Uitspraak
1.De procedure
- de verstekverlening tegen de niet verschenen gedaagde.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 9 oktober 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, die in persoon procedeerde, en Balou's Borrelplanken BV, die niet verschenen was. De eiser vorderde betaling van een bedrag van € 3.286,36, bestaande uit onbetaalde facturen voor geleverde diensten door hem en zijn broer aan Balou's Borrelplanken. De kantonrechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagde en beoordeelde de vorderingen van de eiser.
De kantonrechter oordeelde dat de eiser gerechtigd was om zijn eigen vordering van € 822,99, die betrekking had op zijn werkzaamheden voor Balou's Borrelplanken, in te stellen. Deze vordering werd dan ook toegewezen, inclusief wettelijke handelsrente. Echter, de vordering van de broer van de eiser, die € 2.337,72 betrof, werd afgewezen omdat de eiser niet gerechtigd was om deze vordering namens zijn broer in te stellen. Er was geen sprake van een overdracht van de vordering of een lastgeving.
Daarnaast vorderde de eiser vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar deze werden afgewezen omdat er geen bewijs was van verrichte incassowerkzaamheden. Balou's Borrelplanken werd grotendeels in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten van de eiser vergoeden, die op € 459,59 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.