ECLI:NL:RBGEL:2025:9146

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
29 oktober 2025
Zaaknummer
05/840214-18.tbs.2025
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van betrokkene na positieve ontwikkelingen in behandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene, die sinds 10 september 2019 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege bedreiging met enig misdrijf tegen het leven, en dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een bipolaire-stemmingsstoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse adviezen van deskundigen die pleiten voor verlenging van de maatregel, en heeft geconcludeerd dat betrokkene positieve stappen heeft gezet in zijn behandeling, ondanks enkele terugvallen in middelengebruik. De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, en de raadsman van betrokkene heeft zich niet verzet tegen deze verlenging. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist, en heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/840214-18
Datum uitspraak: 17 oktober 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[naam betrokkene] (hierna: betrokkene),

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij het [naam kliniek] (hierna: de kliniek).
Raadsman: mr. P.T. Pel, advocaat te Hattem.

Procedure

Betrokkene is op 10 september 2019 bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, veroordeeld tot terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze maatregel is ingegaan op 25 september 2019.
Bij beslissing van 17 december 2021 van deze rechtbank is alsnog de verpleging van overheidswege bevolen. Deze beslissing is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij beslissing van 12 mei 2022 bevestigd. De maatregel is het laatst verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 16 oktober 2023.
Bij vordering van 18 augustus 2025, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het advies van psychiater M.M. Sprock, van 18 juni 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het adviesrapport van de kliniek van 17 juli 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het advies van psycholoog A.E. Haan, van 19 augustus 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.
Ter zitting van 3 oktober 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsman, mr. P.T. Pel;
  • de deskundige L. van Dijk, GZ-psycholoog en hoofdbehandelaar;
  • de officier van justitie, mr. G. Steeghs.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Hij heeft aangevoerd dat er sprake is van positieve ontwikkelingen, maar dat een verlenging van twee jaren nodig is om vervolgstappen te kunnen zetten in de behandeling.
De raadsman van betrokkene heeft zich niet verzet tegen verlenging van de terbeschikkingstelling. De raadsman heeft aangevoerd dat zijn cliënt op de goede weg is en dat zijn cliënt zelf ook denkt nog twee jaar nodig te hebben voor zijn behandeltraject.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat de maatregel wordt opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Betrokkene lijdt aan een ongespecificeerde bipolaire-stemmingsstoornis (momenteel volledig in remissie), een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van cocaïne (matig. langdurig in remissie in een gereguleerde setting) en een stoornis in cannabisgebruik (matig, ernstig, in vroege remissie in gereguleerde setting).
De stoornissen zijn nog altijd aanwezig.
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft sinds 30 mei 2023 in de [naam kliniek] . In maart 2025 is hij overgeplaatst van de reguliere afdeling naar de structuurafdeling.
Betrokkene lijkt overwegend gemotiveerd te zijn voor behandeling, wat leidt tot een ontwikkeling in probleembesef en in toenemende mate ook tot meer probleeminzicht. De behandeling verloopt met wisselende samenwerking. Er is in eerste instantie sprake van snel oplopende spanningen, met incidenten die vooral bestaan uit terugvallen in middelengebruik en uitspattingen van verbale agressie richting het personeel. In september 2024 heeft hij een afzondering op kamer gehad, vanwege het niet opvolgen van instructies van de sociotherapie en het doen van dreigende uitspraken. Ondanks genoemde uitbarstingen, toont hij ook inzet voor zijn traject, volgt hij werkblokken, gaat hij naar zijn therapieën en is hij medicatietrouw. Om betrokkene verder te ondersteunen en te komen tot een meer adequate emotie- en agressieregulatie, is begin 2025 een intensieve traumabehandeling gestart, waarbij aandacht is voor de mishandelingen door zijn vader in zijn jeugd. Hieruit zou de weerstand tegen de autoriteit en agressie in het heden lijken te zijn ontstaan. Ter zitting heeft de deskundige aangegeven dat de traumabehandeling een positieve werking heeft gehad op de responsiviteit van de behandeling.
Sinds betrokkene in de Oostvaarderskliniek verblijft, heeft hij duidelijk gemaakt dat hij geen cocaïne meer wil gebruiken. Hij wil graag leren om op een goede manier met zijn spanning om te gaan. Wanneer hem cocaïne wordt aangeboden door een medepatiënt, slaat hij dit af en maakt hij dit bespreekbaar.
Het gebruik van cannabis ziet betrokkene minder als een probleem. Het lukt hem steeds beter om abstinent te blijven van middelen, maar dit proces gaat met vallen en opstaan. Hij heeft het afgelopen jaar meermaals niet meegewerkt aan een urinecontrole, meestal omdat hij kort daarvoor cannabis heeft gebruikt.
Vanaf maart 2025 verblijft betrokkene in [naam afdeling] , een structuurafdeling. Het functioneren van betrokken is voor een belangrijk gedeelte contextafhankelijk en het milieu op [naam afdeling] sluit beter aan bij de bejegening die hij nodig heeft. De behandeling lijkt nu gemoedelijker te verlopen, waardoor ook responsiviteit voor behandeling groot is. Ter zitting heeft betrokkene verder verklaard dat hij sinds zijn verblijf op de [naam afdeling] ook geen cannabis meer heeft gebruikt. Dit omdat hij dan weet dat dit zijn begeleide verloven in de weg kan staan. Betrokkene zet dus grote stappen, maar hij heeft vooralsnog de externe structuur en ondersteuning nodig om abstinent te blijven.
Sinds juni 2025 heeft betrokkene begeleid verlof. Ter zitting verklaart hij dat de verloven goed verlopen, hetgeen door de deskundige wordt bevestigd. Betrokkene geeft aan dat hij het leuk vindt om dingen te ondernemen tijdens zijn verloven. Hij ziet zijn verloven als stok achter de deur om geen hasj meer te gebruiken. De volgende stap, onbegeleid verlof, komt in het aankomende jaar, indien de verloven goed blijven verlopen, in zicht.
Recidivegevaar
Bij beëindiging van de maatregel wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als hoog, doordat de beschermende factoren zoals toezicht, structuur en begeleiding wegvallen. Betrokkene heeft geen copingvaardigheden om op terug te vallen wanneer de spanning oploopt, waardoor hij terug zal vallen in oude patronen van verbale agressie en bedreigingen en in het gebruik van cocaïne. Dit kan leiden tot (gewelddadige) conflicten.
Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Het behandeltraject van betrokkene is nog in volle gang. In het afgelopen jaar wordt een positieve vooruitgang gezien, betrokkene heeft stappen gezet in zijn behandeling. De rechtbank ziet dit als een positieve lijn en hoopt dat betrokkene dit vast weet te houden. In de komende periode zal de focus liggen op het uitbreiden van de vrijheden en verantwoordelijkheden van betrokkene en het blijven praktiseren van begeleide verloven. Bij een goed verloop van de behandeling en verloven zal een aanvraag onbegeleid verlof tot de mogelijkheden behoren. De deskundige heeft ter zitting aangegeven dat de resocialisatiekoers zich aanvankelijk richtte op een doorstroom richting een FPA, maar dat zij (gelet op de zelfredzaamheid van betrokkene) de route via het resocialisatietraject niet uitsluit. Het gehele traject zal in elk geval twee jaren in beslag nemen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom, overeenkomstig de vordering en de adviezen, met twee jaren verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[naam betrokkene]met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. Y. Rikken, als voorzitter, mr. F.J.H. Hovens en mr. I. de Bruin, als rechters in tegenwoordigheid van S.M.W. Schaminée, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 oktober 2025.
mr. F.J.H. Hovens en mr. I. de Bruin zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.