Op 16 oktober 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een verzoek tot incidenteel verlof van een gedetineerde verdachte, die in voorlopige hechtenis verkeert. De verdachte had verzocht om kortdurend verlof om aanwezig te zijn bij de uitvaart van zijn onverwachts overleden zwager, die op 20 en 21 oktober 2025 zou plaatsvinden. De raadsvrouw van de verdachte diende dit verzoek in bij de directeur van de penitentiaire inrichting, maar de officier van justitie verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis niet ontvankelijk is, omdat de beslissing over incidenteel verlof op humanitaire gronden door de directeur van de P.I. moet worden genomen, zoals bepaald in de Penitentiaire beginselenwet en de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. De rechtbank benadrukte dat de bepalingen over schorsing van de voorlopige hechtenis niet van toepassing zijn in dit geval. De rechtbank verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, ondanks de emotionele omstandigheden van het verzoek.