ECLI:NL:RBGEL:2025:7577
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing teruggaaf omzetbelasting door kringloopwinkel
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van een kringloopwinkel tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende, opgericht op 15 april 2004, heeft bezwaar gemaakt tegen het bedrag dat over het tijdvak van 1 juli 2022 tot en met 31 juli 2022 op aangifte is betaald en heeft verzocht om een teruggaaf van omzetbelasting. De inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard en het verzoek om teruggaaf afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 4 augustus 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende en vertegenwoordigers van de inspecteur aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een inkoopprijs voor de ingebrachte goederen. De rechtbank stelt vast dat de algemene voorwaarden van de belanghebbende niet voldoende duidelijk maken dat de inbrengers van goederen daadwerkelijk een vergoeding ontvangen voor hun ingebrachte goederen. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht het bezwaar en het verzoek om teruggaaf heeft afgewezen. Tevens wordt een schadevergoeding toegekend voor overschrijding van de redelijke termijn, waarbij de rechtbank de schadevergoeding matigt omdat meerdere belanghebbenden samen één procedure hebben gevoerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de uitspraak van de inspecteur blijft in stand.