ECLI:NL:RBGEL:2025:9274

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
05-720124-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een betrokkene met een complexe psychiatrische achtergrond

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die sinds 2014 onder toezicht staat. De betrokkene is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en terbeschikkingstelling met voorwaarden, die op 18 september 2015 is ingegaan. De rechtbank heeft eerder op 16 oktober 2020 de verpleging van overheidswege bevolen en de maatregel is voor het laatst verlengd op 18 september 2023. De officier van justitie heeft op 4 augustus 2025 verzocht om verlenging van de maatregel met twee jaar, wat is ondersteund door een adviesrapport van de kliniek. Tijdens de zitting op 3 oktober 2025 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de raadsvrouw van de betrokkene en een deskundige psycholoog. De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging gehandhaafd, terwijl de raadsvrouw zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan verschillende psychiatrische stoornissen en dat er een hoog recidivegevaar is bij beëindiging van de maatregel. Ondanks positieve ontwikkelingen in het behandeltraject, blijft de betrokkene kwetsbaar en afhankelijk van ondersteuning. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, om de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/720124-14
Datum uitspraak: 17 oktober 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[naam betrokkene] (hierna: betrokkene),

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [naam kliniek] (hierna: de kliniek).
Raadsvrouw: mr. P.W.E. Hoezen, advocaat te Winterswijk.

Procedure

Betrokkene is op 12 december 2014 bij vonnis van de rechtbank Gelderland veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren en terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze maatregel is ingegaan op 18 september 2015.
Bij beslissing van 16 oktober 2020 van deze rechtbank is alsnog de verpleging van overheidswege bevolen. De maatregel is het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 18 september 2023.
Bij vordering van 4 augustus 2025, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 17 juli 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.
Ter zitting van 3 oktober 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsvrouw, mr. P.W.E. Hoezen;
  • de deskundige mevrouw A.E. van Vugt, GZ-psycholoog;
  • de officier van justitie, mr. G. Steeghs.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Hij heeft aangevoerd dat er de laatste twee jaar sprake is van positieve ontwikkelingen, maar dat een verlenging van twee jaren nodig is om vervolgstappen te kunnen zetten in de behandeling.
De raadsvrouw van betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Zij heeft aangevoerd dat een positieve vooruitgang is te zien, maar dat er nog stappen moeten worden gezet in zijn behandeltraject. De terbeschikkingstelling is nodig als vangnet om een overgang naar het beschermd wonen bij de [naam instelling] mogelijk te maken.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege poging tot moord en dus in verband met een veroordeling voor een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat betrokkene lijdt aan een paranoïde persoonlijkheidsstoornis, een gegeneraliseerde angststoornis, een vermijdende persoonlijkheidsstoornis, zwakbegaafdheid.
De stoornissen zijn nog altijd aanwezig.
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft sinds 11 mei 2023 op een zorggerichte behandelafdeling waar patiënten met een psychotische kwetsbaarheid verblijven, Behandeling 1. Op deze afdeling trekt betrokkene zich aanvankelijk terug, houdt hij vast aan routines en heeft hij weinig contact met medepatiënten. Hij weigert therapie, ervaart geen veranderwens en wijst ook andere behandelvormen af. Wel maakt hij in contact met het team geleidelijk een minder gespannen indruk. Vanwege betrokkenes weigerende houding richting therapie, is in oktober 2023 besloten de focus primair te leggen op relatieopbouw met betrokkene, in de hoop dat dit zijn bereidheid tot therapie en verlof vergroot.
Vanaf begin 2024 groeit het contact met het behandelteam. Hij stelt zich meer open richting het behandelteam, deelt zorgen uit zichzelf en neemt actiever deel aan gesprekken. Ter zitting verklaart betrokkene dat dit komt omdat hij de kliniek als een veilige omgeving ervaart.
In mei 2024 heeft betrokkene aangegeven dat hij openstaat voor begeleid verlof, wat in 2023 nog niet het geval was.
Betrokkene functioneert goed bij het werken van 20 uur per week. Hij weet spanningen rond sociale interacties bespreekbaar te maken. In juli 2024 heeft hij spanning ervaren door een medepatiënt op de dagbesteding. Hoewel het behandelteam het aanvankelijk niet lukt om betrokkenes overtuigingen (dat de medepatiënt het op hem heeft voorzien en hem expres zou treiteren) bij te stellen, bespreekt hij zijn gevoelens met het behandelteam, stemt hij uiteindelijk in met een driegesprek, stabiliseert uiteindelijk de situatie, voelt hij zich veiliger en weet hij op een functionele manier zijn grenzen aan te geven.
In januari 2025 is betrokkene gestart met het praktiseren van begeleide verloven. In juni 2025 heeft hij zijn eerste netwerkverlof naar zijn moeder gehad. De verloven verlopen positief. Wel blijkt dat hij op eigen initiatief geen contact maakt en afhankelijk is van begeleiding en zijn netwerk voor het initiëren van contact.
Sinds mei 2025 staat betrokkene open voor assertiviteitstraining met de voorwaarde dat er geen huiswerk wordt gegeven, dit zou voor te veel spanning zorgen. Dit wordt als een positieve ontwikkeling gezien, omdat hij de afgelopen twee jaren consistent heeft aangegeven geen behandeldruk te willen. Deze training is in juni 2025 gestart.
Recidivegevaar
Bij beëindiging van de maatregel wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Indien alle kaders wegvallen, zal betrokkene niet in staat zijn om hulp te vragen of zijn netwerk actief te betrekken. Hierdoor zal de spanning zich opbouwen en zal hij zich al gauw onder druk gezet voelen door anderen. De insufficiënte gevoelens zullen toenemen, omdat hij zijn grenzen niet kan aangeven. Hierdoor zal zijn extreme angst voor anderen toenemen en zal hij instrumenteel geweld inzetten om zich weer veilig te voelen door plaatsing in de gevangenis. Medicatiegebruik, enige vorm van toezicht en het bieden van nabijheid blijken
essentieel om verdere ontregeling en risicovol gedrag zoals suïcidaliteit te voorkomen.
De rechtbank is van oordeel dat op grond hiervan de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Het behandeltraject van betrokkene is nog in volle gang. Sinds 2024 lijkt er sprake te zijn van een kentering in het behandeltraject. De rechtbank ziet dit als een positieve lijn en hoopt dat betrokkene dit weet vast te houden.
Hoewel er sprake is van een positieve ontwikkeling in het behandeltraject, blijft er sprake van een kwetsbaar persoon die zeer veel ondersteuning behoeft van het behandelteam. Hij heeft een beperkt ziekte-inzicht en -besef, er is sprake van gevoelens van insufficiëntie en hij raakt snel overprikkeld en overspoeld wanneer hij druk van buitenaf ervaart.
De deskundige heeft ter zitting aangevuld dat er op dit moment wordt gedacht aan een beschermd wonen voorziening, zoals de [naam instelling] . Betrokkene heeft baat bij een vervolgvoorziening met een beschermende, prikkelarme omgeving voor kwetsbare patiënten. De voorkeur ligt bij een directe overplaatsing vanuit de kliniek naar een vervolgvoorziening waar betrokkene langdurig kan wonen (beveiligingsniveau 1). Dit is een grote stap, maar wel passend bij betrokkenes problematiek. Om deze overgang zo soepel mogelijk te laten plaatsvinden, wordt er in de aankomende periode toegewerkt naar het vergroten van de vrijheden van betrokkene. Dit traject zal in elk geval twee jaren in beslag nemen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met twee jaren verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [naam betrokkene] met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, als voorzitter, mr. I. de Bruin en mr. Y. Rikken, als rechters in tegenwoordigheid van S.M.W. Schaminée, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 oktober 2025.
mr. F.J.H. Hovens en mr. I. de Bruin zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.