Parketnummer: 05/196727-23, 05/247563-24 en 05/366711-24 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 24 oktober 2025
vonnis van de meervoudige kamer
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. A.M. Demirer, advocaat in Amsterdam-Duivendrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 oktober 2025.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 17 juli 2023 te Nijmegen als bestuurder van een voertuig (personenauto),
- terwijl hij gevolgd werd door (een) opvallend(e) politievoertuig(en) met optische en geluidssignalen en/of
- terwijl de rechtervoorband van het voertuig lek (gereden) was,
- op de Einsteinstraat niet is gestopt voor een stopteken dat was gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden "Stop" of "stop politie" en/of
- over de groenstrook, aan de Einsteinstraat gelegen, in tegenovergestelde toegestane rijrichting heeft gereden en/of
- op de Wattstraat en Marie Curriestraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- terwijl aldaar verschillende mensen op het trottoir liepen en/of fietsten en/of
- op de Hatertseweg heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- bij het naderen van de kruising van de Hatertseweg met de Weg door het Jonkerbos en de Grootstalselaan de rijstrook niet heeft gevolgd, immers heeft hij, verdachte, met het door hem bestuurde voertuig, via het voorsorteervak voor linksaf de aldaar voor het rood uitstralend verkeerslicht stilstaande voertuigen links ingehaald om vervolgens zijn weg rechtdoor over het kruisingsvlak te vervolgen en/of
- terwijl ter hoogte van voormelde kruising, de aldaar geplaatste, voor hem, verdachte van toepassing zijnde en in zijn richting gekeerde verkeerslichten rood licht uitstraalde, inhoudende: "stop" en/of
- (vervolgens) het verkeer dat van links over de Grootstalselaan en rechts over de Weg door het Jonkerbos kwam moest remmen en/of uitwijken om een aanrijding met het door verdachte bestuurde voertuig te voorkomen en/of
- op de Van Hogendorpstraat met hoge snelheid linksaf is geslagen om de parkeerplaats van [café] op te rijden en/of
- (vervolgens) op de Van Hogendorpstraat, waar een politiebus dwars op de weg stond teneinde het voertuig van verdachte te doen stoppen, met hoge snelheid tussen voornoemd politievoertuig en het trottoir is gereden waarbij hij de voorzijde van voornoemde politiebus raakt en/of
- (hierbij) in strijd met artikel 10 van voornoemd reglement (gedeeltelijk) over het trottoir is gereden en/of
- (vervolgens) het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder controle heeft gehouden, immers maakte hij met zijn voertuig een 'slinger' waarna hij tegen een voertuig is aangereden dat geparkeerd stond op het fietspad aan de Hatertseweg en/of
- (vervolgens) achteruit via het fietspad is gereden in de richting van de Grootstalselaan,
- terwijl op voornoemd fietspad fietsers reden die opzij moesten springen om niet onder het door verdachte bestuurde voertuig te komen en/of te worden aangereden en/of
- vanaf het fietspad aan de Grootstalselaan (vervolgens) over verhoogde stoepranden de Treubstraat is in gereden en/of
- op de Treubstraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- op de Van Hogendorpstraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 70 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximusnelheid van 30 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- ter hoogte van de verkeerssluis op de Van Hogendorpstraat over het trottoir in de richting van de Van Kempenaerstraat is gereden,
en aldus in strijd met het in artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
(Art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 juli 2023 te Nijmegen als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg,
- op de Einsteinstraat niet is gestopt voor een stopteken dat was gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden "Stop" of "stop politie" en/of
- over de groenstrook, aan de Einsteinstraat gelegen, in tegenovergestelde toegestane rijrichting heeft gereden en/of
- op de Wattstraat en Marie Curriestraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- terwijl aldaar verschillende mensen op het trottoir liepen en/of fietsten en/of
- op de Hatertseweg heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- bij het naderen van de kruising van de Hatertseweg met de Weg door het Jonkerbos en de Grootstalselaan de rijstrook niet heeft gevolgd, immers heeft hij, verdachte, met het door hem bestuurde voertuig, via het voorsorteervak voor linksaf de aldaar voor het rood uitstralend verkeerslicht stilstaande voertuigen links ingehaald om vervolgens zijn weg rechtdoor over het kruisingsvlak te vervolgen en/of
- terwijl ter hoogte van voormelde kruising, de aldaar geplaatste, voor hem, verdachte van toepassing zijnde en in zijn richting gekeerde verkeerslichten rood licht uitstraalde, inhoudende: "stop" en/of
- (vervolgens) het verkeer dat van links over de Grootstalselaan en rechts over de Weg door het Jonkerbos kwam moest remmen en/of uitwijken om een aanrijding met het door verdachte bestuurde voertuig te voorkomen en/of
- op de Van Hogendorpstraat met hoge snelheid linksaf is geslagen om de parkeerplaats van [café] op te rijden en/of
- (vervolgens) op de Van Hogendorpstraat, waar een politiebus dwars op de weg stond teneinde het voertuig van verdachte te doen stoppen, met hoge snelheid tussen voornoemd politievoertuig en het trottoir is gereden waarbij hij de voorzijde van voornoemde politiebus raakt en/of
- (hierbij) in strijd met artikel 10 van voornoemd reglement (gedeeltelijk) over het trottoir is gereden en/of
- (vervolgens) het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder controle heeft gehouden, immers maakte hij met zijn voertuig een 'slinger' waarna hij tegen een voertuig is aangereden dat geparkeerd stond op het fietspad aan de Hatertseweg en/of
- (vervolgens) achteruit via het fietspad is gereden in de richting van de Grootstalselaan,
- terwijl op voornoemd fietspad fietsers reden die opzij moesten springen om niet onder het door verdachte bestuurde voertuig te komen en/of te worden aangereden en/of
- vanaf het fietspad aan de Grootstalselaan (vervolgens) over verhoogde stoepranden de Treubstraat is in gereden en/of
- op de Treubstraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- op de Van Hogendorpstraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 70 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximusnelheid van 30 kilometer per uur te rijden, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was en/of
- ter hoogte van de verkeerssluis op de Van Hogendorpstraat over het trottoir in de richting van de Van Kempenaerstraat is gereden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(art 5 Wegenverkeerswet)
2
hij op of omstreeks 17 juli 2023 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend;
(art 163 lid 6 Wegenverkeerswet 1994)
3
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Nijmegen op/aan de Hatertseweg, op of omstreeks 17 juli 2023 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [aangever] ) letsel en/of schade was toegebracht;
(art 7 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994, ar 7 lid 1 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994
4
hij op of omstreeks 17 juli 2023 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (Mercedes-Benz Vito Tourer, gekentekend [kentekennummer verdachte] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Politie Nederland, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
1
hij op of omstreeks 18 juli 2024 te Nijmegen, althans in Nederland, een personenauto (kenteken [kenteken slachtoffer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij te Nijmegen op of omstreeks 18 juli 2024 opzettelijk wederrechtelijk een motorrijtuig, (een personenauto, kenteken [kenteken slachtoffer] ), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, als bestuurder heeft gebruikt op de weg, de Couwenbergstraat en/of de Malderburchstraat en/of de Rijksweg, in elk geval op een weg;
(art 11 Wegenverkeerswet 1994)
2
hij op of omstreeks 18 juli 2024 te Nijmegen als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een hem door het daartoe bevoegde gezag in België, in elk geval buiten Nederland afgegeven rijbewijs en/of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of als degene van wie het/de vorenomschreven rijbewijs/rijbewijzen was/waren ingevorderd en aan wie dat/die bewijs/bewijzen niet was/waren teruggegeven, op de weg, de Couwebergstraat en/of de Malderburchstraat en/of de Rijksweg, een motorrijtuig, (een personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat/die rijbewijs/rijbewijzen was/waren afgegeven, heeft bestuurd;
(art 9 lid 7 Wegenverkeerswet 1994)
hij op of omstreeks 31 juli 2024 te Nijmegen als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs, een hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of van wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de Wolfskuilseweg, een motorrijtuig, (een personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen.
(art 9 lid 7 Wegenverkeerswet 1994)
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het onder parketnummer 05/247563-24 feit 1 primair tenlastegelegde.
Voor het overige heeft de officier van justitie gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor het onder parketnummer 05/247563-24 feit 1 primair tenlastegelegde. Voor het overige heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de feiten 1, 3 en 4 gelet op de nauwe onderlinge samenhang samen behandelen, waarbij ieder bewijsmiddel wordt gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud ziet.
Bewijsmiddelen
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben verklaard dat zij op 17 juli 2023 de melding kregen dat een auto, een grijze Volkswagen Golf, kenteken [kentekennummer ] was gestolen en dat de eigenaar van het voertuig in Nijmegen achter de gestolen auto aanreed. Zij namen vervolgens post aan de Nieuwe Mollenhutseweg ter hoogte van de Einsteinstraat en zagen dat drie voertuigen hen tegemoet kwamen rijden, waaronder de genoemde Volkswagen Golf. Zij hebben hun politievoertuig zodanig op de weg geplaatst dat de Volkswagen Golf zou moeten stoppen. De Volkswagen Golf reed echter over de groenstrook naar de Einsteinstraat in de tegenovergestelde toegestane rijrichting. De bestuurder van de Volkswagen Golf gaf geen gevolg aan een stopteken dat door middel van het politietransparant gevoerd werd. Zij hebben vervolgens de achtervolging ingezet. Zij zagen de Volkswagen Golf vanaf de Einsteinstraat rechtsaf de Wattstraat inrijden en vervolgens rechtsaf de Marie Curriestraat in. Op de Wattstraat en de Marie Curriestraat werd gereden met een snelheid van 50 km per uur, terwijl hier een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt. Op de Hatertseweg werden snelheden van meer dan 100 km per uur gemeten, terwijl hier 50 km per uur is toegestaan. De verbalisanten zagen dat de Volkswagen Golf bij de kruising van de Hatertseweg met de Weg door Jonkerbos en de Grootstalselaan de auto’s die stonden te wachten voor het rode verkeerslicht voor rechtdoor, links inhaalde via het voorsorteervak voor linksaf om vervolgens zijn weg rechtdoor over het kruisingsvlak te vervolgen. De Volkswagen Golf negeerde hierbij het rode verkeerslicht. Verbalisanten zagen dat het verkeer dat vanaf links over de Grootstalselaan en vanaf rechts over de Weg door Jonkerbos reed, moest remmen of uitwijken om een aanrijding met de Volkswagen Golf te voorkomen. De Volkswagen Golf sloeg vervolgens met piepende banden en zonder dat zijn remlichten oplichtten vanaf de Hatertseweg linksaf om de parkeerplaats van café [café] op te rijden. Op de kruising van de Hogendorpstraat en de Hatertseweg zagen verbalisanten dat een opvallende politiebus de weg voor de Volkswagen Golf blokkeerde. De Volkswagen Golf reed vervolgens met hoge snelheid links om een auto die stond te wachten heen en sloeg vervolgens rechtsaf, net voor de politiebus langs, het afgescheiden fietspad in, in plaats van de rijbaan bestemd voor het gemotoriseerde verkeer. Dit fietspad bleef hij ook volgen, waarna hij rechtsaf de Grootstalselaan op reed. Vanaf het fietspad aan de Grootstalselaan reed de bestuurder van de Volkswagen Golf over verhoogde stoepranden, rechtsaf de Treubstraat in. De Volkswagen Golf reed 60 km per uur terwijl 30 km per uur was toegestaan. Vervolgens sloeg deze linksaf de Van Hogendorpstraat in waar verbalisanten zagen op hun snelheidsmeter dat de Volkswagen Golf voor hen meer dan 70 km per uur reed terwijl hier een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt. Ter hoogte van een verkeerssluis kwam een personenauto tegemoet gereden. De Volkswagen Golf reed aan de linkerzijde het trottoir op en reed tussen een ‘verkeersbol’ en een heg door in de richting van de Van Kempenaerstraat. Uiteindelijk besloten de verbalisanten de Volkswagen aan de achterzijde aan te tikken om hem tot stoppen te dwingen. Het voertuig reed een aantal meter door in genoemde straat en stopte. Als bestuurder van de auto werd in het voertuig aangetroffen: [naam verdachte] . Verbalisanten zagen dat later bleek dat de rechtervoorband van de auto onderweg lek was gereden.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft verklaard dat hij op 17 juli 2023 de opdracht kreeg om naar de Sint Annastraat te Nijmegen te gaan in verband met een gestolen voertuig. Het zou gaan om een Volkswagen Golf, met kenteken [kentekennummer ] . Hij ziet de gestolen grijze VW Golf in zijn richting naderen op de parallelrijstrook van de Einsteinstraat. Hij ziet dat de Volkswagen Golf met hoge snelheid, meer dan 50 km/u door de wijk rijdt, terwijl er een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. Hij ziet dat er mensen fietsen en dat er verschillende mensen op het trottoir lopen, die verschrikt wegsturen of lopen. De gestolen Volkswagen Golf rijdt in de richting van de Hatertseweg en slaat hier linksaf, in de richting van de Grootstalselaan. Bij de kruising gekomen rijdt de Volkswagen Golf via de rijstrook bestemd voor het linksaf slaande verkeer richting Grootstalselaan, maar blijft vervolgens toch rechtdoor de Hatertseweg volgen, daarbij het rode verkeerslicht negerend. Het kruisende verkeer moet een noodstop maken om een aanrijding te voorkomen. Op de Hatertseweg ter hoogte van de kruising met de Van Hogendorpstraat, slaat de Volkswagen Golf linksaf en rijdt de parkeerplaats van een [café] op met zeer hoge snelheid. Verbalisant [verbalisant 5] besluit vervolgens linksaf de Van Hogendorpstraat in te rijden, daar ziet hij de Volkswagen Golf zijn richting op komen en hij besluit zijn politiebus dwars op de Van Hogendorpstraat neer te zetten. De Volkswagen Golf rijdt echter met hoge snelheid tussen de politiebus en het trottoir door waarbij hij de voorzijde van de politiebus raakt. De bestuurder van de Volkswagen Golf gebruikte hierbij gedeeltelijk het trottoir. Door deze manoeuvre maakt de Volkswagen een slinger en belandt tegen een voertuig dat op de Hatertseweg staat. Hierna rijdt de Volkswagen Golf achteruit over het afgesloten fietspad, met hoge snelheid in de richting van de Grootstalselaan. Hij ziet dat er fietsers op het fietspad rijden die opzij moeten springen om niet onder de aanstormende gestolen Volkswagen Golf te komen.Verbalisant [verbalisant 5] heeft namens de politie aangifte gedaan van beschadiging van het politievoertuig (Mercedes-Benz Vito Tourer, kenteken [kentekennummer verdachte] ).In het dossier is een foto gevoegd waarop de schade aan de voorzijde van het politievoertuig te zien is.
Aangever [aangever] heeft verklaard dat hij op de Hatertseweg in Nijmegen twee politiewagens met sirenes zag komen aanrijden. Om deze voorrang te geven ging hij met zijn bestelbus stilstaan bij het fietspad. Op het moment dat hij weer verder wilde rijden werd hij van achteren aangereden door een grijze Volkswagen Golf. Hierdoor is de achterbumper verbogen en zit er schade rechtsachter boven het wiel. De bestuurder van de grijze Volkswagen Golf is niet gestopt nadat hij hem had geraakt. Deze reed verder over het fietspad en werd door de beide politiewagens achtervolgd.
Overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 (feit 1)
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich met zijn rijgedrag schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 5a dan wel artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 5a van de Wegenverkeerswet heeft betrekking op zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen. Het ziet op verkeersdeelnemers die opzettelijk in ernstige mate verkeersregels schenden, terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten is. Het gaat om gedragingen die impliceren dat welbewust en met groot gevaar voor andere verkeersdeelnemers belangrijke gedragsregels in het verkeer worden overtreden en daarmee een veel groter risico op het intreden van ernstige gevolgen in het leven roepen dan gedrag dat valt onder het gevaarzettingsverbod van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte zeer gevaarlijk rijgedrag heeft vertoond. Hij heeft in een korte tijd meerdere verkeersregels op grove wijze overtreden. Zo reed hij meerdere keren door terwijl het verkeerslicht op rood stond, heeft hij andere verkeersdeelnemers gevaarlijk ingehaald, overschreed hij meerdere malen fors de maximale snelheid en reed hij via de groenstrook, het trottoir en het fietspad om niet voor de politie te hoeven stoppen. De verbalisanten hebben geprobeerd verdachte te stoppen door de weg te blokkeren en via optische en geluidssignalen, maar hier gaf hij geen gehoor aan. In het proces-verbaal is beschreven dat auto’s moesten remmen om een aanrijding te voorkomen en dat fietsers voor de auto op het fietspad opzij moesten springen. Verdachte heeft zich hiermee zodanig in het verkeer gedragen dat meerdere verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 primair tenlastegelegde.
Verlaten plaats ongeval (feit 3)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de plaats van het ongeval, waarbij aan de bestelbus van [aangever] schade was toegebracht, heeft verlaten. De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat ook feit 3 wettig en overtuigend bewezen is.
Vernieling politiebus (feit 4)
De rechtbank stelt verder vast dat verdachte tegen de voorkant van het politievoertuig – dat dwars op de weg geblokkeerd stond om verdachte tot stoppen te dwingen – is aangereden. Hierdoor heeft het politievoertuig schade. De rechtbank acht feit 4 daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2: weigeren bloedonderzoek
Aan verdachte is onder feit 2 van hetzelfde parketnummer ten laste gelegd dat hij op 17 juli 2023 in Nijmegen geweigerd heeft mee te werken aan een bloedonderzoek.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben verklaard dat zij hielpen bij het boeien van verdachte [naam verdachte] . Zij roken dat de adem van verdachte sterk rook naar alcohol. Zijn pupillen waren vernauwd en verdachte was erg druk in zijn doen en laten. Ook wilde verdachte graag water, omdat hij een droge mond had. De verbalisanten hebben verdachte op het politiebureau gevorderd mee te werken aan verschillende onderzoeken, maar dat deed verdachte niet. Wel vertelde hij dat hij maar een paar biertjes op had. Vervolgens werd hem door de hulpofficier gevraagd en later ook gevorderd mee te werken aan een bloedonderzoek. Verdachte wilde geen medewerking verlenen, hij zei: “ik weiger alles”.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat feit 2 wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De rechtbank zal de feiten 1 en 2 gelet op de nauwe onderlinge samenhang samen behandelen, waarbij ieder bewijsmiddel wordt gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud ziet.
Feit 1
Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij op 17 juli 2024 in een [café] in Nijmegen was en dat verdachte rond 23.00 uur aan hem vroeg of hij verdachte bij zijn auto wilde afzetten. [slachtoffer 3] had al wat biertjes gedronken en kon niet meer rijden. Verdachte reed daarom in de auto van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] zat als bijrijder in de auto. De auto heeft het kenteken [kenteken slachtoffer] . Verdachte begon te rijden en stopte maar niet, hij ging telkens van plek naar plek door heel Nijmegen. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij verdachte meerdere malen heeft gevraagd om hem weer terug te brengen naar het [café] . Ook heeft hij gevraagd of hij zelf weer kon rijden. Verdachte wilde niet stoppen met rijden. In de Malderburchstraat reden ze een weiland in. [slachtoffer 3] hoorde en voelde allerlei klappen op de auto van takken en de berm. Ze kwamen in de berm tot stilstand. [slachtoffer 3] is uit de auto gestapt en is weggerend. Ze hadden ongeveer twee uren rondgereden. Verdachte reed met de auto het weiland door.
Getuige [slachtoffer 2] , de vriendin van [slachtoffer 3] , heeft verklaard dat de auto met kenteken [kenteken slachtoffer] op haar naam staat. Zij en haar vriend maken gezamenlijk gebruik van het voertuig. [slachtoffer 3] heeft volledig toestemming om de auto te gebruiken.
Getuige [getuige] zag op 18 juli 2024 om 01.00 uur een voertuig slingerend over de Rijksweg in Molenhoek rijden. Er zat één persoon in de auto. De auto had een klapband en was erg beschadigd.
De rechtbank kan niet vaststellen dat verdachte het oogmerk heeft gehad om zich de auto wederrechtelijk toe te eigenen zodat hij wordt vrijgesproken van de primair tenlastegelegde diefstal.
Wel komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van joyriding, het subsidiair tenlastegelegde, omdat verdachte in de auto heeft gereden en is blijven rijden nadat [slachtoffer 3] aan hem kenbaar had gemaakt dat verdachte hier niet langer toestemming voor had.
Feit 2
Verbalisant [verbalisant 3] heeft verklaard dat hij op 1 augustus 2024 in het politiesysteem zag dat verdachte sinds 1 februari 2018 een ongeldig verklaard Nederlands rijbewijs heeft.
Uit het proces-verbaal invordering rijbewijs blijkt dat verdachte op 17 juli 2024 als bestuurder van een auto is staande gehouden wegens gevaarlijk rijgedrag en dat de verbalisant zijn rijbewijs heeft ingevorderd.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte op 18 juli 2024 in een auto heeft gereden terwijl een dag eerder de overgifte van zijn rijbewijs was gevorderd in de zin van artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994.
De rechtbank vindt daarom feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
05/366711-24
Verbalisant [verbalisant 4] heeft verklaard dat hij op 31 juli 2024 over de Molenweg te Nijmegen reed en dat hij de kruising naderde met de Wolfskuilseweg. De verkeerslichten stonden op rood voor hem. Hij stopte en zag vanaf links een grijze Citroën C1, met een kenteken dat begon met [kentekennummer ] , de kruising over rijden. Er zat één persoon in het voertuig, een [omschrijving verdachte] . Verbalisant had goed zicht op ongeveer 10 meter. Hij herkende de bestuurder van een briefing waarbij was vermeld dat de bestuurder zeer gevaarlijk rijgedrag had vertoond en dat zijn rijbewijs hierop is ingevorderd. De bestuurder reed in de richting van de Graafseweg. Verbalisant reed achter de bestuurder aan op ongeveer 50 meter afstand. Er reden geen voertuigen tussen. De bestuurder verhoogde zijn snelheid en sloeg met hoge snelheid rechtsaf de Boksdoornstraat op. Verbalisant had ongeveer 5 seconden geen zicht op het voertuig en sloeg ook de Boksdoornstraat in. Links in een parkeervak stond een grijze Citroën C1 met kenteken [kentekennummer ] . Verbalisant zag een man op de bijrijdersstoel zitten, die hij herkende als de bestuurder die hij kort hiervoor zag rijden. In de omgeving van het voertuig waren verder geen personen. Hij vroeg de man om een geldig rijbewijs, waarop deze zei: “hoezo, ik heb niet gereden”. Hij toonde een geldig Belgische ID-kaart op naam van verdachte.
Bij de stukken bevindt zich een beslissing van de officier van justitie waaruit blijkt dat naar aanleiding van gevaarzettend rijgedrag op 17 juli 2024 de overgifte van het rijbewijs is gevorderd en dat op 19 juli 2024 is beslist dat het rijbewijs voor een periode van 4 maanden ingehouden blijft.
Verdachte heeft verklaard dat hij ervan op de hoogte is dat zijn rijbewijs in beslag is genomen.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte op 31 juli 2024 in een auto heeft gereden, terwijl ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs was gevorderd en dat, gelet op de beslissing van het OM, het ingevorderde rijbewijs niet aan hem was teruggegeven.
De rechtbank acht het feit onder parketnummer 05/366711-24 wettig en overtuigend bewezen.
3.De bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten onder genoemde parketnummers heeft begaan, te weten dat:
1. primair
hij op
of omstreeks17 juli 2023 te Nijmegen als bestuurder van een voertuig (personenauto),
- terwijl hij gevolgd werd door
(een)opvallend
(e
)politievoertuig
(en
)met optische en geluidssignalen en
/of- terwijl de rechtervoorband van het voertuig lek (gereden) was,
- op de Einsteinstraat niet is gestopt voor een stopteken dat was gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden "Stop" of "stop politie" en
/of- over de groenstrook, aan de Einsteinstraat gelegen, in tegenovergestelde toegestane rijrichting heeft gereden en
/of- op de Wattstraat en Marie Curriestraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 50 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden,
in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden wasen
/of- terwijl aldaar verschillende mensen op het trottoir liepen en
/offietsten en
/of- op de Hatertseweg heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 50 kilometer per uur te rijden,
in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden wasen
/of- bij het naderen van de kruising van de Hatertseweg met de Weg door het Jonkerbos en de Grootstalselaan de rijstrook niet heeft gevolgd, immers heeft hij, verdachte, met het door hem bestuurde voertuig, via het voorsorteervak voor linksaf de aldaar voor het rood uitstralend verkeerslicht stilstaande voertuigen links ingehaald om vervolgens zijn weg rechtdoor over het kruisingsvlak te vervolgen en
/of- terwijl ter hoogte van voormelde kruising, de aldaar geplaatste, voor hem, verdachte van toepassing zijnde en in zijn richting gekeerde verkeerslichten rood licht uitstraalde, inhoudende: "stop" en
/of- (vervolgens) het verkeer dat van links over de Grootstalselaan en rechts over de Weg door het Jonkerbos kwam moest remmen en/of uitwijken om een aanrijding met het door verdachte bestuurde voertuig te voorkomen en
/of- op de Van Hogendorpstraat met hoge snelheid linksaf is geslagen om de parkeerplaats van café [café] op te rijden en
/of- (vervolgens) op de Van Hogendorpstraat, waar een politiebus dwars op de weg stond teneinde het voertuig van verdachte te doen stoppen, met hoge snelheid tussen voornoemd politievoertuig en het trottoir is gereden waarbij hij de voorzijde van voornoemde politiebus raakt en
/of- (hierbij) in strijd met artikel 10 van voornoemd reglement (gedeeltelijk) over het trottoir is gereden en
/of- (vervolgens) het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder controle heeft gehouden, immers maakte hij met zijn voertuig een 'slinger' waarna hij tegen een voertuig is aangereden dat geparkeerd stond op het fietspad aan de Hatertseweg en
/of- (vervolgens) achteruit via het fietspad is gereden in de richting van de Grootstalselaan,
- terwijl op voornoemd fietspad fietsers reden die opzij moesten springen om niet onder het door verdachte bestuurde voertuig te komen en/of te worden aangereden en
/of- vanaf het fietspad aan de Grootstalselaan (vervolgens) over verhoogde stoepranden de Treubstraat is in gereden en
/of- op de Treubstraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximumsnelheid van 30 kilometer per uur te rijden
, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden wasen
/of- op de Van Hogendorpstraat heeft gereden met een snelheid van ongeveer 70 kilometer per uur, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem geldende maximusnelheid van 30 kilometer per uur te rijden
, in elk geval met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden wasen
/of- ter hoogte van de verkeerssluis op de Van Hogendorpstraat over het trottoir in de richting van de Van Kempenaerstraat is gereden,
en aldus in strijd met het in artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 gestelde verbod, zich opzettelijk zodanig in het verkeer heeft gedragen dat voormelde verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, waardoor daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
(een)ander
(en
)te duchten was;
2
hij op
of omstreeks17 juli 2023 te Nijmegen,
in elk geval in Nederland,als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en
/ofgeen medewerking daaraan heeft verleend;
3
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Nijmegen op/aan de Hatertseweg, op
of omstreeks17 juli 2023 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan
een ander (te weten[aangever]
) letsel en/ofschade was toegebracht;
4
hij op
of omstreeks17 juli 2023 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (Mercedes-Benz Vito Tourer, gekentekend [kentekennummer verdachte] )
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan Politie Nederland
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
05/247563-24
hij te Nijmegen op
of omstreeks18 juli 2024 opzettelijk wederrechtelijk een motorrijtuig, (een personenauto, kenteken [kenteken slachtoffer] ), toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, als bestuurder heeft gebruikt op de weg, de Couwenbergstraat en
/ofde Malderburchstraat en
/ofde Rijksweg
, in elk geval op een weg;
2
hij op
of omstreeks18 juli 2024 te Nijmegen als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een hem door het daartoe bevoegde gezag in België,
in elk geval buiten Nederlandafgegeven rijbewijs
en/of een internationaal rijbewijswas gevorderd
en/of als degene van wie het/de vorenomschreven rijbewijs/rijbewijzen was/waren ingevorderd en aan wie dat/die bewijs/bewijzen niet was/waren teruggegeven,op de weg, de Couwebergstraat en
/ofde Malderburchstraat en
/ofde Rijksweg,
een motorrijtuig, (een personenauto
),van de categorie
of categorieën, waarvoor dat
/dierijbewijs
/rijbewijzenwas
/warenafgegeven, heeft bestuurd;
05/366711-24
hij op
of omstreeks31 juli 2024 te Nijmegen als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs,
een hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs of een internationaal rijbewijswas gevorderd en
/ofvan wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de Wolfskuilseweg,
een motorrijtuig, (een personenauto
), van de categorie
of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd
of als bestuurder heeft doen besturen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
feit 2
overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
feit 3
overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994.
feit 4
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
feit 1 subsidiair
overtreding van artikel 11 van de Wegenverkeerswet 1994.
feit 2
overtreding van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
05/366711-24
overtreding van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
5.De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
6.De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht en met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 9 maanden krijgt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een taakstraf en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat de feiten van enige tijd geleden zijn en dat het inmiddels goed gaat met verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere ernstige overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. Hij heeft zich zodanig in het verkeer gedragen dat levensgevaar of gevaar voor lichamelijk letsel voor anderen is ontstaan. Om niet te hoeven stoppen voor de politie reed hij meerdere malen door rood licht, overschreed hij fors de maximaal toegestane snelheid, haalde hij andere weggebruikers gevaarlijk in en reed hij via de groenstrook, de stoep en het fietspad. Dat alles in een dichtbevolkte woonwijk met veel mensen op straat. Hierdoor is hij tegen een auto aangereden waardoor schade is ontstaan, waarna hij is doorgereden en is een politievoertuig vernield. Een jaar later maakte verdachte zich schuldig aan joyriding en reed hij op twee verschillende dagen in een auto terwijl zijn rijbewijs was ingevorderd. Dit zijn ernstige strafbare feiten, waarmee verdachte de veiligheid van verkeersdeelnemers ernstig in gevaar heeft gebracht.
Nu verdachte niet in contact heeft willen treden met de reclassering en hij niet ter terechtzitting is verschenen, weet de rechtbank weinig over de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De raadsman heeft aangevoerd dat het nu een stuk beter gaat met verdachte dan ten tijde van onderhavige feiten. In die tijd was sprake van een stressvolle periode met een echtscheiding en de omgangsregeling met zijn kinderen. Inmiddels hebben verdachte en zijn partner, met wie hij twee kinderen heeft, besloten om bij elkaar te blijven. Hij woont in Antwerpen en hij heeft twee banen. Door de week werkt hij in Antwerpen in een fabriek als teamleider en in het weekend werkt hij in de zorg in de buurt van Nijmegen. Zijn familie woont ook in Nijmegen. Verdachte is sinds juli 2024 niet meer in aanraking gekomen met politie en justitie. De toekomst ziet er hoopvol uit.
Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank de gevangenisstraf zoals geëist door de officier van justitie passend. De rechtbank zal daarom aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van twaalf weken opleggen, waarvan vier weken voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht en met een proeftijd van twee jaren.
Wel ziet de rechtbank aanleiding om de door de officier van justitie gevorderde ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 9 maanden geheel voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank komt hiertoe, omdat zij rekening houdt met de overschrijding van de redelijke termijn ten aanzien van de feiten gepleegd op 17 juli 2023. Daarnaast leidt zij uit dat wat door de raadsman naar voren is gebracht af dat verdachte zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk en zijn gezinssituatie. Verdachte heeft verder in de tussenliggende periode de beschikking gehad over zijn rijbewijs en heeft auto gereden, voor zover bekend zonder dat dit tot nieuwe overtredingen van de Wegenverkeerswet heeft geleid.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 57, 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 5 a, 7, 9, 11, 163, 176, 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
9.De beslissing
spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde onder feit 1 van parketnummer 05/247563-24;
verklaart bewezen dat verdachte het overige tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
12 weken;
bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
4 weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van
de proeftijd van 2 jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
ontzegtverdachte ten aanzien van het onder feit 1 van parketnummer 05/196727-23 bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 maanden;
bepaalt dat deze ontzegging
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in geval verdachte zich vóór het einde van de
proeftijd van 3 jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.H. Hovens (voorzitter), mr. W. Bruins en mr. Y. Rikken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Hut, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 oktober 2025.