Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
: ‘Kebab houtskool [eiser] : di t/m vr, zo, 3x8 = 24m² bruto, richting zitbanken (zuid georiënteerd), m² is inclusief eventuele terrasruimte, overkappingen in de vorm van partytenten etc. niet (meer) toestaan in nieuwe vergunningen’. Het college stelt dat onder de situatietekening behorende bij de vergunning een afmeting van 24 m² ‘inclusief eventuele terrasruimte’ wordt genoemd niet wil zeggen dat daarmee sprake is van vergunning van een terras. Dit blijkt ook wel uit het woord ‘eventuele’. De situatietekening was eerder al opgemaakt ten behoeve van de actualisatie van standplaatsen. De situatietekening is volgens het college bij de vergunning gekomen om de plek van het terras te verduidelijken. De rechtbank volgt het voorgaande niet. De tekst ‘m² is inclusief eventuele terrasruimte’ leidt tot onduidelijkheid. De rechtbank begrijpt dat eiser hieruit kan opmaken dat de terrasruimte bij de vergunning hoort. Verder is de rechtbank van oordeel dat eiser uit de tekst heeft mogen opmaken dat een vergunning is verleend inclusief terras. Dit volgt uit de toevoeging ‘overkappingen in de vorm van partytenten etc. niet (meer) toestaan in nieuwe vergunningen’. Het voorgaande impliceert dat bij de huidige vergunning dit wel is toegestaan. De overkapping in de vorm van partytenten betreft het door eiser bedoelde terras. Bij het besluit van 16 januari 2017 is ten slotte niet aangegeven dat de situatietekening is opgemaakt ten behoeve van de actualisatie van de standplaatsen. Eiser heeft de verstrekking van de situatietekening bij het besluit van 26 januari 2017 zo mogen interpreteren dat deze bij de verleende vergunning hoort.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184 aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.814 aan proceskosten aan eiser.