Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- een pistool, althans daarop gelijkend voorwerp, te pakken en/of te tonen,
- een pistool, althans daarop gelijkend voorwerp, te richten op het hoofd van [slachtoffer 2] te richten, terwijl die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naast elkaar zitten,
- de slede van het pistool naar achter te halen, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededaders, het pistool op die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] gericht houdt en/of
- dreigend de woorden toe te voegen "Leeg je zakken" en/of "Leeg je zakken, ik wil je telefoon en je scooter sleutels";
hij op of omstreeks 17 januari 2024 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van telefoons en/of de scooter(sleutels), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en/of een derde toebehoorde(n)
immers heeft hij en/of zijn mededaders
- een pistool, althans daarop gelijkend voorwerp, gepakt en/of getoond,
- een pistool, althans daarop gelijkend voorwerp, gericht op het hoofd van [slachtoffer 2] te richten, terwijl die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naast elkaar zaten,
- de slede van het pistool naar achter gehaald, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededaders, het pistool op die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] gericht hielden en/of
- dreigend de woorden toegevoegd "Leeg je zakken" en/of "Leeg je zakken, ik wil je telefoon en je scooter sleutels", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2024 tot en met 27 mei 2024 te Arnhem , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een scooter, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij n of omstreeks de periode van 24 mei 2024 tot en met 27 mei 2024 te Arnhem , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een scooter, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op of omstreeks 26 mei 2024 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een scooter, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij in of omstreeks de periode van 26 mei 2024 tot en met 27 mei 2024 te Arnhem , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een scooter, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op of omstreeks 27 mei 2024 te Arnhem , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere scooters, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2.Voorvragen
meerdere scootersterwijl het dossier ziet op niet meer dan drie scooters. De rechtbank is van oordeel dat onduidelijk is gebleven waarom
meerdere scootersin feit 3 worden genoemd naast de tenlasteleggingen van feit 1 en 2. De tenlastelegging had op dit punt preciezer moeten zijn om te kunnen voldoen aan de eis van artikel 261 Sv. De rechtbank zal daarom het deel van feit 3 dat ziet op
meerdere scootersnietig verklaren en de dagvaarding voor het overige in stand laten.
3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De bewezenverklaring
hij op
of omstreeks17 januari 2024 te Arnhem
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door
geweld en/ofbedreiging met geweld
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon en sigaretten,
in elk gevalenig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1]
en/of een derdetoebehoorde
(n
)door
-
een op een pistool gelijkend voorwerpte pakken en
/ofte tonen,
-
een op een pistool gelijkend voorwerpop het hoofd van [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] te richten, terwijl die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naast elkaar zitten,
- de slede van het pistool naar achter te halen, terwijl
hij, verdachte en/ofzijn
mededader
s, het pistool op die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] gericht houdt en
/of- dreigend de woorden toe te voegen "Leeg je zakken" en
/of"Leeg je zakken, ik wil
je telefoon en je scooter sleutels";
hij op
of omstreeks17 januari 2024 te Arnhem
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen
misdrijf om
met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door
geweld en/ofbedreiging met geweld
[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van telefoons en
/ofde
scooter(sleutels)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]
en/of een derdetoebehoorde
(n
)immers heeft hij en
/ofzijn mededaders
-
een op een pistool gelijkend voorwerpgepakt en
/ofgetoond,
-
een op een pistool gelijkend voorwerpgericht op het hoofd van [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2] te richten, terwijl die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naast elkaar zaten,
- de slede van het pistool naar achter gehaald, terwijl
hij, verdachte en/ofzijn
mededaders, het pistool op die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] gericht hielden en
/of- dreigend de woorden toegevoegd "Leeg je zakken" en
/of"Leeg je zakken, ik wil je
telefoon en je scooter sleutels",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij in
of omstreeksde periode van 24 mei 2024 tot en met 27 mei 2024 te Arnhem ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een scooter, in
elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk gevalaan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op
of omstreeks26 mei 2024 te Arnhem tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een scooter,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op
of omstreeks27 mei 2024 te Arnhem , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een
of meerderescooter
s,
althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en zijn mededader(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
(en),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- het uittreksel Justitiële Documentatie van 6 september 2025 (het strafblad),
- het advies van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 11 juli 2025.
9.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
jeugddetentievoor de duur van
2 (twee) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, en
taakstraf, te weten een
werkstraf van 60 (zestig) uren, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 en feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 61,74,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2025 (materieel) en 17 januari 2024 (immaterieel) tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
- bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag te betalen € 61,74,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2025 (materieel) en 17 januari 2024 (immaterieel) tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 en feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 1.800,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2024 (materieel) en 17 januari 2024 (immaterieel) tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag te betalen € 1.800,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 oktober 2024 (materieel) en 17 januari 2024 (immaterieel) tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 350,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 4] een bedrag te betalen € 350,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;