In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vader en een moeder over de wijziging van de zorgregeling voor hun twee minderjarige kinderen na hun echtscheiding. De vader verzocht om de zorgregeling te wijzigen, zodat hij zijn weekend met de kinderen op vrijdagmiddag zou kunnen laten beginnen in plaats van op zaterdagochtend. De moeder daarentegen was van mening dat de bestaande regeling in stand moest blijven en dat de communicatie tussen hen verbeterd moest worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen relevante gewijzigde omstandigheden zijn die een wijziging van de zorgregeling rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de druk op de kinderen en de communicatieproblemen geen nieuwe omstandigheden zijn die de bestaande regeling in gevaar brengen. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de bestaande regeling te handhaven, omdat de kinderen hieraan gewend zijn. De rechtbank heeft de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om de zorgregeling te wijzigen en heeft de ouders aangemoedigd om hulp te zoeken bij de gemeente voor een ouderschapstraject om hun communicatie en samenwerking te verbeteren. Daarnaast heeft de moeder een zelfstandig verzoek ingediend tot wijziging van de kinderalimentatie, maar dit verzoek is aangehouden omdat er nog een verweertermijn loopt voor de vader.