In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 12 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eigenaar van een appartementsrecht en de Vereniging van Eigenaren (VvE). De eigenaar, hierna te noemen [eiser], had zonder toestemming van de VvE een warmtepomp op het gemeenschappelijke dak van het appartementencomplex geplaatst. De VvE had in een ledenvergadering unaniem besloten om geen toestemming te verlenen voor de plaatsing van de warmtepomp, wat leidde tot het verzoek van [eiser] aan de kantonrechter om een vervangende machtiging te verlenen voor de installatie.
De procedure begon met een verzoekschrift van [eiser] op 11 juli 2024, waarin hij stelde dat de VvE in redelijkheid niet tot het besluit had kunnen komen om de warmtepomp niet toe te staan. De VvE verweerde zich door te stellen dat het besluit om geen toestemming te verlenen op redelijke gronden was genomen, en dat de eigenaar op de hoogte was van de noodzaak van toestemming voor het aanbrengen van wijzigingen aan het gemeenschappelijk dak.
De kantonrechter oordeelde dat [eiser] wist dat hij toestemming nodig had voor de plaatsing van de warmtepomp en dat hij dit risico bewust had genomen door de installatie uit te voeren zonder goedkeuring. De rechter concludeerde dat de VvE in redelijkheid tot haar besluit had kunnen komen en dat het verzoek van [eiser] om de warmtepomp te mogen behouden werd afgewezen. Tevens werd [eiser] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de VvE, die op € 1.086 werden begroot. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.