Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.de vennootschap naar het recht van de [vestigingsplaats] [gedaagde 1] ,
2. de vennootschap naar het recht van [vestigingsplaats]
[gedaagde 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de eiser, die slachtoffer is geworden van boilerroomfraude, een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden die als instant-exchanges opereren. De eiser heeft tussen 14 augustus 2024 en 17 december 2024 in totaal € 989.619,00 overgemaakt aan crypto-exchanges, waarvan de cryptovaluta door de frauduleuze boilerroom zijn verduisterd. De eiser vordert dat de gedaagden identificerende details verstrekken over de cryptovalutatransacties die zijn uitgevoerd met de ontvangstadressen die in de dagvaarding zijn opgesomd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden niet in Nederland zijn gevestigd, maar dat de schade in Nederland is ingetreden, waardoor de rechtbank rechtsmacht heeft. De eiser heeft de dagvaarding op de juiste wijze betekend aan de gedaagden, die niet zijn verschenen. De voorzieningenrechter heeft verstek verleend en de vordering van de eiser toegewezen, waarbij de gedaagden zijn verplicht om binnen zeven dagen de gevraagde identificerende details te verstrekken. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagden niet aan de hoofdveroordeling voldoen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.