Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
-haar met kracht aan de haren (uit een auto) te trekken en/of
-onder meer in/bij een auto tegen haar hoofd en/of lichaam te stompen en/of te slaan en/of te schoppen;
2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Kankerhoer, waar ben je? Hier komen, mij voor de gek houden he!” Aangeefster deed de deur van haar slaapkamer open en zag verdachte op de overloop staan. Verdachte kwam in haar richting gelopen. Aangeefster zag dat hij iets in zijn rechterhand had, maar kon niet zien wat het was. Verdachte strekte zijn arm, met het voorwerp in zijn hand, uit in de richting van het gezicht van aangeefster. Aangeefster voelde vervolgens dat het nat werd in haar nek. Aangeefster zag en voelde dat het bloed door haar vingers stroomde. Ze heeft zich toen op de vloer laten vallen. Daarna hoorde en zag aangeefster dat [getuige 1] (de rechtbank begrijpt: [getuige 1] , de zoon van aangeefster en verdachte) zich tot verdachte richtte door tegen hem te schreeuwen. [2] Aangeefster heeft verklaard dat [getuige 1] de eerste keer steken niet heeft gezien. Ze kon ontsnappen doordat [getuige 1] verdachte van haar aftrok. [3]
- Een snijwond met een geschatte lengte van 3-4 cm op de rechteronderkaak (letsel 1);
- Een snijwond met een lengte van 0,5 cm links op de borst (letsel 5);
- Bloeduitstortingen aan de voorzijde van de hals, onder het rechtersleutelbeen, aan de bovenzijde van het borstbeen (letsel 6 en 7), onder het linkersleutelbeen (letsel 8), en op het linkerjukbeen (letsel 3).
- Hypothese 1: Het letsel is toegebracht met het mes.
- Hypothese 2: Het letsel is toegebracht met de (huis)sleutel.
De forensisch artsen hebben in de rapportage beschreven dat een mes met gladde snijranden een snijwond met gladde wondranden veroorzaakt. Een sleutel heeft geen gladde snijrand waardoor een scheurwond zal ontstaan met rafelige wondranden en een bloeduitstorting rond de huiddoorbreking. Het letsel van de hals aan aangeefster is waarschijnlijker onder hypothese 1, dat het letsel toegebracht is met een mes, dan onder hypothese 2, dat het letsel toegebracht is met een (huis)sleutel.
[naam 1] , doe die deur open, doe die deur open.” [naam 1] opende de achterportier van de BMW. Verdachte duwde aangeefster het voertuig in. Aangeefster zag dat [naam 2] achter het stuur zat. Verdachte sloeg vervolgens met meerdere vuistslagen op aangeefster in. [9] Verdachte sloeg haar overal, met de vuist, en schopte haar ook. Aangeefster dacht dat haar laatste uur geslagen had en dat zij dood ging. Aangeefster trapte zo hard tegen de autodeur dat de deur open ging. Aangeefster kon de deur een paar keer opentrappen, maar verdachte deed de deur iedere keer weer dicht. [10]
[naam 1] , doe die deur open.” [naam 1] stond naast de autodeur om deze open te houden. [11]
[naam 1] je moet nu helpen. Neem d’r mee.” [12]
, doe die deur open” en dat [naam 1] bij de deur stond om deze open te houden. Aangeefster heeft verklaard dat [naam 1] de autodeur opendeed. Dat [naam 1] hielp om aangeefster in de auto te krijgen, wordt ook bevestigd door de 112-melding van de omwonende. De omwonende verklaarde tegen de meldkamer te hebben gehoord dat iemand riep: “
je moet nu helpen. Neem d’r mee.” Nadat verdachte aangeefster uit de auto had getrokken en in de BMW had geduwd, reed [naam 2] met [naam 1] , verdachte en aangeefster weg. De rechtbank acht daarmee bewezen dat sprake is van medeplegen.
“kankerhoer je gaat dood”heeft geschreven. [14] Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij en haar moeder de auto van haar vader bij de woning (de rechtbank begrijpt: de woning aan de [adres 2] te [plaats 2] ) zagen staan. Zij zijn toen een eindje verderop gaan staan in de hoop dat hij weer weg ging. Op een gegeven moment ging haar vader weg en gingen zij naar huis. Toen ze thuis kwamen, was de hele woning overhoop gehaald. Er waren veel dingen meegenomen, zoals een foto van oma en het trouwboek van haar ouders. Het trouwboek nam verdachte vaker mee als er ruzie was. In de badkamer trof [getuige 2] toen de volgende tekst aan op de spiegel: “
Kankerhoer je gaat dood.” [15] In het dossier is een foto gevoegd waarop een spiegel te zien is waarop met rode letters de woorden: “
Kankerhoer je gaat dood” staan. [16]
Vorige keer kwam ie ook al thuis en toen wilde ie me moeder... Toen [...] had ie ook al op de spiegel geschreven van "Ja. Kankerhoer. Je gaat dood” [17]
Kankerhoer je gaat dood” op de badkamerspiegel in de woning in [plaats 2] heeft geschreven. Immers zag [getuige 2] net voordat zij de woorden op de spiegel ontdekte, de auto van haar vader voor de deur van hun woning staan. Ook zag zij dat het trouwboek was weggenomen. Verdachte heeft verklaard dat hij bij ruzies soms het trouwboek meenam. [18] De rechtbank concludeert uit het voorgaande dat verdachte degene was die de bedreigende woorden op de badkamerspiegel schreef.
[verdachte] [..] sinds 4 weken niet meer thuis [is]”. [19] Uit de verklaring van getuige [getuige 2] volgt dat het feit gepleegd moet zijn in de periode dat verdachte niet meer bij aangeefster woonde. De rechtbank acht het daarom bewezen dat de bedreiging in de periode van 17 november 2024 tot en met 29 november 2024 is gepleegd.
4.De bewezenverklaring
of omstreeks15 december 2024 te [plaats 2] , gemeente West Betuwe ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] (zijn echtgenote) opzettelijk van het leven te beroven, meermalen met een mes,
althans een scherp voorwerpin haar
nek en/ofgezicht en
/ofborststreek,
althans haar lichaamheeft
gestoken en/of geprikt en/ofgesneden
en/of met dat mes stekende bewegingen heeft gemaakt naar het lichaam van die [slachtoffer]terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks30 november 2024 te [plaats 2]
en/of [plaats 3], gemeente West Betuwe zijn
echtgenoot/echtgenote [slachtoffer] heeft mishandeld door
- haar met kracht aan de haren (uit een auto) te trekken en
/of- onder meer in
/bijeen auto tegen haar hoofd en
/oflichaam te stompen
en/of te slaanen
/ofte schoppen;
of omstreeks30 november 2024 te [plaats 2] , gemeente West Betuwe tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft
/hebbenberoofd en
/ofberoofd gehouden, door haar hardhandig beet te pakken en vervolgens uit haar auto te trekken en
/ofvervolgens met kracht in zijn, verdachtes auto te duwen
en/of te trekkenen
/ofvervolgens met die auto weg te (laten) rijden
en vervolgens te autoportieren af te (laten) sluiten;
of omstreeksde periode van
17november 2024 tot en met
29 november2024 te [plaats 2] , gemeente West Betuwe [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] - via een op een badkamerspiegel geschreven tekst - dreigend de woorden toe te voegen :” kankerhoer je gaat dood"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De overwegingen ten aanzien van straf
“kankerhoer, je gaat dood”te schrijven.
copingis gebrekkig en vooral emotiegestuurd. Bij oplopende druk bestaat de kans op
acting outof impulsdoorbraken. Ook neigt verdachte bij oplopende druk en frustratie ernaar zijn toevlucht te zoeken in overmatig middelengebruik, wat de beschreven problematiek en de achterdocht naar zijn echtgenote verder versterkt lijkt te hebben. Vanuit dit licht bezien stelt de psycholoog dat de problematiek van verdachte een rol heeft gespeeld in feit 1 tot en met 3. Er wordt geadviseerd deze feiten in een verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
48 maanden;
- bepaalt dat deze een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;