Het bedrag dat zij aan NieuweStroom heeft betaald, heeft betrekking op de levering van elektra.
4.2.
Ter zitting is NieuweStroom in de gelegenheid gesteld bij akte per aansluiting het volgende inzichtelijk te maken:
  • het verbruik van stroom en gas per aansluiting,
  • de bedragen die daarvoor in rekening zijn gebracht,
  • de bedragen die [gedaagde] heeft betaald.
4.3.
NieuweStroom heeft bij nadere akte de opsomming van de openstaande facturen nader gespecificeerd wat betreft type nota (verbruik en voorschot), leveringsadres en stroom of gas betreffende met de daarop van toepassing zijnde EAN code. Het betreffen volgens NieuweStroom voorschotnota’s die niet zijn betaald terwijl er in het kader van de jaar- en eindafrekeningen van uitgegaan is dat deze wel zijn betaald. Verder is uiteengezet dat de creditbedragen die vermeld staan op de jaar-en eindafrekeningen niet aan [gedaagde] zijn uitbetaald, omdat [gedaagde] de voorschotnota’s niet heeft betaald. Als deze bedragen wel zouden zijn uitbetaald, dan zouden deze posten wegvallen uit de openstaande bedragen en zou de totale vordering aanzienlijk hoger zijn geweest, aldus NieuweStroom.
4.4.
Tegenover de gespecificeerde concretisering van de zijde van NieuweStroom stelt [gedaagde] dat zij op de aansluitingen aan de [adres 3] en [adres 1] vanaf november 2022 geen gas meer heeft afgenomen en ook geen meterstand meer heeft doorgegeven. Het is haar dan ook een raadsel hoe NieuweStroom aan de berekening ter zake van verbruik gas komt op die locaties. Verder geeft zij aan dat zij in totaal in de loop der jaren een bedrag van € 31.644,15 aan automatische incasso’s heeft betaald. Het door NieuweStroom gepresenteerde overzicht deugt volgens [gedaagde] niet. NieuweStroom heeft teveel bij haar in rekening gebracht. Zij heeft nog van NieuweStroom te vorderen in plaats van andersom. Zij heeft wat betreft stroom nog een bedrag van € 2.474,17 van NieuweStroom te vorderen en wat betreft gas nog een bedrag van € 8.128,08.
4.5.
Het verweer van [gedaagde] spitst zich toe op haar stelling dat zij vanaf november 2022 op de locaties aan de [adres 3] en [adres 1] geen gas meer heeft afgenomen en daarom te dien aanzien ook niets verschuldigd kan zijn.
4.6.
NieuweStroom stelt daarover dat [gedaagde] verzuimd heeft de meterstanden door te geven en dat zij daarom op grond van artikel 9.7 van de algemene voorwaarden gerechtigd is de (eind)meterstanden te berekenen. Zij heeft, zo stelt zij verder, de eindstanden berekend aan de hand van het verbruik in de voorgaande periode. Zij baseert zich daarbij op het standaardjaargebruik van de aansluiting en de marktgegevens die op dat moment bekend zin. Dit is een methode die in de branche gebruikelijk is voor het berekenen van (niet doorgegeven) meterstanden. De nieuwe energieleverancier gaat ook uit van de door NieuweStroom berekende eindstanden, aldus NieuweStroom.
4.7.
NieuweStroom heeft vooreerst met de specificatie, die zij bij nadere akte heeft overgelegd, inzichtelijk gemaakt wat zij nu eigenlijk per aansluiting vordert. De kantonrechter heeft te dien aanzien behoefte aan nadere inlichtingen van partijen. Daarvoor zal (opnieuw) een mondelinge behandeling worden gepland. De zaak wordt om die reden verwezen naar de rol voor opgave verhinderdata.
4.8.
In het kader van de nader te plannen mondelinge behandeling zal onder meer het volgende aan de orde komen.
4.8.1.
Uit de specificatie moet afgeleid worden dat de discussie tussen partijen voornamelijk betrekking heeft op de aansluitingen aan de [adres 3] en [adres 1] met betrekking tot het verbruik van gas die met een domme meter uitgerust zijn. Daarvoor geldt dat NieuweStroom, nu [gedaagde] met betrekking tot deze aansluitingen geen meterstanden heeft doorgegeven, het verbruik op de voet van artikel 9.7 van de algemene voorwaarden zelf heeft berekend. NieuweStroom heeft met betrekking tot het leveringsadres aan de [adres 1] een bevestigingsbrief overgelegd waarop verwezen wordt naar de algemene voorwaarden. Een dergelijke brief is niet overgelegd met betrekking tot het leveringsadres aan de [adres 3] . De vraag is waarop zij de toepasselijkheid van artikel 9.7 ten aanzien van dit leveringsadres baseert.
4.8.2.
NieuweStroom geeft in algemene zin aan waar de berekening op gebaseerd is. Een concrete op de zaak van [gedaagde] toegespitste berekening ontbreekt. Deze dient nog nader toegelicht te worden.
4.8.3.
Niet duidelijk is of [gedaagde] de gasmeter heeft verwijderd. Ook is niet bekend of de netbeheerder ingeschakeld is voor een onderzoek dat in artikel 10 van de algemene voorwaarden wordt beschreven.
4.8.4.
[gedaagde] heeft nog de kwestie van dubbele nota’s aangevoerd. Ook dit onderwerp kan nog ter mondelinge behandeling nader aan de orde komen, waarbij bezien kan worden of en in hoeverre de stellingen van [gedaagde] daaromtrent al dan niet moeten leiden tot verrekeningen in het geval zij NieuweStroom nog wat verschuldigd is. Opgemerkt moet worden dat [gedaagde] de door haar gestelde vorderingen niet als reconventionele vorderingen aanhangig heeft gemaakt. Deze zullen dan ook niet als zodanig worden behandeld.
4.9.
De mondelinge behandeling zal plaatsvinden ten overstaan van mr. M.J.C. van Leeuwen, die om organisatorische redenen de eerdere rechter vervangt. Met betrekking tot de mondelinge behandeling wordt verwacht dat partijen zelf daarbij aanwezig zijn, dan wel dat zij vertegenwoordigd worden door iemand die van de feiten op de hoogte is en bevoegd is om een regeling te treffen. Als een partij niet naar de mondelinge behandeling komt, dan kan de kantonrechter daar gevolgen aan verbinden, ook in het nadeel van die partij.
Voor het geval partijen nog stukken in willen dienen, dan dienen zij dat uiterlijk
10 dagen voor de dag van de mondelinge behandeling te doen. Die stukken dienen toegezonden te worden aan:
  • de griffie van de rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, postbus 9030 te 6800 EM Arnhem onder vermelding van zaaknummer,
  • (de gemachtigde van) de wederpartij.
Met stukken die later of op de mondelinge behandeling worden ingediend, hoeft de kantonrechter geen rekening te houden.
4.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat in deze zaak een mondelinge behandeling zal worden gehouden in het gerechtsgebouw aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem ten overstaan van mr. M.J.C. van Leeuwen op een nader te bepalen dag en tijdstip en roept partijen op daar aanwezig te zijn;
5.2.
bepaalt dat partijen vóór 17 september 2025 schriftelijk hun verhinderdata dienen op te geven voor de maanden oktober, november en december en dat na genoemde datum een dag en tijdstip voor de mondelinge behandeling zal worden vastgesteld (ook als geen data zijn ontvangen);
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Meer Mohr en in het openbaar uitgesproken door
mr. ing. M.D.R Joppe op 27 augustus 2025.
548