ECLI:NL:RBGEL:2025:8176

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
C/05/453166 / FA RK 25-2095
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslachtsaanduiding op geboorteakte naar non-binaire identiteit

In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, is op 1 oktober 2025 uitspraak gedaan in de zaak van [betrokkene] die verzocht om wijziging van de geslachtsaanduiding op zijn/haar geboorteakte naar een non-binaire identiteit, aangeduid met een 'X'. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op dit moment geen wettelijke basis bestaat voor het verzoek om de geslachtsaanduiding te wijzigen naar een non-binaire variant. De rechtbank overweegt dat het aan de wetgever is om een regeling te treffen die deze mogelijkheid biedt. Totdat er wetgeving is, moet elke zaak op basis van de specifieke omstandigheden worden beoordeeld. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken en gerechtshoven die verzoeken tot wijziging van de geslachtsregistratie naar een 'X' hebben toegewezen, en benadrukt de maatschappelijke en juridische erkenning van non-binaire identiteiten. De rechtbank wijst het verzoek van [betrokkene] toe, omdat het verzoek op dezelfde manier moet worden benaderd als de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW voor mensen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren. Daarnaast is er ook een verzoek gedaan tot wijziging van de voornaam, wat eveneens is toegewezen. De rechtbank concludeert dat [betrokkene] een zwaarwegend belang heeft bij de wijziging van de voornaam en dat de beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad kan worden verklaard, omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand pas kan handelen wanneer de beschikking onherroepelijk is.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/453166 / FA RK 25-2095
Datum uitspraak: 1 oktober 2025
beschikking wijziging geslachtsaanduiding geboorteakte en voornaamswijziging
in de zaak van
[betrokkene] (hierna te noemen [betrokkene] ),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. K.S.M. Smienk te De Meern,
tegen
de ambtenaar van de Burgerlijke Stand,
van de gemeente [woonplaats] ,
hierna te noemen: de ABS.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 19 juni 2025;
- het schriftelijke standpunt van de ABS, ingekomen bij de griffie op 30 juli 2025.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 3 september 2025 is gehoord:
- [betrokkene] , bijgestaan door mr. Smienk.
1.3.
De ABS was niet aanwezig op de mondelinge behandeling. De ABS is op de juiste manier opgeroepen door de rechtbank.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] is op [geboortedatum] geboren in [woonplaats] als [betrokkene] [achternaam 1] . Hiervan is op [datum 1] in de gemeente [woonplaats] een geboorteakte opgemaakt (aktenummer: [nummer] ). Op de geboorteakte staat dat [betrokkene] van het vrouwelijke geslacht is.
2.2.
Op [datum 2] is aan de geboorteakte een latere vermelding toegevoegd betreffende de erkenning van [betrokkene] door [naam 1] en de wijziging van de geslachtsnaam van [betrokkene] in [achternaam 2] .

3.Het verzoek

3.1.
[betrokkene] verzoekt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [woonplaats] van het jaar 1986 (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht X zal zijn;
te bepalen dat diens voornaam gewijzigd wordt in de voornaam [voornaam 1] [voornaam 2] en een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [woonplaats] van het jaar 1986 (aktenummer: [nummer] ) toe te voegen.

4.Het standpunt van de ABS

4.1.
In de brief van 28 juli 2025 van de ABS staat dat de ABS geen bezwaren heeft tegen het wijzigen van de voornamen van [betrokkene] . Hoewel de ABS niet voorbij wil gaan aan de gevoelens van betrokkene betreffende diens genderidentiteit, ziet de ABS geen wettelijke mogelijkheden om het geslacht in de geboorteakte van [betrokkene] te wijzigen van vrouwelijk in ‘X’. Artikel 1:28 lid 1 BW ziet op wijziging van het geslacht van mannelijk in vrouwelijk of
andersom. De mogelijkheid om het geslacht te wijzigen in ‘niet vastgesteld’ of
‘genderneutraal’ is niet opgenomen in de Nederlandse wetgeving.

5.De beoordeling

Geslachtswijziging
Juridisch kader
5.1.
De rechtbank stelt vast dat er op dit moment geen wettelijke grondslag bestaat voor het verzoek om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen in een non-binaire geslachtsidentiteit in de vorm van een ‘X’.
5.2.
In beginsel is het aan de wetgever om een voorziening te treffen die het mogelijk maakt om een non-binaire geslachtsidentiteit op te nemen in de geboorteakte. De rechtbank overweegt dat, zolang er geen wetgeving is, elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval moet worden beslist, zoals de Hoge Raad heeft geoordeeld in zijn uitspraak van 4 maart 2022. [1]
5.3.
Nadien is sprake geweest van een tendens van maatschappelijke erkenning en een trend naar juridische erkenning van een neutrale geslachtsaanduiding. Diverse rechtbanken en gerechtshoven hebben verzoeken tot wijziging van de geslachtsregistratie in een geboorteakte naar een 'X' of een andere niet binaire aanduiding toegewezen. In diverse uitspraken zijn de artikelen 1:28 BW tot en met 1:28c BW naar analogie toegepast. Zo overweegt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in de beschikking van 15 september 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:8003) dat, doordat in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW niet wordt voorzien in de mogelijkheid om te kiezen voor een non-binaire geslachtsaanduiding, een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren en personen die de overtuiging hebben buiten de exclusief mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te vallen (non-binair). Het hof anticipeert op de te verwachten wetgeving omtrent genderneutrale geslachtsaanduiding en wijst het verzoek tot wijziging van het geslacht in een genderneutrale aanduiding toe.
5.4.
Naast analoge toepassing van de artikelen 1:28 BW tot en met 1:28c BW wordt in diverse uitspraken benoemd dat, door te anticiperen op de te verwachten wetgeving, uitvoering wordt gegeven aan de uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voortvloeiende positieve verplichting van de Staat de geslachtsaanduiding in de geboorteakte aan te passen aan het (neutrale) geslacht waartoe iemand volgens diens vaste overtuiging behoort.
5.5.
Uit de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 31 januari 2023 (ECLI:CE:ECHR:2023:0131JUD007688817, Y. tegen Frankrijk) blijkt dat het EVRM deze positieve verplichting niet aan de Staat oplegt. Het EHRM geeft daarbij eveneens alle ruimte om het legitieme doel om een duidelijke en juridische precieze registratie in de registers van de Burgerlijke Stand te handhaven, minder zwaar te laten wegen dan het fundamentele recht op seksuele identiteit en persoonlijke ontplooiing. Het is aldus door het EHRM aan de Staat gelaten om tot een eigen afweging te komen.
5.6.
Hoewel er eerder wel initiatief toe is genomen, is er op dit moment in Nederland nog geen wetgevingsproces in gang gezet en wordt dit ook niet op korte termijn verwacht.
5.7.
Omdat een wettelijke regeling om de vermelding van het geslacht op de geboorteakte te wijzigen naar een non-binaire variant ontbreekt, hebben non-binaire personen niet de mogelijkheid om zelf te beschikken over de registratie van hun geslacht. Dit is anders dan bij personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren. Voor hen geldt namelijk dat er wel een wettelijke regeling bestaat om het geslacht te wijzigen van man naar vrouw of van vrouw naar man. [2]
5.8.
Dit levert naar het oordeel van de rechtbank een onderscheid op naar geslacht, zoals bedoeld in artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) en artikel 1 lid 2 van het Protocol nummer 12 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat niet objectief en redelijkerwijs kan worden gerechtvaardigd en om die reden ongeoorloofd is. [3] Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van [betrokkene] op dezelfde manier moet worden benaderd als is omschreven in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor mensen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren.
De beslissing
5.9.
De rechtbank wijst het verzoek van [betrokkene] toe. Hierna legt de rechtbank deze beslissing uit.
5.10.
Bij het verzoek zit een schriftelijke verklaring van [betrokkene] . Daarin en tijdens de zitting heeft [betrokkene] het volgende uitgelegd. [betrokkene] is ruim acht jaar geleden als non-binair uit de kast gekomen en is al vier jaar bezig met de medische transitie. De afgelopen twee jaar is [betrokkene] als vrijwilliger en coördinator betrokken bij de [naam organisatie] . [betrokkene] voelt zich niet thuis in specifiek één van de hokjes ‘Man’ of ‘Vrouw’ en wil niet specifiek
‘Man’ of ‘Vrouw’ op diens identiteitsbewijs zien. De geslachtsvermelding ‘Man’ of ‘Vrouw’
komt namelijk niet overeen met de innerlijke genderbeleving van [betrokkene] . [betrokkene] identificeert zich niet als binair man of binair vrouw, en wenst ook een geboorteakte, identiteitsbewijs en
andere officiële papieren die dit gegeven laten zien. Toewijzing van de verzoeken zorgt bij
[betrokkene] voor een erkenning dat die mag zijn wie die is.
5.11.
[betrokkene] legt ter onderbouwing van diens verzoek een verklaring van 21 mei 2025 over van klinisch psycholoog [naam 2] , verbonden aan het Regionaal Expertise Centrum Gender en Geslacht van Radboud UMC te Nijmegen . Dit Expertise Centrum biedt met een multidisciplinair team hooggespecialiseerde zorg en begeleiding aan mensen met genderdysforie en mensen met een variatie in de geslachtelijke ontwikkeling.
5.12.
De rechtbank kan niet vaststellen of dit een deskundigenverklaring is, zoals dit in de wet is voorgeschreven voor transgenderpersonen en voor personen waarvan het geslacht niet kan worden vastgesteld. [4] [betrokkene] heeft op de mondelinge behandeling uitgelegd dat de heer [naam 2] [betrokkene] al ongeveer 2 jaar begeleidt in diens transitie. Uit deze verklaring blijkt dat [betrokkene] door hem overeenkomstig het Protocol deskundigen transgenderpersonen is voorgelicht omtrent de reikwijdte en de betekenis van het tot het andere geslacht behoren en dat [betrokkene] ervan blijk heeft gegeven deze voorlichting te hebben begrepen. Eveneens heeft [betrokkene] er blijk van gegeven de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen. De rechtbank overweegt dat uit de verklaring voldoende blijkt dat het gaat om een consistente wens van [betrokkene] , die is vastgesteld door een deskundige die betrokkene al langere tijd begeleidt. Een nadere deskundigenverklaring zoals bedoeld in de wet vindt de rechtbank daarom niet nodig. Ook al omdat genderbeleving niet eenvoudig als een objectief gegeven kan worden vastgesteld.
5.13.
De rechtbank oordeelt dat uit de stukken aangevuld met wat ter sprake is gekomen op de mondelinge behandeling voldoende is gebleken dat [betrokkene] goed heeft nagedacht over de beslissing om een wijziging te vragen van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte. [betrokkene] heeft een duurzame en consistente overtuiging over diens genderidentiteit. [betrokkene] identificeert zich niet als man of vrouw en heeft er daarom belang bij dat diens geboorteakte wordt aangepast en daarmee in overeenstemming wordt gebracht. Ook heeft [betrokkene] goed nagedacht over de impact van een neutrale geslachtsregistratie en de mogelijke consequenties van de aanduiding ‘X’ op diens identiteitsbewijs voor het maken van buitenlandse reizen.
Voornaamswijziging
Juridisch kader
5.14.
Artikel 1:4 lid 4 BW bepaalt, voor zover hier van belang, dat wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon kan worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid, BW. Voor wijziging van de voornaam moet er een zwaarwichtig belang zijn.
De beslissing
5.15.
De rechtbank wijst het verzoek van [betrokkene] toe. De rechtbank is van oordeel dat [betrokkene] duidelijk heeft gemaakt dat die een zwaarwegend belang heeft bij de voornaamswijziging. [betrokkene] wil diens naam uitbreiden met de naam " [voornaam 2] " omdat de ouders van [betrokkene] " [voornaam 2] " als jongensnaam hadden gekozen als [betrokkene] bij de geboorte gezien was als een jongen. Op deze manier heeft [betrokkene] beide namen, dus de naam die [betrokkene] heeft gekregen bij diens geboorte als "meisje" en de naam die [betrokkene] bij diens geboorte zou hebben gekregen als "jongen" als voornamen. [betrokkene] voelt zich comfortabel bij de gevraagde voornaam omdat deze meer passend is bij diens (gender)identiteit.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.16.
De beslissing kan niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. De ABS kan de geboorteakte namelijk pas aanpassen (door een latere vermelding bij de geboorteakte op te maken) wanneer de beslissing onherroepelijk is.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [woonplaats] van het jaar 1986 (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen:
 van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht X zal zijn;
 van wijziging van de voornaam: ‘ [voornaam 1] ’ in die zin dat de voornamen komen te luiden: ‘ [voornaam 1] [voornaam 2] ’;
6.2.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking – en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld – een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E.M. Overkamp, rechter, tegenwoordigheid van mr. D.S. Sweerman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Hoge Raad 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336.
2.Zoals neergelegd in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.Gerechtshof Amsterdam 23 mei 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1266.
4.Artikelen 1:28a BW en 1:19d lid 2 BW en de Lijst Aanwijzing Deskundige transgenders van het CIBG, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.