ECLI:NL:RBGEL:2025:9347

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
11934746
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering op grond van de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid in een civiele zaak tussen Proximedia Nederland B.V. en een gedaagde partij

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft Proximedia Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De vordering betrof een bedrag van € 4.662,64, voortvloeiend uit een overeenkomst voor internetdiensten. De gedaagde heeft de overeenkomst willen vernietigen wegens dwaling en ontbinding wegens wanprestatie ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van dwaling en tekortkomingen door Proximedia. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij de overeenkomst niet zou hebben gesloten bij een juiste voorstelling van zaken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vordering van Proximedia niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, maar dat de toepassing van de contractuele bepalingen tot een onaanvaardbaar resultaat zou leiden. Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van Proximedia afgewezen en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 29 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer: 11633731 \ CV EXPL 25-980
Vonnis van 29 oktober 2025
in de zaak van
PROXIMEDIA NEDERLAND B.V., handelend onder de namen
BeUpen
MKB ClickService,
te Utrecht,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Proximedia,
gemachtigde: Nouta Westland Gerechtsdeurwaarderskantoor B.V.,
tegen
[gedaagde], handelend onder de naam
[bedrijfsnaam],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie,
- de conclusie van repliek, conclusie van antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek, conclusie van repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 25 november 2022 is [gedaagde] – na telefonisch contact daarvoor op initiatief van Proximedia – bezocht door een vertegenwoordiger van Proximedia. Partijen hebben vervolgens op die dag een overeenkomst gesloten waarbij Proximedia zich heeft verplicht om diverse internetdiensten te verrichten voor [gedaagde] . Volgens de overeenkomst is [gedaagde] daarvoor een bedrag van € 90,00 (incl. btw) en een maandelijkse bijdrage van € 240,79 (incl. btw) verschuldigd. Partijen zijn een advertentiebudget van € 150,00 voor de eerste maand en € 363,00 (incl. btw) voor de daaropvolgende maanden overeengekomen. In de overeenkomst is voorts, voor zover thans relevant, het volgende bepaald:
“(…)
ARTIKEL 8 – DUUR VAN DE OVEREENKOMST – VERNIEUWING - BEËINDIGING
(…)
8.2
De onderhavige overeenkomst is een duurovereenkomst van bepaalde tijd en is gesloten voor een niet reduceerbare en onherroepelijke termijn van24 MAANDEN.
8.3
In alle gevallen van contractbreuk door de Abonnee, anders dan op grond van een toerekenbaar tekortschieten van MKB ClickService in de nakoming van haar verbintenis, zijn alle vorderingen uit hoofde van de overeenkomst, zowel de op dat moment als in de toekomst opeisbare maandelijkse bijdragen, onmiddellijk en in zijn geheel opeisbaar.
(…)”
2.2.
Bij e-mail van 30 november 2022 heeft [naam 1] van Proximedia aan [gedaagde] bericht:
“(…)
Zoals afgesproken heeft u een belafspraak op vrijdag 2 december om 10:00 uur voor het interview. Hierin zullen wij uw onderneming en 5 onderwerpen bespreken voor de landingspagina’s. Ik adviseer u om alvast na te denken welke 5 onderwerpen u terug wil zien op de landingspagina’s.
(…)”
2.3.
Bij e-mail van 2 december 2022 heeft [naam 1] van Proximedia aan [gedaagde] bericht:
“Vandaag hadden wij twee keer een afspraak gemaakt voor het telefonisch interview. Helaas kreeg ik je beide keren niet te pakken. Graag kom ik met jou in contact om een nieuwe afspraak in te plannen. (…)”
2.4.
Bij e-mail van 8 december 2022 heeft [naam 1] van Proximedia aan [gedaagde] bericht:
“(…)
Tot op heden heb ik u een aantal keer geprobeerd telefonisch te bereiken. Dit helaas zonder succes. Wij zullen het ontwikkelingsproces vanaf nu in werking zetten, zodat wij onze dienstverlening kunnen voortzetten
De landingspagina’s leveren wij aan in de vorm van een home- en contactpagina.
Domeinnaam
Wij registreren voor u de volgende domeinnaam: www.keukenwrapsapeldoorn.nl
(…)
Google Ads-campagne
Tevens zullen wij een Google Ads-campagne voor u ontwikkelen. De radius waarin uw advertentie worden vertoond is Apeldoorn.
Alle bovenstaande keuzes zijn aanpasbaar. Wanneer de dienstverlening gereed is, neem ik contact met u op om de status te bespreken.
(…)”
2.5.
Bij e-mail van 2 januari 2023 heeft [naam 2] van Proximedia aan [gedaagde] bericht:
“Langs deze weg delen wij u mede dat wij voor uw landingspagina’s de domeinnaam, www.keukenwrapsapeldoorn.nl hebben geregistreerd. (…)”
2.6.
Bij e-mail van 4 januari 2023 heeft [naam 1] van Proximedia aan [gedaagde] bericht:
“Middels deze e-mail wil ik aan u bevestigen dat de landingspagina’s gereed zijn.
(…) De landingspagina’s zijn nog niet zichtbaar op het web omdat deze nog niet online staan. Gezien wij nog geen beeldmateriaal van u hebben ontvangen, hebben wij auteursrechtvrije afbeeldingen gebruikt. Mocht u eigen beeldmateriaal willen gebruiken op uw landingspagina’s dan kunt u dit doorsturen naar dit e-mailadres of via WeTransfer.
Wij vernemen graag binnen 7 dagen na heden of u tevreden bent met de landingspagina’s. Bij het uitblijven van een tijdige reactie zullen wij ervan uitgaan dat de landingspagina’s naar tevredenheid zijn en worden deze online gezet onder de domeinnaam. De Google Ads-Campagne zal dan ook geactiveerd worden (…)”
2.7.
Bij e-mail van 11 januari 2023 heeft [naam 2] van Proximedia aan [gedaagde] bericht:
“Uw website is online gezet onder de volgende domeinnaam: https://www. [bedrijfsnaam] .nl
Google Ads-campagne
De Google Ads-campagne is online geplaatst en opgezet aan de hand van de thema’s op uw landingspagina’s. De radius waarin uw advertenties worden vertoond is Apeldoorn. Dit kan uiteraard nog aangepast worden naar uw wens. Mocht u verder nog bepaalde specifieke zoekwoorden hebben waar u graag op gevonden wilt worden, dan kunt u deze aan mij doorgeven. (…)”
2.8.
Bij e-mail van 12 januari 2023 heeft [gedaagde] aan [naam 2] van Proximedia bericht:
“Al ziet de ‘landingspagina’ er redelijk uit. Het is gewoon een kopie van mijn huidige site. Bovendien is hij gericht op Apeldoorn, maar wij werken door het hele land heen.
Ook hebben wij geen bezoekadres.
Deze pagina ziet er slechter uit dan mijn eigen website en ik wil de klanten dus ook gewoon op mijn eigen website hebben.
Er was bovendien belooft dat het meer bezoekers zou opleveren dan via de huidige Google ads, maar dat zie ik niet gebeuren als alles lokaal is gericht.
Na het eerste gesprek heb ik me even ingelezen en zie heel veel horrorverhalen over de MKB clickservice.
Ik wil in ieder geval mij Google ads budget weer naar 0 euro zetten op dit moment, want ik verwacht niet dat dit ook maar iets meer gaat opleveren.De belofte was: je haalt met veel minder geld, veel meer clicks.
Maar dat lijkt me onhaalbaar. Als dat ook niet het geval blijkt te zijn, heb ik getekend onder valse voorwendselen.”
2.9.
In reactie daarop heeft [naam 1] van Proximedia bij e-mail van 18 januari 2023 aan [gedaagde] bericht:
“(…) Het kan kloppen dat de informatie overeenkomt met je eigen website en dat de advertenties gericht zijn op Apeldoorn. Nu is het zo dat wij een afspraak voor het telefonisch interview hadden staan, maar toen kreeg ik jou niet te pakken en helaas heb ik ook niets meer mogen vernemen op mijn mails en telefoontjes daaropvolgend. Het telefonisch interview is bedoeld om dit soort informatie in kaart te brengen. Hieruit zou dus moeten komen dat er beeldmateriaal aangeleverd wordt, waar er geadverteerd dient te worden etc. Helaas beschik ik niet over die informatie dus dan ga ik uit van informatie van de eigen website en vestigingsplaats. Indien jij ervoor openstaat wil ik alsnog een afspraak inplannen om af te stemmen wat er op de website moet en waar er geadverteerd moet worden. (…) Voor nu heb ik het advertentiebudget op jouw verzoek op € 0 gezet.”
2.10.
Op 8 februari 2023 heeft [gedaagde] aan Proximedia bericht dat hij de overeenkomst wil opzeggen.
2.11.
De door Proximedia vanaf 31 juli 2023 toegezonden facturen waarin de maandelijkse termijnen in rekening zijn gebracht, zijn door [gedaagde] niet betaald.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Proximedia vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.662,64, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 3.675,53 vanaf 3 maart 2025, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag van volledige betaling.
in reconventie
3.2.
[gedaagde] vordert dat de kantonrechter:
primair:
1. de overeenkomst tussen partijen zal vernietigen wegens dwaling,
subsidiair:
2. de overeenkomst zal ontbinden wegens wanprestatie,
zowel primair als subsidiair:
3. Proximedia zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.140,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke betaaldata tot aan de dag van volledige betaling,
4. Proximedia zal veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten,
alsmede Proximedia zal veroordelen in de proceskosten.
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
3.3.
Partijen hebben over en weer verweer gevoerd.
[gedaagde] heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Proximedia, met veroordeling van Proximedia in de proceskosten,
Proximedia heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Omdat de vorderingen in conventie en in reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
4.2.
Proximedia vordert in conventie betaling van een hoofdsom van in totaal € 3.675,53. Dit bedrag ziet enerzijds op de onbetaald gebleven factuurbedragen tot en met 31 januari 2024 ter hoogte van € 1.685,53 en anderzijds op de hierna opeisbaar geworden resterende termijnen wegens het niet betalen van de factuurbedragen ter hoogte van € 1.990,00.
4.3.
[gedaagde] heeft de verschuldigdheid van de door Proximedia gevorderde hoofdsom betwist. Hij heeft daartoe, kort gezegd, primair aangevoerd dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, dan wel dat Proximedia is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, dan wel dat een beroep op de contractuele bepalingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In reconventie heeft [gedaagde] in dit verband primair de vernietiging van de overeenkomst en subsidiair de ontbinding van de overeenkomst gevorderd.
Dwaling
4.4.
Eerst zal worden beoordeeld of de overeenkomst tussen partijen moet worden vernietigd op grond van dwaling.
4.5.
Voor een succesvol beroep op dwaling is op grond van artikel 6:228 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vereist dat sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken op grond waarvan de overeenkomst is aangegaan en dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet of niet op dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten. Verder is vereist dat zich één van de drie in artikel 6:228 lid 1 BW genoemde gevallen voordoet, kort weergegeven:
a. a) de wederpartij heeft een onjuiste inlichting gegeven,
b) de wederpartij heeft een mededelingsplicht geschonden,
c) er is sprake van wederzijdse dwaling.
4.6.
[gedaagde] wijt de gestelde dwaling aan een onjuiste inlichting van Proximedia. Volgens [gedaagde] heeft de vertegenwoordiger van Proximedia tijdens het verkoopgesprek in november 2022 expliciet aangegeven dat Proximedia als Google-partner in staat zou zijn om advertenties tegen lagere kosten per klik in te kopen dan [gedaagde] zelf kon realiseren. Deze belofte is volgens [gedaagde] onjuist en misleidend omdat Google geen kortingen of voordelige tarieven aan haar partners biedt.
4.7.
Proximedia heeft betwist dat haar vertegenwoordiger voormelde mededeling heeft gedaan. Gelet hierop had het op weg van [gedaagde] gelegen om de stelling dat de vertegenwoordiger van Proximedia heeft gezegd dat Proximedia als Google-partner in staat zou zijn om advertenties tegen lagere kosten per klik in te kopen dan [gedaagde] zelf kon realiseren, nader te onderbouwen. Dat heeft hij onvoldoende gedaan. Anders dan [gedaagde] stelt, kan dit in elk geval niet worden afgeleid uit de enkele omstandigheid dat [gedaagde] voorafgaand aan het contract € 600,00 per maand besteedde aan Google Ads en na aanvang van het contract € 150,00 tot € 300,00 per maand. Daarvoor kunnen immers ook andere omstandigheden aanleiding zijn. Door [gedaagde] zijn ook verder geen concrete feiten en omstandigheden naar voren gebracht of stukken overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat de vertegenwoordiger voormelde mededeling heeft gedaan. [gedaagde] heeft zijn stellingen op dit punt daarmee onvoldoende onderbouwd.
4.8.
[gedaagde] heeft voorts aan de dwaling ten grondslag gelegd dat de vertegenwoordiger van Proximedia een valse voorstelling heeft gegeven van exclusiviteit en korting omdat zij [gedaagde] heeft doen geloven dat zij een korting gaf van € 2.670,00 terwijl dit niet blijkt te kloppen.
4.9.
De vraag of Proximedia al dan niet daadwerkelijk een korting aan [gedaagde] heeft verstrekt, en zo ja of dit kortingspercentage wel correct is, kan in het midden blijven. Voor een geslaagd beroep op dwaling is namelijk beslissend dat de partij die zich op dwaling beroept de overeenkomst is aangegaan die hij bij een juiste voorstelling van zaken niet, of niet op dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan. [gedaagde] heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat hij bij een juiste voorstelling van zaken – in dit geval het al dan niet werkelijke kortingspercentage – de overeenkomst niet, dan wel niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan. Hiermee heeft [gedaagde] op dit onderdeel niet aan zijn stelplicht voldaan.
4.10.
De conclusie is dat het beroep op dwaling niet slaagt omdat niet aan de daarvoor geldende vereisten is voldaan.
Ontbinding
4.11.
[gedaagde] heeft subsidiair de ontbinding van de overeenkomst gevorderd.
4.12.
Op grond van artikel 6:265 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is – zoals in dit geval – ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding bovendien pas wanneer de schuldenaar in verzuim is.
4.13.
[gedaagde] heeft gesteld dat Proximedia is tekortgeschoten in nakoming van de overeenkomst omdat:
1. de beloofde lagere kosten per klik niet zijn waargemaakt,
2. de door Proximedia geleverde website van onaanvaardbaar lage kwaliteit was,
3. de website was gericht op Apeldoorn terwijl [gedaagde] expliciet had aangegeven landelijk te opereren,
4. de toegezegde ondersteuning en expertise uitbleef.
Deze gestelde tekortkomingen zullen hierna afzonderlijk aan de orde komen.
1. kosten Google
4.13.1.
Zoals hiervoor al is overwogen, is niet komen vast te staan dat de vertegenwoordiger van Proximedia tegen [gedaagde] heeft gezegd dat Proximedia als Google-partner in staat zou zijn tegen lagere kosten een klik in te kopen bij Google. Van een tekortkoming op dit punt is dan ook niet gebleken.
2. kwaliteit website
4.13.2.
Volgens [gedaagde] heeft Proximedia haar werkzaamheden niet goed uitgevoerd omdat zij een website heeft opgeleverd die een belachelijke PowerPoint kopie van zijn eigen reeds bestaande website is.
4.13.3.
Het door [gedaagde] gestelde kan niet tot de conclusie leiden dat Proximedia is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Uit de hiervoor uiteengezette correspondentie blijkt immers dat Proximedia geen enkele input van [gedaagde] heeft gekregen voor het maken van de website, afgezien van hetgeen [gedaagde] heeft gezegd tijdens het verkoopgesprek met de vertegenwoordiger van Proximedia. Uit de correspondentie blijkt dat Proximedia herhaaldelijk heeft geprobeerd om met [gedaagde] zijn onderneming en de onderwerpen voor de website te bespreken maar dat [gedaagde] zowel telefonisch als per e-mail ieder contact met Proximedia heeft afgehouden. Proximedia heeft uiteindelijk een website ontworpen en een domeinnaam gekozen op basis van de bij haar bekende informatie. Zij heeft vervolgens aan [gedaagde] inzage gegeven in de website en [gedaagde] gevraagd of hij tevreden was. Daarop bleef wederom een reactie van [gedaagde] uit. Pas nadat Proximedia de website online heeft gezet, heeft [gedaagde] op 12 januari 2023 gereageerd en zijn onvrede over de website geuit. Proximedia heeft vervolgens aangegeven dat [gedaagde] alsnog een afspraak kon inplannen om af te stemmen wat er op de website moest komen te staan en waar geadverteerd moest worden. Een reactie daarop is echter ook uitgebleven. In het licht van deze omstandigheden, kan niet gezegd worden dat Proximedia is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Daar komt bij dat [gedaagde] Proximedia geen enkele mogelijkheid heeft geboden om de website naar zijn wensen aan te passen en zijn klachten te verhelpen. Van verzuim aan de zijde van Proximedia is dus geen sprake, zodat [gedaagde] niet bevoegd is de overeenkomst te laten ontbinden.
3. website was lokaal gericht
4.13.4.
[gedaagde] heeft gesteld dat Proximedia een domeinnaam heeft geregistreerd die gericht was op Apeldoorn terwijl [gedaagde] heeft aangegeven dat zijn bedrijf door heel Nederland werkt. Anders dan [gedaagde] stelt, kan dit Proximedia niet worden verweten. Uit de hiervoor uiteengezette feiten blijkt namelijk dat Proximedia herhaaldelijk aan [gedaagde] heeft bericht dat zij de domeinnaam www.keukenwrapsapeldoorn.nl heeft geregistreerd en dat die keuze kan worden aangepast. Niet eerder dan op 12 januari 2023 heeft [gedaagde] te kennen gegeven niet tevreden te zijn over de domeinnaam. Daarop heeft Proximedia aangegeven dat [gedaagde] een afspraak met haar kon maken om af te stemmen waar geadverteerd moest worden maar [gedaagde] heeft daarop niet gereageerd. Van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan de zijde van Proximedia is dan ook geen sprake. Bovendien is ook hier geen sprake van verzuim aan de zijde van Proximedia.
4. de toegezegde ondersteuning en expertise uitbleef
4.13.5.
[gedaagde] heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, welke toegezegde ondersteuning en expertise vanuit Proximedia is uitgebleven. Uit de hiervoor uiteengezette feiten blijkt juist dat Proximedia tot 12 januari 2023 geen enkel contact met [gedaagde] kon krijgen terwijl zij daar herhaaldelijk om had gevraagd. Uit de berichtgeving van [gedaagde] vanaf 12 januari 2023 blijkt verder niet dat [gedaagde] nog zat te wachten op enige ondersteuning vanuit Proximedia.
4.14.
De conclusie is dat de hiervoor onder rechtsoverweging 4.13. weergegeven stellingen van Proximedia geen grondslag kunnen opleveren voor ontbinding van de overeenkomst.
Schending telemarketingverbod
4.15.
[gedaagde] heeft verder gesteld dat Proximedia het wettelijke telemarketingverbod heeft geschonden omdat hij ongevraagd telefonisch door Proximedia is benaderd. Wat daar ook van zij, een eventuele schending van het verbod op ongevraagde telefonische verkoop levert in dit geval geen grondslag op voor ontbinding of vernietiging van de overeenkomst, dan wel voor afwijzing van de vordering van Proximedia. Aan de stellingen van [gedaagde] op dit punt wordt dan ook voorbijgegaan.
Misleidende handelspraktijken
4.16.
[gedaagde] heeft voorts nog gesteld dat Proximedia zich schuldig maakt aan een reeks misleidende handelspraktijken als bedoeld in de artikelen 6:193a-j BW. Ook dit verweer kan [gedaagde] niet baten. [gedaagde] komt namelijk geen rechtstreeks beroep toe op de artikelen 6:193a-j BW omdat hij geen consument is en deze bepalingen juist zien op reclame gericht tot consumenten. Door [gedaagde] zijn onvoldoende aanknopingspunten naar voren gebracht om door middel van de zogenaamde reflexwerking toepassing te geven aan voormelde artikelen.
Tussenconclusie
4.17.
Het vorenstaande leidt tot de tussenconclusie dat voor vernietiging of ontbinding van de overeenkomst geen grondslag bestaat. De vorderingen van [gedaagde] zullen daarom worden afgewezen.
Strijd met de redelijkheid en billijkheid
4.18.
[gedaagde] heeft zich (meer subsidiair) beroepen op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW.
4.19.
Op grond van het bepaalde in artikel 6:248 lid 2 BW is een tussen partijen geldende regel niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
4.20.
Hoewel bij de toepassing van artikel 6:248 lid 2 BW terughoudendheid op zijn plaats is, leidt in dit geval een onverkorte toepassing van de artikelen 8.2 en 8.3 van de overeenkomst (het opzegverbod en de onmiddellijke opeisbaarheid en verschuldigdheid van alle nog te verschijnen termijnbetalingen) tot een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar resultaat. Daarvoor zijn de volgende feiten en omstandigheden redengevend.
4.21.
In de eerste plaats is van belang dat Proximedia een relatief grote onderneming is die in dit geval op eigen initiatief een kleine onderneming, de eenmanszaak van [gedaagde] , heeft benaderd en [gedaagde] daarbij binnen een kort tijdsbestek een (grotendeels) standaardcontract zonder bedenkmogelijkheid heeft voorgelegd. Verder is van belang dat Proximedia haar werkzaamheden al in een vroeg stadium heeft gestaakt. Niet gesteld of gebleken is dat zij na het bericht van 12 januari 2023 van [gedaagde] waarin hij aangeeft niet tevreden te zijn met de website, nog inhoudelijke werkzaamheden voor [gedaagde] heeft verricht. De door Proximedia verrichte werkzaamheden zijn dus beperkt gebleven tot een periode van twee maanden waarin zij een domeinnaam heeft geregistreerd, een (eenvoudige) website heeft gemaakt zonder enige input van [gedaagde] en een Google Ads-campagne heeft opgezet. Proximedia heeft vervolgens ingestemd met het op € 0,- zetten van het adverteerbudget per 18 januari 2023. Desondanks maakt Proximedia aanspraak op betaling van een aanzienlijk bedrag dat is gebaseerd op een dienstverlening over een periode van
24 maanden. Bij betaling door [gedaagde] van de volledige vergoeding, betaalt hij dus voor diensten die niet zijn geleverd. Door Proximedia is niet gesteld en evenmin is gebleken dat betaling van het door haar gevorderde bedrag van € 3.675,53 – naast het bedrag dat zij al van [gedaagde] heeft ontvangen – een redelijke vergoeding is voor door haar geleden verlies of gederfde winst. Dit betekent dat Proximedia bij toewijzing van de vordering aanzienlijke inkomsten verkrijgt waar geen werkzaamheden of noemenswaardige kosten tegenover staan.
4.22.
Al met al is de kantonrechter van oordeel dat in dit geval het handhaven van de maandelijkse bijdrage tot het einde van de looptijd van de overeenkomst tot een buitensporig resultaat leidt. Toepassing van de artikelen 8.2 en 8.3 van de overeenkomst is daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De vordering van Proximedia zal om deze reden worden afgewezen.
Proceskosten
4.23.
In conventie is Proximedia in het ongelijk gesteld. Zij moet daarom de proceskosten van [gedaagde] in conventie betalen. Deze kosten worden vastgesteld op nihil omdat [gedaagde] zich in de procedure niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde en daarom geen gemachtigdensalaris is verschuldigd.
4.24.
In reconventie is [gedaagde] in het ongelijk gesteld. Hij moet daarom de proceskosten van Proximedia (inclusief nakosten) in reconventie betalen. Aan salaris gemachtigde wordt één punt toegekend gelet op samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie. De proceskosten van Proximedia worden vastgesteld en begroot op:
- salaris gemachtigde
135,00
(1 punt × € 135,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
270,00

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Proximedia af,
5.2.
veroordeelt Proximedia in de proceskosten tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] gevallen en vastgesteld op nihil,
in reconventie
5.3.
wijst de vorderingen van [gedaagde] af,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 270,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2025.
Lt