In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 28 oktober 2025, staat de afwijzing van de overname van een al betaalde schuld van eiser bij SNS centraal. Eiser, een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire, had bij Sociale Banken Nederland (SBN) verzocht om de overname van vier betaalde schulden. De minister van Financiën heeft de overname van de schuld bij SNS afgewezen, omdat deze niet goed kon worden beoordeeld. Eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar. De rechtbank oordeelt dat de minister de beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd.
De rechtbank behandelt het procesverloop en stelt vast dat de minister in bezwaar herhaaldelijk om informatie omtrent de schuld heeft gevraagd, maar dat eiser deze niet concreet heeft gemaakt. De rechtbank concludeert dat de minister onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de restschuld van eiser, die voortvloeit uit de verkoop van een woning. De rechtbank oordeelt dat de beslissing op bezwaar in strijd is met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank biedt de minister de gelegenheid om de gebreken in de beslissing op bezwaar te herstellen, met een termijn van zes weken. Indien de minister geen gebruik maakt van deze gelegenheid, zal de rechtbank einduitspraak doen op het beroep. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.