ECLI:NL:RBGEL:2025:9233

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
537952924
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak wegens gebrek aan bewijs

Op 20 oktober 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank, waar de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, geheel voorwaardelijk, en een werkstraf van 120 uren. De verdediging pleitte voor vrijspraak, en de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de aangeefster stonden lijnrecht tegenover die van de verdachte, en er was geen steunbewijs van andere getuigen die de ontuchtige handelingen konden bevestigen. De rechtbank benadrukte dat in zedenzaken het bewijs niet uitsluitend kan steunen op de verklaring van één getuige. Aangezien er geen ander bewijs was dat de verklaringen van de aangeefster ondersteunde, werd de verdachte vrijgesproken. De benadeelde partij, de aangeefster, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat er geen bewezenverklaring was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/379529-24
Datum uitspraak : 20 oktober 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
raadsman: mr. M.W.G.J. IJsseldijk, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 december 2022 en/of 20 januari 2023 te [plaats] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (meermaals) betasten van de borsten van die [slachtoffer] waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- voornoemde ontuchtige handelingen onverhoeds heeft gepleegd en/of die [slachtoffer]
daarmee heeft overrompeld en/of
- voornoemde ontuchtige handelingen heeft gepleegd terwijl hij die [slachtoffer] naar zich toe
trok en/of vasthield en/of terwijl hij achter die [slachtoffer] stond, waardoor zij werd beperkt in haar bewegingsvrijheid en/of zich niet, althans onvoldoende aan voornoemde ontuchtige
handelingen kon onttrekken.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van drie weken, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en voorts tot het verrichten van 120 uren werkstraf subsidiair 60 dagen hechtenis.
De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Verklaring aangeefster
Tijdens het informatief gesprek zeden dat met [slachtoffer] (verder: aangeefster) is gevoerd heeft aangeefster over twee verschillende momenten verklaard.
Op 19 december 2022 was verdachte bij haar bezig met de plinten. Aangeefster heeft hem gevraagd of hij haar kon helpen een tafel naar beneden te halen die boven stond. Boven heeft aangeefster allerlei privé foto's hangen, onder ander van haar overleden dochter. Verdachte heeft hierover een opmerking gemaakt dat het een mooie foto was, maar dat aangeefster óók een mooie vrouw was. Aangeefster vond verdachte heel eng. Toen hij naar huis ging trok hij plotseling aangeefster naar zich toe en greep haar vol bij de borsten. Hierna ging hij weg. Aangeefster was geschokt en is gelijk naar haar buurvrouw gegaan om te vertellen wat haar was overkomen.
Op 20 januari 2023 was er wederom een afspraak. In eerste instantie zou een andere klusser komen, maar omdat hij niet kon kwam verdachte wederom. De afspraak stond om 13:00 uur, maar verdachte stond om 10:45 uur al voor de deur. Aangeefster had toen haar ochtendjas nog aan. Verdachte stapte gelijk naar binnen. Eenmaal binnen gaf ze hem een kopje koffie. Toen ze bezig was met het opkloppen van melk voor de koffie, voelde aangeefster plotseling dat verdachte haar van achteren met zijn handen bij beide borsten vastpakte. Verdachte stelde haar allerlei intieme vragen, zoals
"mis je de seks niet"en
"toen ik hoorde dat ik naar je toe moest, was ik niet te houden en ben ik gelijk naar je toe gekomen". Aangeefster was geschokt
en bang. Ze is vervolgens naar boven gegaan om zich aan te kleden. Uiteindelijk is verdachte begonnen met klussen en toen hij rond 12:00 uur klaar was is hij weggegaan. Aangeefster heeft daarna haar beste vriendinnen [vriendin 1] en [vriendin 2] gebeld. Ook heeft ze de coördinator van het bedrijf opgebeld en verteld wat er was gebeurd.
In haar aangifte op 7 februari 2023 heeft aangeefster verklaard dat verdachte op 25 november 2022 bij haar was met zijn vrouw en een collega, [collega] . Op 28 november 2022 kwam verdachte de sleuven dicht maken en toen was hij er weer met zijn vrouw. Op 9 december 2022 kwam verdachte de vloer egaliseren, hij was toen wederom samen met zijn vrouw. Op 19 december 2022 kwam verdachte alleen. Verdachte heeft toen het grootste deel van de plinten geplaatst.
Aangeefster heeft verdachte gevraagd om een werktafel naar beneden te brengen, zodat verdachte kon zien waar de plinten moesten komen. Aangeefster vond dit eigenlijk niet fijn, omdat ze verdachte vanaf het begin al een engerd vond. Eenmaal weer beneden vroeg verdachte of de foto boven haar dochter was. Hij zei dat ze een mooie meid was en het zonde is. Hij zei ook dat aangeefster ook een mooie vrouw was, dat zij dat wel wist en dat haar dochter op haar leek. Nadat aangeefster haar zorgen had uitgesproken over de kleur die zij had besteld en verdachte had gezegd dat het wel goed zou komen, pakte aangeefster zijn arm en zei:
“datwilde ik nou net horen".Verdachte trok haar toen opeens naar zich toe, hij sloeg zijn armen om haar heen en pakte haar met twee handen bij haar borsten. Hierop rukte aangeefster zich gelijk los. Verdachte zei toen:
“weet je wel hoe een aantrekkelijke vrouw jij bent? Zonde dat je alleen bent, je kan elke man krijgen.”Nadat aangeefster duidelijk had gemaakt dat ze daar geen behoefte aan had, is verdachte weggegaan.
Op 20 januari 2023 stond er tussen 13:00 en 14:00 uur weer een afspraak gepland. Niet verdachte maar een collega zou komen, echter later werd aangeefster gebeld waarbij werd aangegeven dat deze collega toch geen tijd had en dat verdachte weer zou komen. Verdachte kwam al rond 10:45 uur. Aangeefster was toen nog in haar ochtendjas. Terwijl verdachte naar de huiskamer liep, zei hij
"toen ik hoorde dat ik naar jou moest, was ik niet te houden en ben ik gelijk naar je toe gekomen". Terwijl aangeefster vroeg of hij koffie wilde, vroeg hij hoe het ging, waarop aangeefster hem vertelde over badkamerproblemen. Verdachte zei dat zij zich geen zorgen hoefde te maken omdat hij er nu was, tegelijkertijd streelde hij haar hand. Terwijl aangeefster de melk opklopte, greep verdachte haar van achteren en greep met zijn handen haar beide borsten. Zij rukte zich los en het melkkannetje viel uit haar hand op de grond, omdat hij zo ruw deed
.Aangeefster heeft verklaard dat verdachte nog van alles tegen haar had gezegd, hoe lang zij alleen was en of zij de seks niet miste. Ook zei hij dat zij wel meer uit mocht doen en hij zei dat je ook eenmalig seks kunt hebben. Hij zei tegen aangeefster dat hij haar een heel aantrekkelijke vrouw vindt en dat hij seks met haar wilde. Aangeefster heeft toen verdachte weg was haar vriendinnen gebeld. Daarna is ze naar de buurrouw gegaan en heeft ze het bedrijf gebeld waar verdachte werkt.
Aangeefster heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat verdachte drie keer bij haar is geweest, waarvan de eerste keer samen met zijn vrouw. De tweede keer kwam hij alleen en maakte hij vervelende opmerkingen. Aangeefster heeft verklaard dat zij de derde keer niet wist dat verdachte kwam in plaats van zijn collega. Verdachte vroeg – toen ze boven waren om een tafel uit de kamer te halen – over een foto:
"is dat je overleden dochter, wat zonde van zo’n mooie meid”en
“weetje wel dat ze op je lijkt en dat jij een hele aantrekkelijke vrouw bent”en
"heb je geen behoefte aan seks”of
“mis je geen man”.Vervolgens zijn ze met de tafel naar beneden gegaan en is verdachte verder gegaan met de plinten. Toen het klaar was heeft aangeefster hem een hand gegeven om hem te bedanken. Hij ging toen met zijn andere hand op haar borst.
Op 20 januari 2023 was verdachte alleen bij haar thuis. Zij was niet gebeld dat verdachte zou komen in plaats van een collega. Hij was te vroeg en zij had haar ochtendjas nog aan. Verdachte zei dat hij net te horen had gekregen dat hij naar aangeefster moest en dat het hem niet kon
schelen dat ze in de ochtendjas liep, dat hij niet te houden was toen hij had gehoord dat hij
naar haar toe moest komen. Voordat ze het wist stond hij binnen. Aangeefster heeft verdachte vervolgens koffie aangeboden. Verdachte vroeg hoe het met haar was. Ze zei dat het slecht ging, vanwege badkamer problemen. Verdachte legde vervolgens zijn hand op die van aangeefster en zei “rustig maar meisje, ik ben er nu toch”. Aangeefster werd boos en zei: “hoezo, kom jij het laminaat leggen of de badkamer renoveren”. Ze stond nog bij het koffieapparaat en voordat ze het wist had verdachte kennelijk een stap naar achteren gedaan en greep hij aangeefster van achteren bij mijn borsten, als een wild dier, waardoor de melk die ze aan het opschuimen was omhoog ging en over hem en over haar heen ging en op de grond terechtkwam. Toen verdachte weg was heeft ze een vriendin gebeld en daarna is ze naar de buurvrouw gegaan.
Getuigenverklaringen
Getuige [getuige] (de dochter van buurvrouw [naam] , aanvulling rechtbank) was aanwezig bij het eerste contact met aangeefster toen zij bij haar moeder aan de deur kwam om te vertellen wat er was gebeurd. Getuige heeft verklaard dat aangeefster had verteld dat ze was aangerand door een man. Aangeefster gaf later aan dat ze door twee verschillende mannen was aangerand. Getuige gaf te kennen dat de aangeefster in haar ogen niet spoorde en met iedereen in onmin leefde.
Op 18 augustus 2025 is getuige [getuige] gehoord bij de rechter-commissaris. Hier verklaarde getuige dat aangeefster binnenkwam, rustig aan tafel ging zitten en uit het niets zei dat ze was aangerand. In de beleving van getuige was ze heel rustig. Ze vertelde dat ze nog in de badjas
stond. Ze begon er later over dat ze hem een knuffel had gegeven en had bedankt voor
het werk.
Het dossier bevat een brief die door aangeefster is opgesteld en die door getuige [getuige] (de rechtbank begrijpt: dat is buurvrouw van aangeefster, mevrouw [naam] ) zou zijn ondertekend. Hierin staat dat aangeefster op 20 januari (de rechtbank begrijpt: 2023) rond half 2 overstuur bij haar kwam. Ze vertelde dat verdachte haar op diverse manieren seksueel had lastig gevallen. Aangeefster vertelde dat verdachte haar bij een eerder bezoek ook al bij haar borsten had gepakt.
Getuige buurvrouw [naam] heeft in haar telefonisch verhoor bij de politie verklaard dat aangeefster vrij rustig bij haar op de bank kwam zitten. Ze had wel rode wangen. Op een gegeven moment zei ze dat ze bij haar borsten was gepakt door de man die bij haar de vloer aan het leggen was. Tijdens het afleggen van de getuigenverklaring was dochter [getuige] bij getuige aanwezig.
Bij de rechter-commissaris heeft getuige [naam] verklaard dat aangeefster opeens binnen stond. Ze ging zitten en na een tijdje zei ze dat ze was aangerand. Ze zei dat ze in de keuken
stond en koffie ging zetten of koffie had gezet en dat ze door verdachte werd gepakt.
Getuige [vriendin 1] heeft verklaard dat aangeefster haar in januari 2023 heeft gebeld. Aangeefster klonk toen best wat overstuur. Ze vertelde het verhaal dat een man die bij haar in huis aan het werk was te vroeg voor de werkzaamheden aan de deur stond. Hij zou ‘s middags rond 13 uur komen maar hij stond er onverwachts om 9 uur al. Ze vertelde dat ze nog niet was aangekleed en dat ze nog in de ochtendjas stond. De man had tegen aangeefster gezegd dat hij dat helemaal niet erg vond dat ze in ochtendjas stond en dat ze de ochtendjas ook wel uit mocht doen. Hij had verteld tegen aangeefster dat toen hij naar haar moest voor werkzaamheden, hij niet meer te houden was en graag naar haar toe wilde komen. Toen aangeefster met de koffie en het melkkannetje bezig was, pakte de man haar uit het niets bij haar borsten, terwijl hij achter aangeefster stond. Aangeefster liet van schrik het melkkannetje vallen en zij kwam zelf ook te vallen
.Aangeefster was aan de telefoon verbouwereerd, overstuur en had ongeloof dat zoiets was gebeurd. Ze was ook angstig daarna.
Getuige [collega] is werkzaam bij het bedrijf waar verdachte werkt. [collega] heeft eerst telefonisch contact met aangeefster gehad op een donderdagavond, waarbij aangeefster hem vertelde dat verdachte haar had gevraagd wanneer ze voor het laatst goed was geneukt of een goede beurt had gehad. Ze vertelde ook dat verdachte op een bepaald moment bij haar aan de deur had gestaan en een knuffel had willen geven, zij noemde dat een seksuele knuffel, hij had haar volgens haar bij haar borsten gegrepen. Zij vertelde dat ze verbaasd was dat hij eerder was en dat zij in haar badjas de deur opendeed. Aangeefster was in het telefoongesprek aangedaan, een beetje hysterisch, ze kon het niet normaal vertellen en ze leek wat in de war. Getuige geeft aan dat hij verdachte niet ziet zoals aangeefster hem beschrijft. Hij is een man van weinig woorden en doet zijn ding, overlegt weinig en werkt netjes de hele dag.
Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster heeft betast bij haar borsten. Hij is in ieder geval drie maal bij aangeefster thuis geweest; één keer samen met zijn vrouw om de vloer te egaliseren, één keer om de plinten te doen en één keer om de naad bij de deur in de woonkamer te repareren. Verdachte is niet boven in de woning van aangeefster geweest.
Conclusie: vrijspraak
De rechtbank stelt voorop dat zedenzaken, zoals onderhavige, bewijstechnisch lastige zaken kunnen zijn. Kenmerkend is veelal de aanwezigheid van slechts twee personen bij de verweten ontuchtige handelingen: de persoon die stelt slachtoffer te zijn geweest en de verdachte. Daarbij staan de verklaringen van deze personen vaak lijnrecht tegenover elkaar, waarbij er geen andere personen zijn die de ten laste gelegde handelingen hebben waargenomen.
Bij de waardering van het bewijs en de beoordeling van de tenlastelegging is van belang dat volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat het de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige waargenomen feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
Het steunbewijs hoeft bij zedenzaken niet per definitie te zien op de ontuchtige handelingen zelf. Het is afdoende wanneer de verklaring van een aangever of aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen. Indien een verklaring van een getuige (mede) een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van een aangever of aangeefster op het moment dat het strafbare feit plaatsvindt, of vlak daarna, kan die waarneming voldoende steunbewijs opleveren voor het tenlastegelegde.
Verdachte ontkent het tenlastegelegde en op basis van het dossier stelt de rechtbank vast dat ten aanzien van hetgeen zou zijn voorgevallen op 19 december 2022 enkel de verklaring van aangeefster voorhanden is. Dat aangeefster na dit incident direct naar de buurvrouw zou zijn gegaan (en de buurvrouw over die ontmoeting mogelijk zou kunnen verklaren), zoals aangeefster heeft verklaard in het informatief gesprek zeden, blijkt verder niet uit het dossier. Ten aanzien van 20 januari 2023 merkt de rechtbank op dat het dossier verschillende getuigenverklaringen bevat. De rechtbank stelt vast dat deze getuigen van aangeefster hebben gehoord wat er zou zijn gebeurd en in ieder geval niet uit directe eigen waarneming kunnen verklaren over het ten laste gelegde. Getuige [vriendin 1] heeft aangeefster alleen telefonisch gesproken, waarbij aangeefster heeft verteld wat er was gebeurd. [vriendin 1] heeft wel emotie in de stem van aangeefster waargenomen, maar heeft aangeefster op dat moment niet gezien. Getuigen [getuige] en [naam] hebben face-to-face met aangeefster gesproken op de dag dat de ten laste gelegde feiten op 20 januari 2023 zouden hebben plaatsgevonden, waarbij aangeefster ook hen heeft verteld wat er was gebeurd. [getuige] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat aangeefster rustig was. [naam] heeft bij de rechter-commissaris aangegeven dat aangeefster ging zitten en na een tijdje aangaf verkracht te zijn. Geen van beiden heeft verklaard over een door hen waargenomen emotionele toestand die een bevestiging is van wat aangeefster vertelt. Tot slot heeft aangeefster getuige [collega] verteld wat er volgens haar was gebeurd, maar ook zijn verklaring behelst voor wat betreft de eigen waarnemingen niet meer dan een telefonisch waargenomen emotie. Samengevat ziet de rechtbank in geen van de getuigenverklaringen voldoende duidelijke eigen waarneming(en) terugkomen die niet anders kan (kunnen) worden opgevat dan als een bevestiging van de verklaringen van aangeefster.
Met in achtneming van de vereisten die de Hoge Raad aan steunbewijs stelt brengt dit de rechtbank tot de conclusie dat de getuigenverklaringen en hun waarnemingen – afzonderlijk, noch in samenhang bezien – onvoldoende steun kunnen opleveren voor het tenlastegelegde.
Gelet hierop kan de rechtbank niet buiten gerede twijfel vaststellen dat er sprake is geweest van ontuchtige handelingen. Nu er onvoldoende steunbewijs voorhanden is, zal de rechtbank verdachte van het tenlastegelegde vrijspreken.

4.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met het ten laste gelegde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 3.331,85 aan materiële schade en € 2.500,00 aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Overweging van de rechtbank
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. M. Rietveld en mr. M. Hoedeman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.I. Warringa, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 oktober 2025.
mr. Y.H.M. Marijs, mr. M. Rietveld en mr. A.I. Warringa zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.