Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beschikking gegeven in de zaak van de besloten vennootschappen [verzoekster 1] B.V. en [verzoekster 2] B.V. In deze procedure heeft verzoekster op 17 juni 2025 verklaringen ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) ingediend en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Op 27 juni 2025 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw voor een periode van drie maanden. De rechtbank heeft op 30 juni 2025 een tijdelijke afkoelingsperiode afgekondigd en een zitting gepland voor de behandeling van het verzoek. Tijdens de zitting op 11 juli 2025 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van verzoekster, mr. J. van den Dolder, en vertegenwoordigers van [naam bank]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is voor [verzoekster 1] om de onderneming voort te zetten en dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers hierbij gediend zijn. Het verzoek ten aanzien van [verzoekster 2] is ingetrokken, omdat niet is gebleken dat een afkoelingsperiode voor deze vennootschap noodzakelijk is. De rechtbank heeft vervolgens de afkoelingsperiode voor [verzoekster 1] afgekondigd van 30 juni 2025 tot en met 30 september 2025, met de bepaling dat [naam bank] gedurende deze periode geen verhaal mag nemen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 17 juli 2025.