Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 19 augustus 2025, waarbij de volgende partijen aanwezig waren:
- de moeder met haar advocaat, bijgestaan door een begeleider van Stichting MEE;
- de vader met zijn advocaat;
- een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
- twee vertegenwoordigsters van de GI.
2.De feiten
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] , [geboorteland] (hierna: [minderjarige] ).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Sinds [minderjarige] bij de vader is geplaatst, is zij volgens de moeder een moe en bang meisje geworden. De moeder heeft zorgen over de opvoedsituatie bij de vader, die moeite heeft om met de kinderen om te gaan, hen teveel vrijheid biedt en de problematiek bij de kinderen bagatelliseert. Verder ontvangt de moeder weinig informatie van de GI en/of de vader over [minderjarige] . Ook ziet de moeder [minderjarige] beperkt, namelijk één uur per week. Gelet op het voorgaande wil de moeder dat [minderjarige] weer bij haar komt wonen, in ieder geval voor de duur van de hoger beroepsprocedure.