Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
meerderepersonen op
meerderemomenten, nu de bewezenverklaring alleen ziet op de bedreiging van de jongen met de Turkse vlag op het moment voor de Kruidvat.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks8 mei 2024 te Doetinchem [slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze [slachtoffer 1] met
een boksbeugel, althanseen hard en scherp voorwerp
, een ofmeerdere malen te slaan
en/of te stompentegen
/ophet hoofd
, althansen het lichaam en
/ofte schoppen en/of trappen tegen de benen
, althansen het onderlichaam;
of omstreeks2 juli 2024 te Doetinchem
, althans in Nederland, meerdere malen, althans eenmaaleen
of meerderetot op heden onbekend gebleven persoon
/personenheeft bedreigd
/personeneen
(vlees
)mes te tonen en
/of
/personenterwijl verdachte op korte afstand stond van die persoon
/personen en/of
of omstreeks7 oktober 2024 te Doetinchem, althans in Nederland, opzettelijk een minderjarige, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 2] -2016, heeft onttrokken aan het wettig over hem gesteld gezag
en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem uitoefende;
of omstreeks11 juni 2025 te Arnhem
, althans in Nederland,opzettelijk
een of meerdereambtenaren, te weten [slachtoffer 3] , werkzaam als hoofdagent bij de eenheid Oost-Nederland en
/of[slachtoffer 4] , werkzaam als hoofdagent bij de eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening, in
zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door
hem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Racist", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 12 juni 2025 (het strafblad);
- het rapport van de Raad van 24 juni 2024;
- het rapport van de Raad van 4 juli 2024;
- het rapport van de Raad van 28 augustus 2025.
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een jeugddetentie voor de duur van 21 dagen;
- bepaalt dat
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
een werkstraf van 40 uren, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 20 dagen;
- Veroordeelt verdachte in verband met het feit onder parketnummer 05/156481-24 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 300,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 300,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;