ECLI:NL:RBGEL:2025:9150

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
29 oktober 2025
Zaaknummer
05/720264-13.tbs.2025
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in een strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die sinds 2013 onder deze maatregel valt. De officier van justitie had op 29 juli 2025 gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, omdat de betrokkene nog steeds lijdt aan ernstige psychische stoornissen en er een risico op recidive bestaat. De rechtbank heeft verschillende adviezen van deskundigen in overweging genomen, waaronder die van psychiater H. Kondakçi en GZ-psycholoog A. Weenink, die allen adviseerden tot verlenging van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds psychotisch is en dat zijn verslavingsgevoeligheid en therapieresistentie een groot risico op herhaling van delictgedrag met zich meebrengen. Ondanks de inspanningen van de betrokkene in de kliniek, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereist. De rechtbank heeft daarom besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in overeenstemming met de jurisprudentie die stelt dat bij een verwachte langere behandelduur de verlenging in beginsel voor twee jaar dient te zijn.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/720264-13
Datum uitspraak: 10 oktober 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[naam betrokkene], hierna: betrokkene,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in longcare instelling [naam kliniek] (hierna: de kliniek).
Raadsman: mr. M.Ü. Özsüren, advocaat te Harderwijk.

Procedure

Betrokkene is op 28 augustus 2013 bij vonnis van de rechtbank Gelderland veroordeeld tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 12 september 2013 en het laatst verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 29 september 2023.
Bij vordering van 29 juli 2025, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op 30 juli 2025, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het advies van psychiater H. Kondakçi, van 15 april 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het advies van GZ-psycholoog A. Weenink, van 29 april 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het adviesrapport van de kliniek van 14 juli 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege verlengen met twee jaren;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.
Ter zitting van 26 september 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsman mr. M.Ü. Öszüren;
  • de deskundige W.L.C. van Grasstek, MSc, verpleegkundig specialist GGZ en hoofd behandeling;
  • de officier van justitie, mr. A.C. Waterman.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Het resocialisatietraject dient stapsgewijs te verlopen. Een verlenging van twee jaren is nodig om de noodzakelijke stappen in dit traject te zetten.
De raadsman van betrokkene heeft primair gepleit voor afwijzing van de vordering. Er is geen sprake meer van enig gevaar. Betrokkene doet zijn uiterste best in de kliniek en op dit moment valt uit de behandeling geen winst meer te halen. In de instelling gebruikt betrokkene geen drugs en hij geeft aan dit ook niet meer te willen gebruiken als hij vrij komt. Subsidiair is gepleit voor een verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege de misdrijven mishandeling met voorbedachten rade, driemaal bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, opzettelijk brand stichten, en bedreiging met verkrachting. Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis (hoogst waarschijnlijk schizofrenie), een stoornis in het gebruik van cannabis (ernstig, in remissie in een gereguleerde omgeving) en een stoornis in het gebruik van hard drugs met name cocaïne en amfetamineachtig middel (ernstig, in remissie in een gereguleerde omgeving).
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft vanaf december 2021 in de [naam kliniek] Hoewel het chronisch psychotische toestandsbeeld, de (affectieve) stemmingswisselingen en de impulsiviteit nog steeds bestaan, staan agressieve doorbraken deze periode minder op de voorgrond. Het lukt betrokkene om verder te komen in de behandeling met behoud van een redelijke psychiatrische stabiliteit. Het aanhouden van een laag tempo en een afgestemd risicomanagement ligt hieraan ten grondslag. Betrokkene heeft een vol programma met sport, toneel, werk en verloven. Vanaf eind 2024 volgt hij toneellessen om te kunnen oefenen met voorstelbare situaties op verlof. Verder heeft hij een terugvalpreventieplan opgesteld, de Rots en Watertherapie afgerond en de verslavingsgroep goed doorlopen.
Eind 2023 is er eenmalig sprake geweest van een periode van psychische ontregeling, veroorzaakt door het smokkelen en niet innemen van zijn antipsychotische medicatie. In mei 2024 heeft betrokkene eenmalig verbale agressie en agressie jegens voorwerpen laten zien. Hij heeft aangegeven dat besproken onderwerpen op de kliniekraad en een minder goed verloop op de werkplaats hebben geleid tot de agressiedoorbraak.
Ter zitting heeft de deskundige aangegeven dat een geleidelijk traject aangewezen is, dat meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar. Er moet stap voor stap worden bezien of het bereikte evenwicht behaald kan worden.
Recidivegevaar
Het risico op een terugval in gewelddadig gedrag wordt bij een verblijf in [naam kliniek] met beperkt onbegeleid verlof (op het terrein van [naam organisatie]) als laag tot matig ingeschat. Bij beëindiging van het dwangkader wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Betrokkene is niet in staat om zelfstandig een maatschappelijke inbedding te waarborgen. Hij zal naar verwachting zijn medicatie inname staken en een toevlucht zoeken in drugsgebruik.
De psychotische kwetsbaarheid van betrokkene, die in belangrijke mate therapieresistent is
gebleken, gecombineerd met zijn verslavingsgevoeligheid, maakt hem nog steeds delict-gevaarlijk. Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
De rechtbank overweegt dat de risicobepalende stoornissen nog altijd aanwezig zijn en dat de risico’s op recidive onverminderd hoog zijn bij beëindiging van de maatregel. Aan de wettelijke vereisten voor een verlenging van de maatregel wordt dus voldaan.
De raadsman heeft subsidiair verzocht de maatregel met één jaar te verlengen. In de jurisprudentie geldt als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is dat behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd moet worden met twee jaar.
De behandeling van betrokkene is nog in volle gang. Betrokkene is pas net gestart met onbegeleid verlof op het instellingsterrein. Indien dit de komende periode goed blijft verlopen, zal het onbegeleide verlof gefaseerd worden uitgebreid, waarna de kliniek op termijn wellicht een transmuraal traject richting een sociowoning zal overwegen. Betrokkene blijft, ondanks dat hij medicatietrouw is, vrijwel onafgebroken psychotisch met auditieve hallucinaties en (grootheids)wanen. De focus van de behandeling ligt op hantering hiervan en het dusdanig inrichten van de omgeving van betrokkene dat het risico op agressiedoorbraken geminimaliseerd wordt. In de afgelopen periode functioneert betrokkene stabieler, met name in zijn stemmingswisselingen. Hij komt verder in zijn behandeling met behoud van een redelijke pschychiatrische stabiliteit. De rechtbank ziet daarbij dat betrokkene zich serieus inzet om het goed te doen. Echter, betrokkene heeft een rustig behandeltempo met een goed afgestemd risicomanagement nodig, hetgeen ook ter zitting door de deskundige is aangegeven. De rechtbank begrijpt de wens van betrokkene dat hij graag vrij zou willen komen, maar het is niet te verwachten dat binnen twee jaren gronden aanwezig zijn die een (voorwaardelijke) beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. De rechtbank ziet dan ook geen reden om van het uitgangspunt af te wijken en is van oordeel dat verlenging met een termijn van twee jaar geïndiceerd is.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met twee jaren verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [naam betrokkene] met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. W. Bruins, als voorzitter, mr. F.J.H. Hovens en mr. Y. Rikken, als rechters in tegenwoordigheid van S.M.W. Schaminée, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 oktober 2025.