ECLI:NL:RBGEL:2025:8823

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
22 oktober 2025
Zaaknummer
439969
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid arbodienstverlener bij verzuimbegeleiding en re-integratie van werknemer met gezondheidsproblemen

In deze zaak vordert NewITera B.V. dat de rechtbank verklaart dat Absent Arbo niet heeft gehandeld zoals van een deugdelijk arbodienstverlener verwacht mag worden. De zaak betreft een werknemer, [naam 1], die zich ziek meldde na een operatie en waarbij Absent Arbo verantwoordelijk was voor de verzuimbegeleiding en re-integratie. NewITera stelt dat Absent Arbo tekort is geschoten in haar verplichtingen, wat heeft geleid tot een verlengde ziekteprocedure en een loonsanctie van het UWV. De rechtbank oordeelt dat Absent Arbo niet verwijtbaar heeft gehandeld, omdat NewITera niet voldoende informatie heeft verstrekt over de werkcapaciteit van [naam 1]. De rechtbank wijst de vorderingen van NewITera af en veroordeelt NewITera tot betaling van openstaande facturen aan Absent Arbo. De rechtbank concludeert dat de re-integratie-inspanningen van Absent Arbo niet tekortschoten, omdat NewITera niet heeft aangetoond dat er een reële kans was op een succesvolle re-integratie in het eigen werk. De vorderingen in reconventie van Absent Arbo worden toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/439969 / HA ZA 24-425 / 734 / 876
Vonnis van 24 september 2025
in de zaak van
NEWITERA B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Beuningen Gelderland,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: NewITera,
advocaat: mr. F.M.C. van Helmond,
tegen

1.de vennootschap onder firma ABSENT ARBO,

gevestigd en kantoorhoudende te Nijmegen,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: Absent Arbo,
advocaat: mr. L. Klumperink.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 februari 2025
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 19 mei 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
NewITera is een IT- en business consultancybedrijf. Absent Arbo houdt zich bezig met Arbo begeleiding en re-integratie.
2.2.
Tussen partijen is op 10 februari 2020 een overeenkomst gesloten voor verzuim en re-integratiedienstverlening. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Absent Arbo van toepassing verklaard, waarin in artikel 14 een aansprakelijkheidsbeperkende voorwaarde is opgenomen. In de overeenkomst staat, voor zover hier van belang:
“Omschrijving werkwijze
Centraal in de verzuimbegeleiding zoals die door Absent Arbo wordt uitgevoerd staat de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden/personeelszaken. Hierbij worden de leidinggevende ondersteund door de bedrijfsverpleegkundige van Absent Arbo. In het protocol staat systematisch aangegeven hoe het verzuimproces verloopt.
(…)
Bij het handelen van de bedrijfsartsen en de bedrijfsverpleegkundige zijn de richtlijnen van de NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) en STECR (Stichting Expertise Centrum Re-integratie) algemeen aanvaarde gedragsregels binnen de beroepsgroep en de KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) het uitgangspunt.
(…)
Protocol
Tijdstip Verantwoordelijke Actie
(…)
≤ week 4 Bedrijfsverpleegkundige - Houdt contact met medewerker en legt dit vast in dossier
- Onderzoekt in overleg met medewerker mogelijkheden voor (tijdelijk) passend werk in overleg met werkgever
- (…)
Bedrijfsarts - Heeft eerste re-integratiespreekuur op verzoek van de bedrijfsverpleegkundige met medewerker en beoordeelt herstel- en re-integratiemogelijkheden
- (…)
≤ week 6 Bedrijfsarts - Stelt probleemanalyse (1) en advies op, eventueel inclusief voorstel voor aanvullend interventietraject en verstrekt deze aan werkgever en werknemer
≤ week 8 Werkgever - Stelt in overleg met medewerker plan van aanpak op
- Informeert bedrijfsarts over plan van aanpak (kopie)
Bedrijfsverpleegkundige - Adviseert op verzoek werkgever of medewerker over effectiviteit en efficiëntie plan van aanpak
› week 8 Werkgever - Draagt bij aan uitvoering plan van aanpak
- Bewaakt – minimaal 6-wekelijks- uitvoering plan van aanpak en stelt zo nodig plan van aanpak bij na overleg met Absent Arbo
Bedrijfsarts - Draagt bij aan uitvoering plan van aanpak
- (…)
- Beoordeelt effectiviteit en efficiëntie plan van aanpak
- (…)
≤ week 28 Arbeidsdeskundige - Arbeidsdeskundige beoordeelt zo nodig inhoud en voortgang van re-integratieactiviteiten na akkoord van werkgever. Dit kan zowel eerder dan wel later op indicatie worden ingezet
(…)
≤ 1 jaar Werkgever - Evalueert in overleg met medewerker het re-integratieproces
(…)
Re-integratie, interventie en behandeling
Ons uitgangspunt is een snelle, zorgvuldig begeleide en kosteneffectieve terugkeer van uw medewerker naar de eigen werkplek, naar een andere plek binnen uw organisatie of bij een andere werkgever. Het gaat hierbij om trajecten op maat met behulp van producten en diensten die zijn toegesneden op het specifieke verzuimgeval. Na intake, analyse en deskundig advies zetten wij een interventiespecialist in die oplossingsgericht aan de slag gaat. Voor gerichte interventies maken wij gebruik van onze eigen kennis, kunde en ervaring, maar ook van die van de vele gespecialiseerde geselecteerde partners waarmee we een netwerkorganisatie vormen. Absent Arbo regelt het voor u in overleg met de bedrijfsarts.
Absent Arbo zal haar werkzaamheden steeds uitoefenen vanuit haar professionele insteek en conform de geldende regels op basis van de Wet Verbetering Poortwachter en de Arbowet.
(…)”
2.3.
Op 5 maart 2021 heeft [naam 1] , werkzaam als Senior Development Consultant bij NewITera voor 40 uur per week, zich ziek gemeld. De ziekmelding had betrekking op een operatie waarbij zijn been werd afgezet als gevolg van zijn diabetes. Absent Arbo heeft de verzuimbegeleiding opgepakt. Vanuit NewITera is [naam 2] (directiesecretaresse) ingezet als casemanager. Tussen NewITera (in de persoon van [naam 2] ) en Absent Arbo heeft een aantal keren een SMT (sociaal medisch teamoverleg) plaatsgevonden waarbij het re-integratietraject van [naam 1] is besproken.
2.4.
Vanuit Absent Arbo is bedrijfsarts [naam bedrijfsarts] ingeschakeld. [naam bedrijfsarts] heeft op
18 april 2021 een probleemanalyse opgesteld. Hierin is opgenomen dat [naam 1] op dat moment een dusdanig verminderde fysieke belastbaarheid heeft dat hij geen reguliere werkzaamheden kan verrichten en dat voor de benutbare mogelijkheden eerst de verdere behandeling en herstel moet worden afgewacht. Als einddoel is opgenomen
‘werkhervatting in de eigen functie’.
2.5.
In het tussen NewITera en [naam 1] op 30 april 2021 opgestelde plan van aanpak is opgenomen dat is afgesproken dat [naam 1] vanaf mei 2021 weer 16 uur per week zijn normale werkzaamheden zal oppakken, verdeeld over, in beginsel, drie dagen. Als einddoel van de re-integratie is opgenomen
‘werkhervatting in de eigen functie’.
2.6.
Vanaf september 2021 heeft [naam 1] 30-32 uur per week gewerkt, verdeeld over vijf dagen.
2.7.
In december 2021 is de gezondheidssituatie van [naam 1] zodanig verslechterd dat gevreesd wordt voor het verlies van zijn andere been. [naam 1] wordt daarom opgenomen in een behandelcentrum. In het spreekuurverslag van 22 december 2021 heeft [naam bedrijfsarts] opgenomen:

Beperkingen
Betrokkene heeft een dusdanige belastbaarheid dat er geen mogelijkheden zijn om medewerker in te passen in reguliere of arbeidstherapeutische werkzaamheden.
Mogelijkheden
Structurele werkhervatting is niet mogelijk
Conclusie
De behandeling en het verdere herstel moeten worden afgewacht
Re-integratie voorstel
Het Plan van aanpak kan thans bestaan uit regelmatig contact tussen werkgever en medewerker
Prognose
Volledige arbeidsgeschiktheid (op termijn) voor het eigen werk.”
2.8.
In februari 2022 heeft [naam bedrijfsarts] een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld en in het spreekuurverslag van 16 februari 2022 het volgende opgenomen:

Beperkingen
Betrokkene heeft nog een dusdanige belastbaarheid dat er geen mogelijkheden zijn om medewerker in te passen in reguliere of arbeidstherapeutische werkzaamheden.
Mogelijkheden
Werkhervatting is niet mogelijk
Conclusie
De behandeling en het verdere herstel moeten worden afgewacht
Re-integratie voorstel
Medewerker is niet geschikt voor de arbeidsmarkt (zie ook de FML), zodat een arbeidsdeskundig onderzoek vooralsnog niet in gang gezet hoeft te worden.
Prognose
Volledige arbeidsgeschiktheid (op termijn) voor het eigen werk.”
2.9.
Op 16 februari 2022 heeft [naam bedrijfsarts] ook een bijstelling probleemanalyse opgesteld waarin staat
‘de belastbaarheid is nog onvoldoende om een adequate reintegratie spoor 1 en/of spoor 2 in te zetten’.
2.10.
In de door NewITera en [naam 1] opgestelde eerstejaarsevaluatie van 5 maart 2022 is opgenomen dat er vanwege onvoldoende belastbaarheid nog geen re-integratieactiviteiten zijn ingezet, dat er geen reden is om het einddoel van de re-integratie bij te stellen, dat nog niet is gestart met een tweede spoor omdat de belastbaarheid onvoldoende is om een adequate re-integratie spoor 1 en/of 2 in te zetten en dat [naam 1] nog niet werkt omdat hij onvoldoende belastbaar is.
2.11.
Op 15 maart 2022 is [naam 1] weer thuis uit het behandelcentrum.
2.12.
In een e-mailbericht van 24 maart 2022 heeft [naam 3] , bedrijfsverpleegkundige bij Absent Arbo, [naam 2] een ‘schema wet verbetering poortwachter wettelijk verplichte actiepunten’ gestuurd. Hierin staat:
“ – acties in het kader 1e en 2e spoor: ad-onderzoek, daarna opstarten 2e spoor +- 50-52 weken”
2.13.
Vanaf 4 april 2022 is [naam 1] vanuit huis weer gestart met zittende werkzaamheden voor drie uur per dag.
2.14.
In het spreekuurverslag van 6 april 2022 heeft [naam bedrijfsarts] opgenomen:
“Beperkingen
De fysieke belastbaarheid is nog verminderd, maar er is sprake van een geleidelijke afname van de klachten
Mogelijkheden
Betrokkene wordt geschikt geacht voor zittende werkzaamheden voor een beperkt aantal uren en medewerker is inmiddels 3 uur per dag vanuit huis hervat.
Conclusie
Gezien de aard van de klachten en het eigen werk wordt voortzetting van de spoor 1 werkzaamheden als meest passend gezien. Een 2de spoor traject wordt zodoende niet beschouwd als een passend traject.
Re-integratie voorstel
Het Plan van aanpak m.b.t. de werkzaamheden kan 1x per week geëvalueerd en bijgesteld worden tot een volledige werkhervatting is bereikt.
Prognose
Volledige arbeidsgeschiktheid (op termijn) voor het eigen werk.”
2.15.
In het plan van aanpak van 30 juni 2022 is als einddoel aangevinkt
‘werkhervatting in de eigen functie’. Als visie van de werknemer [naam 1] is opgenomen:
“Met mijn lijnmanager heb ik afgesproken met ingang van week 25 20 uur per week mijn normale werkzaamheden voor de klant op te pakken. Deze uren worden in de middag gemaakt i.v.m. thuiszorg in de ochtend.
Daarnaast blijf ik stukjes schrijven voor het personeelsblad, de Newsitera, en zal ik een online cursus weer oppakken, om mijn inzetbaarheid te vergroten.”
De visie van NewITera is als volgt opgenomen:
“Er is gedurende de ziekteperiode goed contact (geweest) met werknemer. Wij hopen dat werknemer zo snel mogelijk zijn werkzaamheden volledig kan hervatten. Vanaf week 25 is werknemer 4u per dag (middagen i.v.m. thuiszorg in de ochtend) voor de klant aan het werk. Deze werkzaamheden worden vanuit huis uitgevoerd. Wij luisteren naar werknemer en de bedrijfsarts hoe zijn uren verder uitgebouwd kunnen worden. Met werknemer is hierover regelmatig contact.”
2.16.
Op 13 juli 2022 heeft [naam 4] vanuit Absent Arbo een huisbezoek afgelegd bij [naam 1] .
2.17.
In het spreekuurverslag van 27 september 2022 heeft [naam bedrijfsarts] opgenomen:
“Beperkingen
De fysieke belastbaarheid is geleidelijk verder verbeterd sinds het vorige spreekuur
Mogelijkheden
Werkhervatting in eigen werk is mogelijk en betrokkene is inmiddels 75 % in het werk hervat
Conclusie
Er is sprake van een bevredigende reintegratie. De behandeling en het verdere herstel kan worden afgewacht.
Re-integratie voorstel
Het Plan van aanpak m.b.t. de huidige werkzaamheden kan vooralsnog gecontinueerd worden, zodat een relatieve overbelasting wordt voorkomen.
Prognose
Volledige arbeidsgeschiktheid.”
2.18.
Op 11 oktober 2022 heeft een SMT plaatsgevonden. Hierover heeft Absent Arbo in haar eigen administratie het volgende gezet:
“SMT bij wg: huidige 6 uur pd is te veel, m.a.w. werk reduceren naar 4-5 uur pd. Werkgever wil wn behouden, m.a.w. er is sprake van een adequate reintegratie spoor 1 en spoor 2 hoeft zodoende niet te worden ingezet.”
2.19.
In het plan van aanpak van 2 november 2022 is de visie van de werkgever als volgt, voor zover hier van belang, weergegeven:
“Er is gedurende de ziekteperiode goed contact (geweest) met werknemer. Vanaf week 25 is werknemer 4u per dag (…) voor de klant aan het werk. Deze werkzaamheden worden vanuit huis uitgevoerd. In week 38 is werknemer naar 6 uur per dag gegaan, om te kijken of dit qua belasting en productiviteit haalbaar was. Dit bleek helaas niet zo te zijn, waardoor we, in overleg met de werknemer, in week 42 terug zijn gegaan naar 4 uur per dag.
(…)
Qua herstel is op dit moment onze verwachting dat werknemer het werk niet volledig zal kunnen hervatten, zeker niet in combinatie met werkzaamheden op een klantlocatie, waarbij naast de daadwerkelijke opdracht, tevens reistijd aan de orde is. Het kost werknemer in ieder geval op dit moment teveel energie om goed productief te blijven.
Het percentage herstel (lees loonwaarde) om en nabij het tweede ziektejaar is op dit moment niet goed in te schatten. Dit mede gelet op de fragiele gezondheid en reeds benoemd lastig herstel waarbij het risico op een recidive i.r.t. een 100 % ziekmelding redelijk groot is.”
Onder het kopje einddoel is aangevinkt
‘gedeeltelijke werkhervatting in de eigen functie’en
‘ander einddoel dan het advies van arbodienst of bedrijfsarts’. Bij dat laatste is opgenomen:
“Werkgever is, mede gelet op onderstaande punten van mening dat een gedeeltelijke werkhervatting in de eigen functie lastig zal worden.
1. De actuele traagheid van het herstelproces
2. De recente noodzakelijke afschaling van 6 naar 4 werkbare uren in een opdrachtsetting waarbij momenteel 100 % van huis uit gewerkt kan worden; “Garantie op 100 % thuiswerken” is er in de (nabije) toekomst niet; toekomstige reistijden woon-werkverkeer zullen zeker een negatieve invloed hebben op de productiviteit van werknemer.
3. De kwantiteit en de kwaliteit van het opgeleverde werk reeds tanende is t.o.v. de periode van vóór de ziekmelding.
4. Het recidive risico van een hernieuwde 100 % ziekmelding hoog is;
Samenvattend: De delta tussen loonwaarde o.b.v. een aangepast arbeidscontract o.b.v. in te schatten productiviteit versus de daadwerkelijke toekomstige productiviteit wordt door de werkgever als groot ingeschat.
Gezien bovengenoemde argumenten is het allesbehalve zeker dat werknemer überhaupt (gedeeltelijk) terug kan keren in de huidige functie en behoort een ontbinding van de huidige arbeidsovereenkomst na het 2e ziektejaar zeker tot de mogelijkheden.
(…)”
2.20.
In het spreekuurverslag van 8 november 2022 heeft [naam bedrijfsarts] opgenomen:
“Beperkingen
De belastbaarheid (fysiek, mentaal en energetisch) is niet substantieel gewijzigd sinds het vorige spreekuur
Mogelijkheden
Betrokken wordt geschikt geacht de huidige werkzaamheden te continueren.
Conclusie
De behandeling en het verdere herstel moeten worden afgewacht.
Re-integratie voorstel
Het Plan van aanpak m.b.t. de werkzaamheden kan regelmatig geëvalueerd worden.
Prognose
Optimale werkhervatting in het eigen werk.”
2.21.
In het actueel oordeel bedrijfsarts of arbodienst heeft [naam bedrijfsarts] op 7 december 2022 opgenomen dat [naam 1] zijn eigen werk doet voor 20 uur per week vanaf 23 mei 2022 en dat de belastbaarheid nog niet optimaal is, maar de afgelopen periode wel stabiel is gebleven.
2.22.
In de eindevaluatie van 12 december 2022 is het volgende opgenomen:
“4.4. Zijn er nog mogelijkheden in spoor 1? Nee, reden: uitbreiding van het aantal uren is niet realistisch. Dit zal minder worden indien er gereisd moet worden naar een klant.
4.5
Is spoor 2 van de re-integratie ingezet? Nee, reden: gezien de aard van de klachten wordt Spoor 1 als meest passend gezien. Spoor 2 wordt niet als passend traject gezien.”
2.23.
Op 13 december 2022 heeft [naam 1] een WIA-uitkering aangevraagd. Voor de beoordeling van deze aanvraag heeft een arbeidsdeskundige en een verzekeringsarts beoordeeld of NewITera voldoende heeft gedaan aan de re-integratie van [naam 1] . In een beslissing van 1 maart 2023 heeft het UWV geoordeeld dat NewITera niet heeft voldaan aan de re-integratieverplichtingen en een loonsanctie opgelegd tot 1 maart 2024.
2.24.
In het bij deze beslissing horende arbeidsdeskundig rapport ‘beoordeling re-integratieverslag’ van 1 maart 2023 staat, voor zover hier van belang:

Samenvatting
(…)
Onderzoeksvraag
Heeft de werkgever genoeg gedaan om de werknemer te re-integreren?
Antwoord
Nee, de werkgever heeft niet genoeg gedaan om de werknemer te re-integreren en hij heeft daarvoor geen deugdelijke grond.
Toelichting
(…)
Ik vind dat de werkgever niet genoeg heeft gedaan om de werknemer ondanks ziekte weer aan het werk te krijgen.
Om tot deze conclusie te komen heb ik als volgt geredeneerd:
De werkgever heeft niet inzichtelijk gemaakt of er herplaatsingsmogelijkheden in (meer) eigen/ander/aangepast werk in de eigen onderneming zijn.
Werkgever herplaatst werknemer niet conform zijn functionele mogelijkheden (zie onder punt 4 en 5 van dit rapport).
(…)
4. Beoordeling resultaat en inspanning
Is er sprake van een bevredigend resultaat?
Ik vind dat er geen sprake is van een bevredigend re-integratieresultaat. De werknemer werkt namelijk niet structureel in passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij zijn resterende functionele mogelijkheden terwijl er in passend werk met een structureel karakter ook niet tenminste 65% van het oude loon wordt verdiend.
Werknemer werkt 20 uur per week in zijn eigen werk. Dit is volgens de bedrijfsarts het maximaal haalbare. De arts van UWV, [naam 5] , kan naar aanleiding van de toelichting van de bedrijfsarts volgen dat 20 uur per week op dit moment het maximaal haalbare is. De arts van UWV is akkoord met de begeleiding van de bedrijfsarts gedurende de re-integratie.
Omdat werkgever daarnaast echter niet aangeeft wat de (arbeidsdeskundige) belasting in dit werk is, kan ik vanwege die redenen niet vaststellen of het werk passend is.
Daarnaast blijft werkgever onduidelijk of hij overgaat tot herplaatsing in het eigen werk voor 20 uur per week.
Er is daarom geen sprake van een bevredigend re-integratieresultaat
Zijn de inspanningen van de werkgever voldoende?
Ik vind de inspanningen van de werkgever onvoldoende. Ik heb de volgende tekortkomingen
geconstateerd:
De werkgever heeft niet inzichtelijk gemaakt of er herplaatsingsmogelijkheden in (meer)
eigen/ander/aangepast werk in de eigen onderneming zijn.
Omdat gedurende de hele re-integratieperiode er geen (arbeidsdeskundig) onderzoek heeft
plaatsgevonden naar de mogelijkheden in spoor 1 en spoor 2, is daarmee niet aannemelijk geworden dat op dat gebied voldoende inspanningen zijn gedaan door werkgever. Zeker gezien het feit dat werkgever van mening is dat terugkeer naar eigen werk niet gaat (werkgever blijft onduidelijk of hij werknemer herplaatst voor 20 uur per week) en werknemer wel aangeeft dat het eigen werk volledig passend werk is, had het op de weg van werkgever gelegen om hier gedegen onderzoek naar te (laten) doen.
Er is niet (arbeidsdeskundig) onderzocht wat de belasting in het eigen werk is en of dit werk passend is. Er had op basis van een functionele mogelijkhedenlijst van de bedrijfsarts een (arbeidsdeskundig) onderzoek plaats moeten vinden naar de mogelijkheden in werk. Dan was helder geworden of het eigen werk wel/niet passend is, aangepast kan worden of dat er mogelijk ander passend werk binnen de organisatie is wat past bij de krachten en bekwaamheden van werknemer. Dan was op dat moment ook helder geworden of er een 2e spoortraject opgepakt had moeten worden, naast re-integratie eerste spoor. Wellicht was dan ook meer inzichtelijk geworden of het eigen werk op bepaalde aspecten te belastend was/is of gewoon passend is. Bij terugval/stagnatie in de opbouw heeft de werkgever
nagelaten goed onderzoek te doen en te volgen of het Plan van aanpak bijstelling behoeft.

5.Deugdelijke grond

De werkgever voert redenen van de tekortkomingen aan. Deze zijn te lezen onder punt 3.5 in de reactie van werkgever.
Ik vind dit geen deugdelijke gronden.
Werkgever herplaatst werknemer niet conform zijn functionele mogelijkheden. Werknemer geeft bij mij aan dat zijn eigen werk passend is en de bedrijfsarts geeft aan dat 20 uur werken in eigen werk past binnen de belastbaarheid. Werkgever geeft redenen van met name functionerings- en risicofactoren en mobiliteit om niet tot herplaatsing over te gaan en benoemt daarnaast (in een formulier in het dossier) wel de mogelijkheid om als ZZPer te komen werken. Werkgever vermeldt geen beschrijving van de (arbeidsdeskundige) belasting. Voor mij is het onduidelijk en bovendien op basis van de beschikbare
informatie in het dossier, in combinatie met de verkregen aanvullende informatie van werknemer en werkgever, niet plausibel dat werknemer niet herplaatst wordt conform zijn functionele mogelijkheden. Zeker gezien het feit dat werknemer mij vertelt dat hij rijexamen heef gedaan in een aangepaste auto en voornemens is een aangepaste auto aan te schaffen. Daardoor is mobiliteit geen knelpunt meer. (…)
De enkele melding dat er geen onderzoek is gedaan naar de mogelijkheden binnen de eigen organisatie, omdat die er niet zouden zijn (met daarbij de melding dat spoor 2 het hele tweede ziektejaar niet mogelijk was), maakt niet dat werkgever dit inzichtelijk maakt. Er is niet door gedegen (arbeidsdeskundig) onderzoek onderbouwd wat de mogelijkheden zijn in (meer) eigen, aangepast en ander werk (qua bekwaamheden en belasting en belastbaarheid).
(…)”
2.25.
In de bij de beslissing horende sociaal medische beoordeling van 1 maart 2023 van het UWV staat, voor zover hier van belang:
“5.2 Overwegingen
(…)
Ter beoordeling van het re-integratieverslag heeft er contact plaatsgevonden met de bedrijfsarts. Na dit contact en na het ontvangen van aanvullende gegevens acht ik het re-integratieverslag medisch akkoord.
Ik acht de begeleiding door de bedrijfsarts adequaat.
Klant is in november 2022 van 6h per dag werken terug gegaan naar 4h per dag. Klant kampt met medische problematiek waarvan bekend is dat dit energetische problematiek met zich kan meebrengen. Ik vind het daarom aannemelijk dat 4h per dag werken voor klant heden het maximale is. De belastbaarheid die door de bedrijfsarts is opgesteld, vind ik passend bij de aanwezige problematiek. Er wordt goed rekening gehouden met de zaken die niet meer kunnen, maar ook met zaken waar preventief rekening mee gehouden dient te worden.

6.Conclusie

De functionele mogelijkheden zijn adequaat ingeschat.
De sociaal-medische begeleiding is adequaat geweest.
(…)”
2.26.
NewITera heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV om een loonsanctie op te leggen. In dit bezwaarschrift heeft NewITera ook verzocht om de periode van de loonsanctie in te korten (een bekortingsverzoek).
2.27.
In het kader van de bezwaarprocedure heeft NewITera opdracht gegeven voor een arbeidsdeskundig onderzoek. In het arbeidsdeskundig rapport van 3 mei 2023 staat, voor zover hier van belang:

3. Conclusie

1.Is het eigen werk passend?

Op het moment van het arbeidsdeskundig onderzoek is het eigen werk van werknemer niet passend.Werknemer is niet in staat om zelfstandig naar het werk te reizen. Daarnaast is er sprake van een urenbeperking door een lage energetische belastbaarheid wat maakt dat werknemer niet full time zijn werk kan uitvoeren.
De prognose voor herstel is onzeker.

2.Is het eigen werk structureel aan te passen?

Het is op het moment van het arbeidsdeskundig onderzoek niet mogelijk om het eigen werk structureel aan te passen.Om het eigen werk aan te passen moeten de knelpunten uit de functie worden weggenomen. Dit is niet mogelijk omdat werknemer geen auto kan besturen en ook niet met openbaar vervoer kan reizen. (…) Daarnaast is het niet mogelijk om het werk zo aan te passen het in 5 x 2 uur gedaan kan worden omdat werknemer dan onvoldoende bereikbaar / beschikbaar is voor de klant. Omdat werknemer applicaties voor klanten beheert is het van belang direct te kunnen handelen bij storingen.

3.Is er passend werk bij de eigen werkgever?

Er is op dit moment geen passend werk bij de eigen werkgever. (…)

4.
Zijn er mogelijkheden op de arbeidsmarkt om werknemer naar passend werk te begeleiden?
De bedrijfsarts stelt dat er benutbare mogelijkheden zijn voor werknemer. Deze mogelijkheden zijn echter marginaal (5 x 2 uur)
(…)
Zoals benoemd en beschreven zijn deze mogelijkheden onderzocht en op dit moment niet aanwezig wegens de zeer forse beperkingen en inzetbaarheid van werknemer. Het inzetten van een spoor 2 traject heeft om deze reden geen toegevoegde waarde.

4.Advies

Re-integratie advies:
De re-integratie is onlangs stopgezet omdat zowel werkgever als werknemer van mening zijn dat er op dit moment geen mogelijkheden zijn in re-integratie. Werknemer kon het energetisch niet aan om 2 x 2 uur per dag te werken en viel steeds in slaap. Daarnaast was de output minimaal.
De bedrijfsarts constateert dat er sprake is van een verslechtering van de situatie. Theoretisch gezien zou werknemer 5 x 2 uur kunnen werken. De praktijk wijst echter uit dat het voor werknemer niet mogelijk is omdat hij gedurende 2 uur in slaap valt en geen kwalitatief goed werk levert. Om deze reden zie ik op dit moment geen mogelijkheid om de re-integratie opnieuw te starten.
(…)”
2.28.
Tegen de afwijzende beslissing op bezwaar is NewITera in beroep gegaan. Daarnaast heeft NewITera pro forma bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV van 29 januari 2024 tot afwijzing van het door haar ingediende bekortingsverzoek. Op
7 mei 2025 heeft het UWV het bezwaar ongegrond verklaard. De beroepsprocedure is nog niet door de rechtbank behandeld.
2.29.
NewITera heeft de overeenkomst met Absent Arbo per 10 februari 2024 opgezegd.
2.30.
[naam 1] is per 1 april 2024 met wederzijds goedvinden op basis van een vaststellingsovereenkomst uit dienst gegaan. NewITera heeft een transitievergoeding van
€ 8.072,28 betaald. Per 1 maart 2024 ontvangt [naam 1] een IVA-uitkering op basis van 80-100 % arbeidsongeschiktheid met geen of een geringe kans op herstel.
2.31.
Bij brief van 17 november 2023 heeft NewITera Absent Arbo aansprakelijk gesteld voor de schade die zij stelt te hebben geleden vanwege gestelde schending van de zorgplicht bij de begeleiding en de advisering. Absent Arbo heeft bij brief van 1 december 2023 aansprakelijkheid afgewezen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
NewITera vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I. voor recht verklaart dat Absent Arbo niet heeft gehandeld zoals van een deugdelijk arbodienstverlener had mogen worden verwacht,
II. Absent Arbo hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van
€ 117.170,70, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 november 2023 tot aan de dag van volledige betaling,
III. Absent Arbo hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.946,71,
IV. Absent Arbo hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
NewITera legt aan haar vordering ten grondslag dat Absent Arbo tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst ten aanzien van de re-integratie van [naam 1] . Deze tekortkomingen hebben volgens NewITera geleid tot een verlengde ziekteprocedure en een door het UWV opgelegde loonsanctie. NewITera stelt dat zij zich in het re-integratieproces heeft laten leiden door de adviezen van Absent Arbo, die inhielden dat er geen tweede spoor activiteiten nodig waren. Achteraf is gebleken dat het opstarten van een tweede spoortraject wel nodig was geweest en dat dit duidelijk was geworden als er een arbeidsdeskundig onderzoek zou zijn ingezet om een realistisch beeld te krijgen van de kansen voor een structurele werkhervatting. NewITera komt mede op basis van het oordeel van het UWV tot de volgende verwijten: 1) de re-integratie in spoor 1 is onvoldoende geweest, 2) er is geen gedegen belastbaarheidsonderzoek uitgevoerd, 3) er is niet geadviseerd om een arbeidsdeskundig onderzoek te laten verrichten naar de
re-integratiemogelijkheden in spoor 1 en spoor 2, 4) er is geen re-integratie in spoor 2 gestart en 5) er is niet onderzocht of er een mogelijkheid bestond voor een vervroegde WIA-uitkering. NewITera stelt dat zij door de fouten van Absent Arbo schade heeft geleden. Deze schade bestaat, naast de buitengerechtelijke kosten, uit:
  • loonkosten tweede ziektejaar € 33.747,56
  • loonkosten derde ziektejaar € 38.102,40
  • indirecte loonkosten € 24.085,17
  • overige kosten/vergoedingen € 3.400,58
  • transitievergoeding € 1.516,14
  • arbeidsdeskundig onderzoek € 1.391,50
  • kosten bijstand bezwaar en beroep € 14.927,35
Totaal € 117.170,70.
3.3.
Absent Arbo voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Absent Arbo vordert dat de rechtbank NewITera veroordeelt tot betaling aan Absent Arbo van een bedrag van € 3.354,91, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de facturen.
3.6.
Absent Arbo stelt dat NewITera heeft nagelaten de volgende facturen met een betalingstermijn van 30 dagen te betalen:
  • factuur van 27 juni 2023: € 1.391,50
  • factuur van 29 september 2023: € 408,90
  • factuur van 29 oktober 2023: € 698,74
  • factuur van 26 november 2023: € 116,05
  • factuur van 24 december 2023: € 108,90
  • factuur van 6 januari 2024: € 280,55.
3.7.
NewITera voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze vorderingen gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
De vraag ligt voor of Absent Arbo fouten heeft gemaakt in de begeleiding van het re-integratietraject. Voor de beantwoording van deze vraag moet eerst worden vastgesteld welke verplichtingen voor Absent Arbo volgen uit de overeenkomst.
Verplichtingen voor Absent Arbo
4.3.
NewITera stelt zich op het standpunt dat zij de overeenkomst met Absent Arbo heeft gesloten vanuit haar wens om, nu zij zelf geen HR afdeling heeft, te worden ‘ontzorgd’ op het gebied van verzuimbegeleiding en re-integratie. In de overeenkomst en het protocol is opgenomen dat Absent Arbo verantwoordelijk is voor de verzuim- en arbodienstverlening. Dit betekent dat van Absent Arbo als professionele partij mag worden verwacht dat zij haar werkzaamheden uitvoert conform de geldende regels, procedures en richtlijnen en zich daarin ten opzichte van NewITera proactief opstelt en haar van deugdelijke adviezen voorziet.
4.4.
Absent Arbo voert in dit verband aan dat slechts een basiscontract is afgesloten, waarbij zij een bedrijfsarts en een bedrijfsverpleegkundige zou inschakelen en verder ondersteunende werkzaamheden zou verrichten voor het re-integratietraject, zoals het verzenden van signaleringen van taken volgend uit de Wet Verbetering Poortwachter. Zij betwist dat sprake is van ‘volledige ontzorging’ en voert aan dat overeen is gekomen dat de verantwoordelijkheid van de verzuimbegeleiding bij de leidinggevenden van NewITera ligt.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank is van een ‘volledige ontzorging’ zoals NewITera stelt, geen sprake. Dit volgt niet alleen uit de tekst van de overeenkomst, waarin is opgenomen dat in de verzuimbegeleiding de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden/personeelszaken centraal staat (zie 2.2), maar ook uit het feit dat in het protocol een aantal taken voor de werkgever zijn opgenomen en dat NewITera deze taken ook heeft uitgevoerd. Het is dus niet zo dat Absent Arbo bepaalde HR taken voor NewITera heeft uitgevoerd. Dit neemt echter niet weg dat Absent Arbo als arbodienst heeft gecontracteerd, zodat NewITera mocht verwachten dat Absent Arbo als een redelijk handelend en redelijk bekwame arbodienst zou optreden. Dat dit ook de bedoeling van Absent Arbo is geweest, volgt uit de specifieke vermelding in de overeenkomst dat Absent Arbo haar werkzaamheden zou uitoefenen vanuit haar professionele insteek en conform de geldende regels op basis van de Wet Verbetering Poortwachter en de Arbowet.
4.6.
Van Absent Arbo mocht dus worden verwacht, hetgeen zij ook niet betwist, dat zij bij de uitvoering van de overeenkomst rekening hield met de (mogelijk toekomstige) beoordeling van het UWV of de werkgever heeft voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen aan de hand van de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter. Dit betekent dat de vastlegging dat de verantwoordelijkheid voor de re-integratie bij de werkgever ligt er niet aan af kan doen dat bij Absent Arbo als professionele partij in beginsel wel de taak lag om NewITera te adviseren over (de noodzaak van) een arbeidsdeskundig onderzoek en het opstarten van een tweede spoortraject. Dit advies mag naar het oordeel van de rechtbank niet terloops geschieden en moet, indien de omstandigheden dat verlangen, zo nodig indringend gebeuren, nu Absent Arbo als professionele partij de mogelijke (financiële) gevolgen van de toets van het UWV kan overzien. Of op enig moment een arbeidsdeskundige had moeten worden ingeschakeld en/of een tweede spoortraject had moeten worden, hangt af van de omstandigheden.
Regelgeving ten aanzien van de verzuim- en re-integratieaanpak.
4.7.
De regels die gelden voor werknemers en werkgevers in het geval van verzuim en re-integratie zijn vastgelegd in de Wet Verbetering Poortwachter, de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar en de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter. Bij de beoordeling van de re-integratieverplichtingen in het geval van een aanvraag voor een WIA uitkering, maakt het UWV gebruik van de Werkwijzer Poortwachter, waarin zij de verplichtingen van de hierboven genoemde regelgeving heeft opgenomen.
4.8.
In de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter is opgenomen dat werkhervatting in het eigen bedrijf, liefst in het eigen werk, het meest duurzaam en succesvol is, zodat werkgever en werknemer zich eerst moeten inspannen om de werknemer, eventueel met aanpassingen, zijn eigen functie te laten oppakken. Hervattingsmogelijkheden bij een andere werkgever komen dus pas aan de orde als hervatting in eigen of passend werk binnen het bedrijf niet meer mogelijk is. [1] Bij langdurig verzuim mag van werkgever en werknemer worden verwacht dat zij, naast de eventueel nog lopende re-integratie activiteiten gericht op herplaatsing in het eigen bedrijf, uitdrukkelijk de mogelijkheden van werkhervatting bij een andere werknemer bezien, indien op dat moment nog niet tot gedeeltelijke werkhervatting in het eigen bedrijf is gekomen en er ook geen uitzicht is dat dit op korte termijn zal gebeuren. In deze beleidsregels wordt de eerstejaarsevaluatie (het zogeheten ‘opschudmoment’) expliciet genoemd als moment waarop dit tweede spoor aan de orde moet komen. Daarbij is het volgende opgenomen:
‘re-integratieactiviteiten met het oog op werk bij een andere werkgever kunnen slechts achterwege blijven als er nog concreet perspectief bestaat op hervatting in het eigen bedrijf’. [2]
4.9.
In de Werkwijzer Poortwachter [3] is dit als volgt uitgewerkt:
“ 4.3.1. Wanneer is Spoor 2 aan de orde? Zodra er geen zicht (meer) bestaat op een structurele hervatting binnen de eigen organisatie, moet er een adequaat tweede-spoortraject worden gestart om de hervattingskansen van de arbeidsongeschikte werknemer zo veel mogelijk te vergroten. Een tweede-spoortraject moet uiterlijk binnen 6 weken na de Eerstejaarsevaluatie (in de 52e verzuimweek) worden gestart. Re-integratieactiviteiten in Spoor 2 kunnen na de Eerstejaarsevaluatie alleen achterwege blijven als er binnen 3 maanden een concreet perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden.”
4.3.2.
Belastbaarheid pas na (Eerstejaars)evaluatie. Ontstaat er pas na de (Eerstejaars)evaluatie belastbaarheid, dan zullen werkgever en werknemer ook later met de re-integratie beginnen. Er wordt van uitgegaan dat er 2 weken nodig zijn voor het opstellen of bijstellen van het Plan van aanpak en maximaal 6 weken voor de start van de uitvoering van de beoogde re-integratieactiviteiten. De tijd tussen de vaststelling dat er belastbaarheid is ontstaan en de start van daadwerkelijke inzet van re-integratieactiviteiten mag dus maximaal 8 weken bedragen. Omdat de re-integratievolgorde blijft bestaan, richt de re-integratie zich ook in deze situatie in eerste instantie op Spoor 1. Maar omdat het tweede jaar van de loondoorbetalingsverplichting inmiddels is ingegaan, moet er direct (naast een onverminderd voortzetten van het eerste-spoortraject) met een tweede-spoortraject gestart worden. Dit geldt alleen wanneer er bij het opstellen van (de bijstelling in) het Plan van aanpak binnen 3 maanden geen concreet perspectief is op structurele werkhervatting binnen de eigen organisatie in eigen, aangepast of ander passend werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden. De werkgever en werknemer moeten wel alle hervattingsmogelijkheden blijven onderzoeken. Bijvoorbeeld na een wijziging in de belastbaarheid of een wijziging in de organisatie.
5.9
Perioden van geen benutbare re-integratiemogelijkheden. Tijdens een periode van geen benutbare re-integratiemogelijkheden houdt de bedrijfsarts de vinger aan de pols en wijst hij de werkgever op re-integratiemogelijkheden, zodra de werknemer hiertoe weer in staat is
4.10.
Uit de regelgeving volgt dus dat re-integratieactiviteiten in het tweede spoor na de eerstejaarsevaluatie moeten worden opgestart, tenzij concreet zicht is op structurele werkhervatting binnen drie maanden of als er (tijdelijk) geen benutbare mogelijkheden zijn.
Toerekenbare tekortkoming?
4.11.
Van Absent Arbo mag als professionele arbodienst verwacht worden dat zij gedurende het re-integratietraject in de gaten houdt of en zo ja, wanneer tweede spoor activiteiten moeten worden opgestart en dat zij NewITera in dat geval (indringend) moet adviseren daartoe over te gaan. Dit neemt niet weg dat van NewITera op haar beurt verwacht mag worden, hetgeen ook in de lijn ligt van de in de Beleidsregels opgenomen eindverantwoordelijkheid van de werkgever voor de verzuimbegeleiding en de re-integratie, dat zij Absent Arbo op de hoogte houdt van alle bij haar bekende ontwikkelingen die van belang (kunnen) zijn voor het re-integratieproces.
4.12.
Volgens Absent Arbo is de inzet van een arbeidsdeskundige met NewITera besproken, maar zijn zij tot de conclusie gekomen dat het niet nodig was omdat de verwachting bestond dat ze tot een bevredigend resultaat in het eerste spoor konden komen.
4.13.
NewITera stelt dat direct duidelijk was dat een terugkeer van [naam 1] naar het eigen werk niet succesvol zou zijn, omdat de werkzaamheden die hij nog kon verrichten in feite geen loonwaarde hadden, zodat Absent Arbo haar verkeerd heeft geadviseerd.
4.14.
Op zichzelf is niet in geschil dat de re-integratie van [naam 1] in zijn eerste ziektejaar volledig was gericht op re-integratie naar zijn eigen werkzaamheden (eerste spoor). Dit blijkt ook uit de re-integratiestukken (probleemanalyse, plan van aanpak en de spreekuurverslagen) die door zowel NewITera als Absent Arbo zijn opgesteld en overgelegd. Hoewel NewITera ter zitting heeft verklaard dat het van begin af aan duidelijk was dat re-integreren in het eigen werk niet succesvol zou zijn vanwege de gezondheidssituatie van [naam 1] , blijkt nergens uit dat NewITera Absent Arbo daarvan in het eerste jaar op de hoogte heeft gesteld. NewITera kon daaromtrent desgevraagd ook geen toelichting geven en het volgt ook niet uit de door NewITera als werkgever ingevulde re-integratiestukken. Dit betekent dat er geen aanwijzingen waren dat er direct al gestart had moeten worden met een tweede spoortraject.
4.15.
Het moment waarop er (eventueel naast) een eerste spoortraject ook een tweede spoortraject moet worden opgestart ligt zoals hierboven vastgesteld in de periode vanaf de eerstejaarsevaluatie (die was op 5 maart 2022) tot uiterlijk zes weken daarna, tenzij er sprake was van de uitzonderingen zoals onder 4.10 opgenomen. De beoordeling of Absent Arbo op enig moment in die periode een verplichting heeft verzaakt, hangt af van de omstandigheden op dat moment. Bekeken moet worden of de gezondheidssituatie van [naam 1] op dat moment zodanig was dat er in het geheel geen benutbare re-integratiemogelijkheden bestonden of dat er op dat moment een reële kans was op structurele werkhervatting binnen drie maanden in het eigen werk of in aangepast werk in het eigen bedrijf. Gesteld noch gebleken is dat aangepast werk mogelijk zou zijn geweest in de re-integratie, zodat met die mogelijkheid hierna geen rekening wordt gehouden. In het begin van die periode is er eerst nog (korte) tijd sprake geweest van een opname van [naam 1] in een behandelcentrum. Deze opname heeft tot 15 maart 2022 geduurd. Ten tijde van het opstellen van de eerstejaarsevaluatie was er dan ook sprake van een situatie waarin in het geheel geen benutbare re-integratiemogelijkheden bestonden. Voor de bedrijfsarts bestond de verplichting om de vinger aan de pols te houden en de werkgever op de hoogte te stellen als er wel weer benutbare re-integratiemogelijkheden waren. Voor Absent Arbo bestond de verplichting om na de opname goed in de gaten te houden of er concreet perspectief bestond op een structurele werkhervatting binnen drie maanden. Indien dat niet het geval zou zijn, dan lag op Absent Arbo de taak om NewITera dringend te adviseren om een arbeidsdeskundig onderzoek te laten verrichten om duidelijkheid te verkrijgen omtrent de kansen op een succesvolle re-integratie eerste spoor en zo nodig tweede spoor activiteiten op te starten.
4.16.
Na de opname is [naam 1] vanaf 4 april 2022 gestart met zittende werkzaamheden vanuit huis voor drie uur per dag, zijnde 15 uur per week. Vanaf juni 2022 is dit uitgebreid naar 20 uur per week. Er is dus sprake geweest van een situatie in die periode waarin de belastbaarheid van [naam 1] is opgelopen van geen re-integratiemogelijkheden naar 15 uur per week naar, tot slot, 20 uur per week. Er zat dus een stijgende lijn in. Absent Arbo mocht in haar inschatting van een reële kans op een structurele werkhervatting niet alleen uitgaan van deze stijgende lijn in belastbaarheid, maar ook van het feit dat als onvoldoende onderbouwd en gemotiveerd weersproken is vast komen te staan dat NewITera Absent Arbo niet op de hoogte heeft gebracht van haar standpunt dat de werkzaamheden van [naam 1] tijdens de re-integratie nagenoeg geen loonwaarde hadden. Zo heeft NewITera bijvoorbeeld in die periode niet gereageerd op het door de bedrijfsarts opgestelde spreekuurverslag van
6 april 2022 waarin is opgenomen
‘gezien de aard van de klachten en het eigen werk wordt voortzetting van de spoor 1 werkzaamheden als meest passend gezien. Een 2de spoor traject wordt zodoende niet beschouwd als een passend traject’.Het had dan toch zeker op de weg van NewITera gelegen om daarop te reageren en Absent Arbo op de hoogte te stellen van de, kennelijk door NewITera waargenomen, feitelijke situatie wat betreft de werkzaamheden en de loonwaarde. Daarbij heeft te gelden dat NewITera in het door haarzelf ingevulde plan van aanpak van 30 juni 2022 als einddoel heeft aangevinkt
‘werkhervatting in de eigen functie’, terwijl onder die omstandigheden het aanvinken van het vakje
‘gedeeltelijke werkhervatting in eigen functie’meer passend zou zijn geweest.
4.17.
Een andere omstandigheid die moet worden meegewogen is dat NewITera ter zitting de stelling van Absent Arbo heeft bevestigd dat zij meerdere malen heeft verklaard [naam 1] als werknemer te willen behouden. Met NewITera is de rechtbank van oordeel dat van Absent Arbo als professionele arbodienst mag worden verwacht dat zij, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, NewITera duidelijk laat weten dat de wens om de werknemer te behouden voor zijn eigen werk niet realistisch zou zijn. Daarvoor is echter wel nodig dat NewITera Absent Arbo voldoende op de hoogte stelt van de feitelijke situatie omtrent de werkzaamheden die [naam 1] in die 20 uur per week uitvoert en hoe deze zich verhouden tot de werkzaamheden die hij voor zijn ziekmelding heeft uitgevoerd. Dat NewITera daarop heeft gewezen is, zoals reeds overwogen, onvoldoende onderbouwd.
4.18.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Absent Arbo in die periode, gelet op de opbouw in uren na de opname van [naam 1] in het behandelcentrum, het pad dat tussen partijen steeds en ook naar de uitdrukkelijke wens van NewITera is gericht op de terugkeer van [naam 1] in zijn eigen functie en het ontbreken van een terugkoppeling vanuit NewITera omtrent de loonwaarde van de werkzaamheden die [naam 1] in die tijd verrichte en de bij NewITera opgekomen twijfels omtrent een succesvolle re-integratie eerste spoor tot het oordeel mocht komen dat er binnen de daarvoor gestelde termijn een concreet zicht was op een duurzame terugkeer in het eigen werk.
4.19.
Uit de stukken blijkt dat de situatie is veranderd rond het plan van aanpak van
2 november 2022, nu NewITera in het plan van aanpak voor het eerst het doel verandert van werkhervatting in de eigen functie naar een gedeeltelijke werkhervatting in de eigen functie. In dit plan van aanpak spreekt NewITera voor het eerst over de loonwaarde van de door [naam 1] verrichte re-integratiewerkzaamheden, dat het herstelproces traag verloopt en dat de kwaliteit en de kwantiteit van het opgeleverde werk tanende is.
4.20.
Ter zitting heeft NewITera verklaard dat een andere manager betrokken is geweest bij het opstellen van dit plan van aanpak en dat deze manager bij het daaraan voorafgaande huisbezoek heeft gezien dat het niet goed ging met [naam 1] . Volgens NewITera had [naam 1] toen veel last van zijn diabetes, had hij hulp nodig van de thuiszorg en was hij zodanig vermoeid dat hij in slaap viel tijdens het werk. NewITera voorzag problemen met de klantbezoeken die [naam 1] normaal gesproken zou moeten afleggen en het feit dat de functie niet geheel met thuiswerken kon worden uitgevoerd. Daarnaast was het sociale vangnet van [naam 1] weggevallen met het overlijden van zijn moeder. Dat het zo niet goed ging en dat er meer hulp vanuit Absent Arbo nodig was, heeft NewITera in ieder geval mondeling aan Absent Arbo meegedeeld, aldus NewITera.
4.21.
Absent Arbo betwist dat NewITera rond die tijd deze signalen aan haar heeft doorgegeven en voert aan dat zij bij dergelijke signalen direct zou hebben ingegrepen. Het plan van aanpak van 2 november 2022 heeft NewITera niet via de Portal (het communicatie kanaal tussen Absent Arbo en haar opdrachtgevers, in dit geval NewITera) gedeeld. Nadat het UWV tot de loonsanctie is gekomen, heeft Absent Arbo pas kennis genomen van deze verandering van NewITera in inzicht, aldus Absent Arbo.
4.22.
De rechtbank stelt vast dat NewITera niet concreet heeft gesteld op welk moment zij Absent Arbo op de hoogte heeft gesteld van haar bevindingen ten aanzien van de haalbaarheid van een succesvolle re-integratie van [naam 1] in het eigen werk. De enkele, verder niet onderbouwde en ter zitting betwiste mededeling dat zij dit mondeling aan Absent Arbo heeft gemeld, is onvoldoende. Uit niets blijkt ook dat dit tijdens het SMT van 11 oktober 2022 is gemeld. Integendeel, daarin is, zoals Absent Arbo onweersproken heeft aangevoerd juist de nadruk gelegd op het behoud van werknemer voor de organisatie. Dat volgens het UWV de re-integratie inspanningen van NewITera onvoldoende zijn geweest en er ten onrechte geen tweede spoor is ingezet, is Absent Arbo pas na de beslissing van het UWV bekend geworden (dus na 1 maart 2023). De rechtbank komt tot de conclusie dat Absent Arbo tot aan die tijd heeft mogen vasthouden aan de route van het eerste spoor (re-integratie in het eigen werk). Immers is de hele periode de inzet geweest om [naam 1] in zijn eigen werk te laten re-integreren, heeft NewITera dit ook steeds in haar eigen berichten zo opgenomen en hebben Absent Arbo vanuit NewITera geen berichten bereikt dat de feitelijke situatie anders zou liggen, zoals NewITera kennelijk rond november 2022 zelf heeft waargenomen.
4.23.
Ten aanzien van de vijf verwijten leidt dit tot de volgende conclusie. Dat de re-integratie in spoor 1 onvoldoende is geweest (verwijt 1) ligt dus in de risicosfeer van NewITera, omdat zij Absent Arbo niet op de hoogte heeft gesteld van de door haar waargenomen feitelijke situatie ten aanzien van de (on)mogelijkheden voor [naam 1] om zijn eigen werkzaamheden uit te voeren en de feitelijke loonwaarde en dat dit ook niet overeenkomt met de door NewITera als werkgever ingevulde formulieren. Dat er geen gedegen belastbaarheidsonderzoek is uitgevoerd (verwijt 2) gaat niet op. In ieder geval heeft Absent Arbo naderhand een belastbaarheidsonderzoek uitgevoerd (op 28 februari 2023) dat in de sociaal medische beoordeling van het UWV (zie 2.25.) als passend is beoordeeld bij de aanwezige problematiek. Voor zover dit verwijt in de periode daarvoor wel zou kunnen worden gemaakt, heeft te gelden dat dit in ieder geval niet tot de schade (de loonsanctie) heeft geleid. Ten aanzien van de verwijten 3 en 4 (zijnde het niet adviseren van een arbeidsdeskundig onderzoek en het niet starten van een re-integratie spoor 2) heeft te gelden dat uit bovenstaande overwegingen volgt dat Absent Arbo daarin geen verwijt kan worden gemaakt.
4.24.
Resteert het verwijt dat Absent Arbo niet heeft onderzocht of een vervroegde IVA-uitkering tot de mogelijkheden behoorde.
4.25.
NewITera stelt in dit verband dat het voor Absent Arbo direct duidelijk had moeten zijn dat er slechts zeer marginale mogelijkheden waren om te kunnen re-integreren. Een arbeidsdeskundig onderzoek had direct duidelijkheid kunnen geven over de mogelijkheden van een vervroegde IVA-uitkering. Door dat na te laten, is deze mogelijkheid ten onrechte niet onderzocht, aldus NewITera.
4.26.
Absent Arbo heeft gemotiveerd aangevoerd dat zij wel aandacht heeft gehad voor de mogelijkheid van een eventuele vervroegde aanvraag, maar dat de situatie van [naam 1] er geen aanleiding voor gaf. Aan een vervroegde IVA-uitkering worden strenge eisen gesteld, waaronder de eis dat sprake is van een medisch stabiele of verslechterende situatie die leidt tot volledige arbeidsongeschiktheid. Daarvan was bij [naam 1] geen sprake, omdat hij in behandeling was en de verwachting destijds was dat hij zou herstellen voor (aangepast) eigen werk. De opbouw in werk van 50 % naar zelfs tijdelijk 75 % past hier ook niet bij, nog daargelaten dat op dat moment de wens van [naam 1] nog was om bij NewITera te blijven werken en vanuit NewITera de wens tot behoud van [naam 1] voor de onderneming ook werd geuit. Absent Arbo heeft daarom geen aanleiding gezien om te komen tot een aanvraag voor een vervroegde IVA-uitkering, aldus Absent Arbo.
4.27.
Ook hierbij heeft te gelden dat het niet adviseren van een arbeidsdeskundig onderzoek geen verwijt is dat Absent Arbo kan worden gemaakt. Daarnaast heeft Absent Arbo voldoende onderbouwd dat en waarom er geen aanleiding bestond voor een dergelijke aanvraag. Van de zijde van NewITera is daar verder niets inhoudelijks tegenin gebracht. Dit betekent dat ook dit verwijt niet opgaat.
4.28.
De verwijten die NewITera aan haar gevorderde verklaring voor recht ten grondslag heeft gelegd, gaan niet op. Dit heeft tot gevolg dat de vorderingen in conventie reeds daarom zullen worden afgewezen, zodat de vraag of Absent Arbo een beroep toekomt op een aansprakelijkheidsbeperkende voorwaarde geen beoordeling meer behoeft.
Openstaande facturen
4.29.
In reconventie wordt betaling gevorderd van een zestal facturen voor de maanden juni 2023 tot en met februari 2024. Niet in geschil is dat NewITera deze onbetaald heeft gelaten. Voor zover NewITera een beroep heeft gedaan op opschorting van haar betalingsverplichting dan wel verrekening met de door haar gestelde schade, heeft te gelden dat dit verweer, nu er geen fout van Absent Arbo vast is komen te staan, niet opgaat.
4.30.
Ten aanzien van het verweer van NewITera dat zij vanaf december 2023 geen toegang meer heeft gehad tot de portal, waarvoor op deze facturen kosten in rekening zijn gebracht, geldt het volgende. Absent Arbo heeft gesteld dat casemanager [naam 2] de portal op 1 februari 2024 nog heeft geraadpleegd en dat Absent Arbo de toegang tot de portal pas op 6 juni 2024 heeft gesloten. De verder niet onderbouwde betwisting daarvan is, gelet op de concrete onderbouwing van Absent Arbo omtrent het gebruik van de Portal, onvoldoende. De enkele stelling van NewITera dat de werkzaamheden van Absent Arbo ondermaats zijn gebleken en zij reeds daarom geen vergoeding verschuldigd is voor deze werkzaamheden, gaat ook niet op. Dat er werkzaamheden zijn verricht, is niet betwist en ook niet dat in beginsel voor die werkzaamheden een vergoeding verschuldigd is. Dat deze werkzaamheden niet de daarvoor in rekening gebrachte bedragen zouden rechtvaardigen, is onvoldoende onderbouwd. Daarbij zij opgemerkt dat de factuur van 27 juni 2023 voor een bedrag van € 1.391,50 ziet op kosten voor het in opdracht van NewITera uitgevoerde arbeidsdeskundig onderzoek van mevrouw Van Beek, welke factuur NewITera zelf in haar vordering in conventie als schade heeft opgevoerd. Dat dit arbeidsdeskundige onderzoek niet nodig is geweest, volgt niet uit de stellingen van NewITera, zodat NewITera de kosten hiervan moet voldoen. De conclusie is dan ook dat de rechtbank de gevorderde betaling van de facturen zal toewijzen.
4.31.
Nu NewITera de gestelde geldende betalingstermijn van 30 dagen niet heeft betwist, zal de rechtbank de rente zoals in haar petitum gevorderd toewijzen, dat wil zeggen de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen.
4.32.
NewITera is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Absent Arbo heeft geen proceskosten in reconventie gevorderd en naar het oordeel van de rechtbank bestaat er ook geen aanleiding om ambtshalve toch een bedrag aan proceskosten voor de reconventie toe te wijzen. De proceskosten van Absent Arbo worden begroot op:
- griffierecht
6.617,00
- salaris advocaat
3.858,00
(2 punten × € 1.929,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
10.653,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt NewITera in de proceskosten van € 10.653,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als NewITera niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend
in reconventie
5.3.
veroordeelt NewITera aan Absent Arbo te betalen een bedrag van € 3.354,91, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen tot aan de dag van volledige betaling,
in conventie en in reconventie
5.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2025.

Voetnoten

1.Zie onder paragraaf 5 ‘plan van aanpak’ Beleidsregels beoordelingskader poortwachter
2.Zie onder paragraaf 5 ‘eerstejaarsevaluatie (opschudmoment)’ Beleidsregels beoordelingskader poortwachter
3.Werkwijzer Poortwachter, UWV, 1 augustus 2022